Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
TAB 1.4 Anatomie, fysiologie en farmacologie26727/1622/1819/1/69
Studiegids

TAB 1.4 Anatomie, fysiologie en farmacologie

26727/1622/1819/1/69
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex), trajectschijf 1
  • Bachelor in de verpleegkunde: brugprogramma (afbouw)
  • Bachelor in de verpleegkunde: werkstudenten (afbouw)
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ) als TAB 1.4 Anatomie, fysiologie en farmacologie
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Titularis: Mistiaen Wilhelm
Andere co-titularis(sen): De Kerf Martine, Van der Linden Eva, Wildiers Anja
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 100,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Voor dit Olod zijn geen specifieke begincompetenties vereist.

OLR-Leerdoelen (lijst)

De student kan opnoemen welke diagnostische mogelijkheden er zijn bij de meest frequente aandoeningen (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan het normaal uitzicht (anatomie) en de normale functie (fysiologie) van het endorcien stelsel, lymfestelsel, ademhalingsstelsel, digestief stelsel, nieren en urinewegen en reproductief systeem is (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan aan de hand van symtomen en tekens aangeven om welke van de meest frequente aandoeningen van deze orgaansystemen het gaat (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan de terminologie en basisbeginselen uit de pathologie omschrijven (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan een definitie geven van het vak farmacologie, het onderscheid maken met parafarmacie en galenica en vaktermen en behandelingswijzen omschrijven (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan een omschrijving geven van de behandelingswijzen en de verschillende soorten therapieën met een voorbeeld (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan werken met het bcfi (boekje, online) en de bijsluiter (inhoud, waar terugvinden, hoe interpreteren). (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan de verschillende orale en niet orale vormen opsommen, beschrijven, voor-en nadelen schetsen, advies en voorbeelden geven (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan het verschil uitleggen tussen farmacokinetiek en farmacodynamiek (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan elke fase van de farmacokinetiek beschrijven a.h.v. voorbeelden (1.3.A.1) (niveau 1)
De student kan de begrippen plasmaconcentratie, biologische beschikbaarheid, first-pass effect uitleggen (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan farmacokinetische interacties verklaren t.h.v. de lever a.h.v. het bcfi (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan aangrijpingspunten voor geneesmiddelen opsommen en becommentariëren (farmacodynamiek) (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan van de verschillende therapeutische klassen voorbeelden geven van actieve stoffen en specialiteiten (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan van de verschillende klassen of actieve stoffen werkingsmechanisme, bijwerkingen en/of contra-indicaties uitleggen (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan voorzorgen en advies geven bij een aantal vormen van specialiteiten. (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan het begrip resistentie kaderen en preventieve maatregelen voorstellen (1.3.A.1) (niveau 1)
De student kan aangeven welke levensstijl een risico inhoudt voor ziekte (2.4.A.1) (niveau 1)

Leerinhoud

In dit Olod komen volgende onderwerpen aan de orde: 

  • pathologie en farmacologie van de stelsels behandeld in het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.1 Anatomie en fysiologie. 
  • anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie van de lichamelijke stelsels met o.a.:
    • het lymfestelsel
    • het ademhalingsstelsel
    • het spijsverteringsstelsel
    • het urologisch stelsel
    • vochtbalans & zuurbase evenwicht
    • reproductie
  • farmacologie
  • omschrijving farmacologie, parafarmacie en galenica
  • Vaktermen (monopreparaat, combinatiepreparaat, posologie, bijwerkingen, contra-indicaties…)
  • Behandelingswijzen (causale, substitutie, preventieve, palliatieve…)
  • Soorten therapieën
  • bcfi (boekje, online) en de bijsluiter
  • Soorten vormen (oraal en niet oraal) 
  • Farmacokinetiek en farmacodynamiek 
  • verschillende therapeutische klassen
  • voorzorgen, bijwerkingen en/of contra-indicaties bij de verschillende geneesmiddelen(klassen)

Studiematerialen (tekst): Verplicht

 Cursus

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Anatomie en fysiologie, een inleiding. Frederic H. Martini & Edwin F. Bartolomew. Pearson Education. 4de editie 2008. ISBN-13: 978 90430 13895 1.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges10,00 uren
Werktijd buiten de contacturen90,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Kennistoets100,00Het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.4: Anatomie, fysiologie en farmacologie wordt beoordeeld als één geheel maar wordt geëxamineerd in twee schriftelijke examens.
Twee schriftelijke examens worden op twee verschillende momenten van eenzelfde examenperiode afgenomen.
Het examen bestaat uit kennisvragen en casusvragen
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets100,00Het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.4: Anatomie, fysiologie en farmacologie wordt beoordeeld als één geheel maar wordt geëxamineerd in twee schriftelijke examens.
Twee schriftelijke examens worden op twee verschillende momenten van eenzelfde examenperiode afgenomen.
Het examen bestaat uit kennisvragen en casusvragen.

Toetsing (tekst)

Het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.4: Anatomie en fysiologie en farmacologie wordt beoordeeld als één geheel maar wordt geëxamineerd in twee schriftelijke examens. Twee schriftelijke examens worden op twee verschillende momenten van eenzelfde examenperiode afgenomen. Het examen bestaat uit kennisvragen en casusvragen.