Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Klinisch Onderwijs 1: Domeinstage 130911/1622/1819/1/26
Studiegids

Klinisch Onderwijs 1: Domeinstage 1

30911/1622/1819/1/26
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex), trajectschijf 2
  • Bachelor in de verpleegkunde: werkstudenten (afbouw)
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ) als Klinisch Onderwijs 1: Domeinstage 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Lambrechts Wim
Andere co-titularis(sen): Bolders Ann, Bonnez Yannic, Cardinas Robby, Dehaes Shana, Hereygers Nicky, Janssens Inge, Matthyssen Benedicte, Present Evy, Soogen Peter, Spinnoy Karine, Van Assche Tom, Vanceulebroeck Valérie, Van den Broeck Nadine, Van Den Heuvel Anneleen, Vanden Panhuyzen Rina, Van der Linden Eva, Vandewalle Heidi, Van Gerwen Ellen, Van Hoof An, Vansteenbeeck Eva, Van Tiggel Marie-Rose, Verlinde Joeri, Verwimp Tom, Wachters Patricia, Wildiers Anja, Wyckaert Marleen
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (Volledig academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 252,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Voor dit OLOD zijn geen specifieke begincompetenties vereist. Enkel dient de student geslaagd te zijn (d.w.z. het label behaald) voor de hygiënische zorgverlening om toegelaten te worden op stage.

OLR-Leerdoelen (lijst)

De student kan de impact van het ziek zijn op de verdere levensloop van de zorgvrager en zijn omgeving beschrijven. (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan het belang van ethisch en juridisch handelen verantwoorden. (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan de houding van de zorgvrager beschrijven bij mogelijke oplossingen voor probleemsituaties. (2.1.B.1) (niveau 1)
De student kan de invloed van het ziekte-inzicht van de zorgvrager op de zorgsituatie observeren. De student kan deze invloed ook verwoorden. (2.1.B.1) (niveau 1)
De student kan de verschillen in levenswijze bij de zorgvrager en zijn omgeving herkennen. De student kan de verschillende noden en behoeften beschrijven. (2.1.A.1) (niveau 1)
De student kan methodisch plannen herkennen. (2.1.A.2) (niveau 1)
De student kan mogelijkheden/moeilijkheden van de zorgvrager m.b.t. de zorgsituatie beschrijven, rekening houdend met de principes van een professioneel taalgebruik. (2.1.B.1) (niveau 1)
De student kan noden en behoeften van de zorgvrager en zijn omgeving identificeren. (2.1.A.1) (niveau 1)
De student kan een zorgsituatie beschrijven. De student kan aanduiden welke zaken hij als positief of negatief evalueert. (3.2.A.3) (niveau 1)
De student kan onder leiding deelnemen aan het regisseren van de zorgsituatie. (3.2.B.2) (niveau 1)
De student kan de taken en de verantwoordelijkheden van het verpleegkundig team t.a.v. andere hulpverleners herkennen. (3.3.A.2) (niveau 1)
De student kan het belang van feedback onderkennen. De student kan openstaan voor feedback. (3.3.A.3) (niveau 1)
De student kan het eigen beroepsprofiel benoemen.(3.3.A.2) (niveau 1)
De student kan verwoorden dat er verschillende stijlen zijn in een leerproces.(3.3.A.3) (niveau 1)
De student kan het systematische zorgplan voor de zorgvrager beschrijven. (1.3.B.3) (niveau 1)
De student kan de relevante wetgeving benoemen. (2.3.B.3) (niveau 1)
De student kan de theorieën van sociale en communicatieve vaardigheden herkennen. (2.3.B.1) (niveau 1)
De student kan de verpleegkundige handelingen kopiëren. (2.3.A.2) (niveau 1)
De student kan het materiaal selecteren voor de uitvoer van een zorgsituatie. (2.3.A.2) (niveau 1)
De student kan de invloed van de gebruikte middelen op de zorgvrager en zijn omgeving beschrijven. (2.3.A.2) (niveau 1)
De student kan culturele aspecten bij zichzelf en de zorgvrager herkennen. De student benoemt hun invloed op de zorgsituatie. (1.4.B.3) (niveau 1)
De student kan de zorgsituatie rapporteren aan de verantwoordelijke verpleegkundige. (1.6.B.2) (niveau 1)
De student kan onderkennen dat gedrag een invloed heeft op gezondheid. (2.4.A.1) (niveau 1)
De student kan relevante informatie hanteren (eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving en eigenschappen van de zorgvrager) voor de opbouw van een zorgsituatie. (1.3.A.1) (niveau 1)
De student kan zelfregulering en interpersoonlijke vaardigheden. (1.1.A.1) (niveau 1)
De student kan de beroepspecifieke bevoegdheden toepassen op de samenwerking in een intra-professioneel team. (3.3.B.2) (niveau 1)

