LEERBEVORDERING
didactisch handelen
kan aanduiden waarom de axiomatische opbouw ongeschikt is voor het middelbaar onderwijs

geschikte leerinhouden hanteren

kan de elementaire groepentheorie correct verwoorden en toepassen

kan de structuur van de natuurlijke en reële getallen beschrijven enkan het onderscheid tussen beide duiden

kan rekenen met veeltermen (inclusief vergelijkingen)

kan problemen oplossen die kunnen vertaald worden naar een vergelijking of ongelijkheid van de tweede graad

kan verwoorden hoe de meetkunde is opgebouwd op basis van axioma's

kan het begrip vector, vectoroptelling en scalair product definiëren en toepassen

kan de vectoriële vergelijking van een rechte door twee punten opstellen
kan de begrippen straal, koorde, raaklijn, middelpuntshoek en omtrekshoek gebruiken bij berekeningen, constructies en bewijzen

kan de goniometrische getallen sinus, cosinus en tangens van een hoek als de verhoudingen van zijden van een rechthoekige driehoek
kan de stelling van Pythagoras weergeven in symbolen, kan ze verwoorden en bewijzen
kan de stelling van Pythagoras in vraagstukken en concrete situaties toepassenkan de driehoeksmeting in concrete situaties toepassen





geschikte media hanteren
kan bij het oplossen van wiskundige problemen functioneel gebruik maken van ict

De punten worden herrekend volgens een formule:
voor wie 12 of minder haalt: puntenscore = 10/12 (behaalde punten)
voor wie tussen 12 en 19 haalt, wordt er lineair geïnterpoleerd tussen 10 en 19
wie meer dan 19 haalt, krijgt 20.