Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
TAB 3.2 Gespecialiseerde verpleegkundige zorgverlening28417/1623/1819/1/01
Studiegids

TAB 3.2 Gespecialiseerde verpleegkundige zorgverlening

28417/1623/1819/1/01
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ), trajectschijf 3
  • Bachelor in de verpleegkunde (in afbouw)
    Keuzeoptie:
    • keuzetraject geriatrische verpleegkunde
    • keuzetraject ziekenhuisverpleegkunde
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex) als TAB 3.2 Gespecialiseerde verpleegkundige zorgverlening
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Vanden Panhuyzen Rina
Andere co-titularis(sen): Lambrechts Wim, Van der Linden Eva, Van Mechelen Ann, Wildiers Anja
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 75,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Opbouwen - 1. Verzamelen van relevante informatie (eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving en eigenschappen van de zorgvrager)
De student kan het verloop van het ALS-protocol (Advanced Life Support) (algoritme) en de reversibele oorzaken beschrijven. (2.3.A.1) (niveau 3)
2. Realiseren - 1. Handelen in functie van de noden en behoeften van de zorgvrager (cfr. referentiekader) en rekening houden met hun persoonlijke zingeving.
De student kan aan de hand van de basisinstellingen het tidal volume, minuut volume berekenen, de verschillende beademingsmodi, de basisinstellingen en de indicaties tot beademing benoemen en verklaren. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de aandachtspunten benoemen bij medicatiebereidingen / medicatietoediening specifiek in het ziekenhuis onder andere chemotherapie en TPN. (2.3.A.1) (niveau 3)   
De student kan de begrippen tidal volume, vitale capaciteit, inspiratoire, expiratoire en totale longcapaciteit omschrijven, interpreteren en weergeven in een schema. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de GCS (Glasgow comaschaal) interpreteren. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de ingrepen en complicaties na een longinterventie, traumata van de longen en indicaties voor het plaatsen van een thoraxdrainage omschrijven. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de logistieke medicatiebedeling in een ziekenhuis beschrijven en aangeven hoe fouten in deze bedeling voorkomen kunnen worden. (2.2.A.1) (niveau 3).
De student kan de noodzaak voor het plaatsen van arteriële katheter, centraal veneuze katheter, SW-ganz, PICCO-katheter en ventrikeldrain met ICP-meting verklaren.(2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de normaalwaarden van de metingen per katheter opsommen. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan de plaats, indicaties, contra-indicaties en complicaties van puncties en endoscopieën omschrijven. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan een arterieel bloedgas interpreteren. (1.7.A.1) (niveau 3)
De student kan herkennen hoe geneesmiddelen met elkaar in interactie kunnen gaan. (1,3.A.1) niveau 3)
De student kan herkennen hoe medicatiefouten gebeuren en kan aangeven hoe medicatieveiligheid verhoogd kan worden. (2.3.A.1) (niveau 3)
De student kan het principe van defibrilleren, de indicaties en de essentiële verschillen tussen synchroon en asynchroon beschrijven. (2.2.A.1) (niveau 3)
De student kan het principe van een pacemaker, de indicaties en de mogelijke complicaties ervan omschrijven. (2.2.A.1) (niveau 3)
2. Realiseren - 3. Handelen vanuit relevante informatie ( 8 basisprincipes, eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de uitvoering van de zorgsituatie.
De student kan aan de hand van de basisinstellingen tidal volume en minuut volume berekenen.
De student kan aangeven welke materialen en toebehoren er aanwezig dienen te zijn op een intensieve zorgen afdeling.
De student kan de begrippen tidal volume, vitale capaciteit, inspiratoire, expiratoire en totale longcapaciteit omschrijven, interpreteren en weergeven in een schema.
De student kan de GCS (Glasgow comaschaal) interpreteren.
De student kan de ingrepen en complicaties na een longinterventie, traumata van de longen en indicaties voor het plaatsen van een thoraxdrainage omschrijven.
De student kan de noodzaak voor het plaatsen van arteriële katheter, centraal veneuze katheter, SW-ganz, PICCO-katheter en ventrikeldrain met ICP-meting verklaren.
De student kan de normaalwaarden van de metingen per katheter opsommen.
De student kan de plaats, indicaties, contra-indicaties en complicaties van puncties en endoscopieën omschrijven.
De student kan een arterieel bloedgas interpreteren.
De student kan een pacemaker, de indicaties en de mogelijke complicaties ervan omschrijven.
De student kan het principe van defibrilleren, de indicaties en de essentiële verschillen tussen synchroon en asynchroon beschrijven.
De student kan het verloop van het ALS-protocol (Advanced Life Support) (algoritme) en de reversibele oorzaken beschrijven.
De student kan in een concrete casus de symptomen van urgente pathologieën herkennen en aangeven welke medicaties toegediend kunnen worden.
De student kan indicaties die leiden tot beademing beschrijven.
De student kan schokbare en niet-schokbare ritmes van elkaar onderscheiden.
De student kan verschillende beademingsmodi en de basisinstellingen benoemen en verklaren.

Leerinhoud

In dit Olod komen volgende onderwerpen aan de orde:
- Basisprincipes machinale beademing
- Drukmeting (essentiële gegevens hemodynamische monitoring/transducers/ bloedname via arteriële leiding)
- Essentiële gegevens bij pacemaker en defibrilleren
- Essentiële gegevens bij bloedwaarden/bloedgaswaarden
- Medicaties bij urgenties
- Advanced Life Support (A.L.S.)
- Gespecialiseerde onderzoeken (Puncties, endoscopieën en onderwaterdrainage)
- Logistieke medicatiebedeling in een ziekenhuis
- Medicatiefouten
- Geneesmiddelen interactie
- Medicatieveiligheid
- Aandachtspunten bij medicatiebereidingen / medicatietoediening specifiek in het ziekenhuis onder andere chemotherapie en TPN

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursus en PPP

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges26,00 uren
Werktijd buiten de contacturen49,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Kennistoets100,00digitaal examen: kennis-, meerkeuze- + casusvragen
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets100,00digitaal examen: kennis- meerkeuze- + casusvragen

Toetsing (tekst)

Digitaal examen: het examen bestaat uit kennis-, meerkeuze- en casusvragen. Per foutief antwoord op de examenvragen, verliest de student een -0.5 punt.