Leerinhoud

Student past de aangereikte kennis en vaardigheden vanuit de overige leerlijnen toe in de beroepspraktijk. In het eerste modeltraject wordt hiertoe de aanzet gegeven, waarbij de nadruk wordt gelegd op het kennismaken met de beroepspraktijk. Hierbij dient student het volgende te bewijzen:
* Bewijzen van "veiligheidsbewust zijn".
* Bewijzen van "empathisch zijn".
* Bewijzen van "respectvol zijn".
* Bewijzen van "kritisch ingesteld zijn".
* Bewijzen van "contactbereid zijn".
* Bewijzen van "accuraat zijn".

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Stagereglement van de opleiding

Digitale leeromgeving

Syllabi met betrekking tot overige OLOD’s in hetzelfde modeltraject

Zakboek Verpleegkundige Diagnosen. Carpenito, L. J, 2017. Groningen: Wolters-Noordhoff. ISBN-nr: 978-90-018-8675-2

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges2,00 uren
Werkplekleren en/of stage225,00 uren
Werktijd buiten de contacturen25,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage70,00Stage
AcademiejaarStage22,00Stageopdracht
AcademiejaarStage8,00Stageadministratie of stageboek

Toetsing (tekst)

Permanente evaluatie zonder examen. Om te slagen dient de student 10/20 te behalen voor het opleidingsonderdeel stage. Voor verdere richtlijnen aangaande evaluatie, zie "generiek stagereglement". Geen tweede examenperiode mogelijk, tenzij beschreven in het "generiek stagereglement".

De procedure “Medische opvolging bij practicum en stage” zoals raadpleegbaar op de digitale leeromgeving moet worden nageleefd. De student neemt kennis van de procedure “Medische opvolging bij practicum en stage” zoals raadpleegbaar op het digitaal leerplatform en verbindt zich er toe deze procedure na te leven. Indien de student zijn eerste afspraak met betrekking tot het arbeidsgeneeskundig onderzoek niet nakomt, zal dit gesanctioneerd worden met een vermindering van één punt op de totaalscore van het desbetreffende opleidingsonderdeel (klinisch onderwijs 1, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3, 4.1).

Kennis van het generiek stagereglement: voor de aanvang van de eerste officieel geplande stageweek dient elke stagiair het stagereglement door te nemen (beschikbaar op de digitale leeromgeving) en de inhoud te kennen. Het stagereglement is een praktische handleiding bij het stagegebeuren en een document om de stagiair bewust te maken van hun verantwoordelijkheid voor het eigen (stage)leerproces.

Raadplegen van de digitale leeromgeving: op de digitale leeromgeving is informatie te vinden over de stageplaatsen. Er wordt van de stagiair verwacht dat de beschikbare informatie van de toegekende stageplaats gekend is nog voor aanvang van de stageperiode. Al de formulieren die nodig zijn voor het maken van het stageboek en stage-opdrachten zijn daar terug te vinden.

De stagiair stuurt (via AP e-mail voor 17u) zijn stagedoelstellingen én FGB én vaccinatiekaart ten laatste maandag voor aanvang van de stageperiode naar de betrokken stagebegeleider. Het niet tijdig contact opnemen resulteert in een score van 0/8 voor het luik administratie van de betreffende stage. Mails betreffende het maken van een afspraak dienen te worden verstuurd op werkdagen voor 17u.

Aangezien in het opleidingsonderdeel stage voor de opleiding essentiële eindcompetenties worden getoetst, is het noodzakelijk dat de student alle stage-uren effectief presteert. Om de eindcompetenties te kunnen beoordelen moet het stagedossier voor de door de opleiding voorziene deadline worden ingediend en beoordeeld. Het niet volledig presteren van de stage-uren of het niet tijdig indienen van een stagedossier kunnen leiden tot een score van 0/20 op het totale opleidingsonderdeel.

