Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding. Een goede beheersing van de Nederlandse taal.

De eindcompetenties liggen in het verlengde van de basiscompetenties zoals die door de Vlaamse regering zijn geformuleerd. De studenten zullen vooral de volgende basiscompetenties en attitudes ontwikkelen:

− Je kan overleggen en samenwerken met het schoolteam.
− Je kan je informeren over en discreet omgaan met gegevens van de leerlingen.
− Je kan administratieve taken correct uitvoeren.
− Je gebruikt Standaardnederlands en houdt rekening met spelling en zinsbouw.
− Je schrijft inhoudelijk uitgewerkte, goed beargumenteerde en vormelijk samenhangende teksten.
− Je bent besluitvaardig, sociaal, kritisch, leergierig, verantwoordelijk en flexibel.
− Je kan goed organiseren en samenwerken.

− Je kan de opdracht verzorgd, gestructureerd en volledig uitvoeren.
− Je kan een degelijk en compleet portfolio maken.
− Je kan de opdracht omkaderen en toelichten. De opdrachten uit de tweede categorie bestaan uit een onderzoeksvraag (Wat wil je te weten komen?), de antwoorden (Wat ben je te weten gekomen?) en een besluit (Hoe staan de antwoorden met elkaar in verband?).
− Je kan een chronologisch en gestructureerd verslag maken van de opdracht. Je vervalt niet in verhalend schrijven en vermeldt alleen de belangrijke zaken, die je indien mogelijk documenteert met relevant beeldmateriaal.
− Je kan kritisch reflecteren over je ervaringen, onder meer door op zoek te gaan naar alternatieven (Hoe zo je dit aanpakken?). Je weet je visie duidelijk te formuleren.

De student leert dat leerkracht zijn niet alleen om lesgeven draait, maar ook om andere activiteiten en taken.
− De student kan, met eigen verslagen en attesten van de school, aantonen dat hij heeft deelgenomen aan activiteiten op schoolniveau (evaluatie, jury, project, uitstap, navorming, algemene vergadering, vakgroepvergadering, klassenraad, oudercontact, opendeurdag, opbouw of bezoek van een tentoonstelling georganiseerd door een school, enzovoort).
− De student kan zich verdiepen in de schoolcontext door middel van een beknopt onderzoek (aanvangsbegeleiding, pedagogische projecten, taalbeleid, GOK-beleid, pestbeleid, leerlingvolgsystemen, leerlingbegeleiding of evaluatiemethoden van twee verschillende scholengemeenschappen, enzovoort.). De student houdt van al die activiteiten een portfolio bij en kan kritisch reflecteren over zijn ervaringen.

Aanvullende informatie op het digitaal leerplatform.

Wordt meegedeeld.