Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding. De Nederlandse taal voldoende beheersen.

De eindcompetenties liggen in het verlengde van de basiscompetenties zoals die door de Vlaamse regering zijn geformuleerd. De studenten zullen vooral de volgende basiscompetenties en attitudes ontwikkelen:
- De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen.
- De leraar als opvoeder.
- De leraar als inhoudelijk expert.
- De leraar als organisator.
- De leraar als innovator

– de leraar als onderzoeker.
De student kan:
- zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
- overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
- binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.
- de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.
- in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.
- Attitudes: beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit.

De student maakt kennis met de eigen aanpak, de specifieke doelgroep en de toepassingen van het leerplan.
De student leert ervaring opdoen in de kunstgerichte en niet-kunstgerichte opleidingen en praktijkvelden.
De student kan de eigen praktijk en visie verwoorden en verantwoorden.
De student kan de eerder geleerde theorie toepassen in de praktijk.
De student heeft inzicht in de doelgroep en kan zijn opdracht, begeleiding en werkwijze aanpassen aan de behoeften van de leergroep. De student kan felxibel inspelen op praktijksituaties.
De student kan de stageplaats situeren in het geheel van de organisatie van het onderwijs.
De student kan kritisch reflecteren over zijn eigen handelen en aanpassingen maken indien nodig.

De stage MG omvat minimaal 25 lesuren in de middelbare graad, bij voorkeur gespreid over kunstgerichte opleidingen (het DKO en het KSO) en niet-kunstgerichte opleidingen (plastische opvoeding; secundair onderwijs). Best dat je één school van het DKO of KSO zoekt en één school van het secundair onderwijs en dit binnen de zone 03 of andere zone in overleg.
Het (kunst)secundair onderwijs binnen de stad Antwerpen werkt met het stageregistratiesysteem ‘Mentorant’. Wij werken daar NIET mee. Informeer bij de lector praktijkoefeningen naar de scholen die niet met dit systeem werken. Buiten de stad Antwerpen werken ze niet met dit systeem en heb je meer kans op een stageplaats.
De keuze van de stageplaats wordt in overleg met de lector praktijkoefeningen gemaakt. Je neemt zelf contact op met de stageschool en je bespreekt samen met de vakmentor de stagedata.
Ten laatste op 15 november liggen de stageplaatsen vast. De stage moet binnen het tweede semester voltooid zijn. 
De stage omvat telkens minimaal één lesuur observatie, één lesuur participatie en lessen begeleide activiteit. 

Aanvullende informatie op het digitaal leerplatform.