Het stagedossier (stageboek + stage-opdracht) wordt geüpload via de digitale leeromgeving de eerste arbeidsdag na het beëindigen van de stageperiode voor middernacht. Enkel omwille van een geldige reden kan hiervan, in samenspraak met de betrokken stagebegeleider en de stagecoördinator, afgeweken worden. Dit wordt schriftelijk gemotiveerd door de stagiair en schriftelijk bevestigd door de betrokken stagebegeleider.

Indien het volledige stagedossier (stageboek + stage-opdracht) de eerste arbeidsdag (na het beëindigen van de stageperiode) niet wordt ingediend, is het stagedossier laattijdig ingediend. Het laattijdig indienen (d.w.z. na de eerste werkdag na het beëindigen van de stageperiode, maar binnen de 5 werkdagen na het beëindigen van de stageperiode) van het stagedossier resulteert in een score van 0/8 voor het luik administratie van de betreffende stage en een halvering van de behaalde punten op de stageopdracht.

Het stagedossier wordt als twee aparte documenten (stageboek én stage-opdracht) geüpload via de digitale leeromgeving. Het stageboek moet onder de vorm van een .pdf bestand geüpload worden binnen de daartoe bestemde ruimte op de digitale leeromgeving. De stage-opdracht moet onder de vorm van een .doc bestand geüpload worden binnen de daartoe bestemde ruimte op de digitale leeromgeving. Het per AP-mail doorsturen van het stagedossier naar de stagebegeleider OF slechts een gedeelte van het stagedossier uploaden op de digitale leeromgeving zorgt ervoor dat het stagedossier ook als laattijdig behandeld wordt.

Na 5 werkdagen (na het beëindigen van de stageperiode) wordt het stagedossier (stageboek + stage-opdracht) als niet ingediend beschouwd. Door het niet indienen van het stagedossier binnen de 5 werkdagen (na het beëindigen van de stageperiode) wordt deze stageperiode als onvolledig uitgevoerd beschouwd. Het stagedossier bevat namelijk alle noodzakelijke informatie om de competenties op stage te kunnen beoordelen. Het geeft aanleiding tot een 0 voor die betrokken stageperiode (0 op stage, op stageboek én voor de stage-opdracht). Enkel omwille van een geldige reden kan hiervan, in samenspraak met de betrokken stagebegeleider, afgeweken worden. Dit wordt schriftelijk gemotiveerd door de stagiair en schriftelijk bevestigd door de betrokken stagebegeleider.

Het is de verantwoordelijkheid van de stagiair om een afspraak te maken om zijn voortgangsverslag en feedback op het stagedossier af te halen. Deze afspraak dient gemaakt te worden, ten laatste 10 werkdagen na het beëindigen van de stageperiode. Geen aanstalten maken tot het maken van een afspraak (via AP-mail) voor het afhalen van het voortgangsverslag en de feedback op het stagedossier na de vastgestelde 10 werkdagen resulteert in een score van 0/8 op het luik stageadministratie van de betreffende stage. De aanwezigheid van het voortgangsverslag in het stageboek is een voorwaarde om de volgende stage te kunnen aanvatten.

Elke ongewettigde afwezigheid op stage kan leiden tot een score van 0/20 op het totale opleidingsonderdeel, conform de regels die hieromtrent zijn vastgelegd in de ECTS-fiche van het betreffende opleidingsonderdeel.

Voor het beroep van verpleegkundige (ook voor studenten!) geldt het beroepsgeheim zoals beschreven in de cursus van het opleidingsonderdeel Theoretische Achtergrond van het Beroep 1.2 & Beleidswetenschappen 1. Het beroepsgeheim geldt gedurende alle stages en blijft altijd gelden, ook wanneer de vertrouwensrelatie beëindigd is of als de stage afgelopen is.

Studenten mogen binnen dit opleidingsonderdeel geen vaardigheden uitvoeren van "Professionele Vaardigheden 2 of 3". Wanneer de stagiair een techniek uitvoert op stage die hij/zij nog niet geleerd heeft OF waarvoor hij/zij nog geen label behaald heeft of niet geslaagd is, kan de stagiair maximaal 9 op 20 behalen voor deze stageperiode én scoort de stagiair een ‘0’ op volgende competenties:
• Zelfreflectie
• Kwaliteit van het werk
• Veiligheid
• Zelfvertrouwen
• Opnemen verantwoordelijkheid

Een uitzondering hierop is de techniek van babybadje.