VERMOGENBILAN:
De studenten moeten een oplijsting kunnen maken van de elektrische installatie met vermogen en gebruiksfactor en op basis van deze lijst bepalen wat de te verwachte belasting op de trafo en op het reactief vermogen is.
De studenten moeten nadenken over noodbronnen, UPS, ...
HOOGSPANNING:
De studenten moeten een HS schema van een bestaande installatie kunnen lezen en op basis van dit schema beslissen of de HS installatie voldoet aan de voorziene uitbreiding.
Het is NIET de bedoeling dat een nieuwe HS installatie wordt ontworpen.
NETSYSTEEM:
De studenten praktisch laten zien wat een TN netsysteem is om zo een bestaand netsysteem te leren herkennen
De studenten praktisch (a.d.h.v. software) laten zien wat de impact is van hun keuze.
De studenten wijzen op het belang van de opbouw van het aardingssysteem (en wijzen op de ernstige gevolgen van het niet naleven van de regels van goed vakmanschap).
De studenten moeten op basis van deze kennis in het labo zelf een netsysteem kiezen.
POWERQUALITY:
De studenten moeten op basis van facturen (en of meetgegevens) een condensatorbatterij leren berekenen, kostprijs inschatten en de terugverdientijd berekenen.
KORTSLUITBEREKENINGEN:
De studenten moeten a.d.h.v. het softwarepakket een kortsluitberekening kunnen uitvoeren en zo de link leggen naar het materiaal dat dient toegepast te worden in De borden (opzoeken in catalogi)
De studenten moeten in staat zijn om van 3 opeenvolgende niveaus de selectiviteit van de installatie te berekenen (bekijken op grafieken) en deze te interpreteren.
KABELBEREKENINGEN:
De studenten moeten a.d.h.v. het softwarepakket een kabelberekening kunnen uitvoeren.
De studenten moet de impact van de instellingen op de kabelberekeningen erkennen en kunnen toepassen.
De studenten moet de impact van harmonischen op de nulleider kunnen erkennen en hiermee kunnen rekening houden, zowel in kabelberekening als in keuze van materialen.
De studenten moet de impact van zijn keuze leren inzien naar praktische haalbaarheid
VERLICHTING
De studenten moet in staat zijn om een eenvoudig lokaal te berekenen
De studenten moet een overzicht krijgen van het type materiaal dat er op de markt bestaat en hun toepassingsgebied.
De studenten moet leren werken met de bijhorende normen (bepalen van het juiste lichtniveau)
NOODVERLICHTING:
De studenten moet het onderscheid kennen tussen nood-, veiligheid-, werkplek- en antipaniekverlichting.
De studenten moet de norm kunnen toepassen in een praktische toepassing
LICHTSTURING
De studenten moet bij zijn ontwerp rekening houden met een voldoende lichtsturing (indien de toepassing dit vereist), zoals bewegingsdetectie, buitenlicht, kloksturing, ...
De nadruk ligt hier op eenvoudige (dagelijkse) sturing.
VERDEELBORDEN
De studenten moet de installatie die voorzien wordt, volledig kunnen uittekenen (gezien het eplan pakket gekend is), waarbij nu de nadruk wordt gelegd op het elektrisch ontwerp en de schema's
De studenten moeten een layout kunnen ontwerpen van een verdeelbord (op basis van bovenstaand schema) en dient de volledige materiaallijst op te stellen (keuze in materiaalmaken, prijsconsequentie, ...)
PERSLUCHT:
De studenten moeten een uitbreiding op de bestaande installatie kunnen berekenen en dimensioneren (t/m materiaalkeuze en componentkeuze).
De studenten moet wel een inzicht hebben (a.d.h.v. een reëel cijfervoorbeeld) wat de impact is van een persluchtverlies op de energierekening.
RE-ENGINEERING:
De studenten kunnen een bestaande combinatie van verbruiker, lagers, koppelingen, pompen en motoren herrekenen en herdimensioneren op basis van een gewijzigde bedrijfsomstandigheden (bvb een gewijzigd toerental van een ventilator -> impact op as, lagers, pomp, motor, ...)
De studenten moeten het passingsstelsel praktisch toepassen
De studenten moeten hun materiaalkeuze en componentenkeuze kunnen afstemmen op de bedrijfsomstandigheden (bvb gewijzigd medium in pH en viscositeit)
De studenten kunnen een pomp selecteren in functie van opgegeven bedrijfsomstandigheden.
De studenten kunnen een koppeling selecteren op basis van de opgegeven bedrijfsomstandigheden
De studenten moet van een bestaande situatie een schets kunnen maken op papier, die hij bij zijn ontwerp kan gebruiken.
INPLANTINGSPLAN - DOCUMENTEN:
De studenten moet in staat zijn om van de ontworpen installatie een inplantingsplan in 2D op te stellen met een voorstelling van de verbruikers, kringnummers, verdeelborden, machines, verlichting, noodverlichting, ...
De studenten kunnen bij het opstellen van het inplantingsplan rekening houden met de omgevingsvoorwaarden (stof, water, warmte, ...) en overige verbruikers (grote machines, buizen, ...)
De studenten moet van een aantal machineonderdelen een 3D tekening en detailtekeningen kunnen opstellen (met materiaalspecificaties)
De studenten moet in staat zijn om de technische specificaties van een prijsvraag op te stellen (geen administratieve bepalingen)
De studenten dient catalogi te gebruiken om materiaalkeuzes op te stellen.
De studenten houdt bij zijn materiaalkeuze hierbij rekening met de bedrijfsomstandigheden (vochtig, Eex, stof, warmte, ...)
De studenten moeten de inhoud van een As Built dossier kennen (zie documenten hierboven).
De studenten moeten weten hoe met een As Built dossier moet omgegaan worden (revisie, ...)
REG:
De studenten leren ontwerpen op basis van energievriendelijke en onderhoudsvriendelijke installaties, zowel bij machineonderdelen als installatieonderdelen
TCO (total cost of ownership):
De studenten kennen het begrip en kunnen dit toepassen op een aantal praktische ontwerpen (zie hierboven bvb condensatorbatterij)
VEILIGHEID:
De studenten moeten in staat zijn om een Risico analyse op te stellen en het ontwerp aan te passen in functie van deze analyse