Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Beroepsspecifieke theorie en praktijk 510571/1600/1819/1/36
Studiegids

Beroepsspecifieke theorie en praktijk 5

10571/1600/1819/1/36
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de vroedkunde, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 8 studiepunten
Titularis: Gooris Giovanna
Andere co-titularis(sen): Bernaerts An, Brouns Miek, Driessen Els, Faes Ellen, Jacobs Lies, Jochems Lisbeth, N.N., Rimaux Sophie, Van de Broek Hilde, Vanden Bergh Leen, Van Doninck Caroline, Verheyen Veerle, Wildiers Anja
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 205,00 uren
Totale kostprijs onderwijsactiviteiten: € 18,00

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit opleidingsonderdeel dient de student de volgende opleidingsonderdelen te hebben afgerond:
Basistheorie en-praktijk 3
Basistheorie en-praktijk 4
Beroepsspecifieke theorie en praktijk 3
Beroepsspecifieke theorie en praktijk 4

Eindcompetenties (tekst)

In het DLR van de opleiding Vroedkunde zijn de 11 leerresultaten afgezet tegen de Dublin-descriptoren voor de bachelor opleiding. De opleiding Vroedkunde baseert zich in de uitwerking van het programma op 8 kerncompetenties onderverdeeld in deelcompetenties (DC's) waarin vervolgens de benodigde attitudes, kennis en vaardigheden worden aangeduid. De 8 KC’s sluiten goed aan en zijn geconcordeerd t.o.v. de leerresultaten in het Vlaamse opleidingsprofiel dd. 2014. Alle elementen uit het kader zijn aantoonbaar terug te vinden in de 8 KC’s die de opleiding hanteert.

In dit opleidingsonderdeel werkt de student aan de ontwikkeling van de volgende eindcompetenties:

Algemene competenties:
stressbestendigheid,zelfkennis,empathie,geduld,geruststellend vermogen,betrouwbaarheid,eerlijkheid,flexibiliteit,objectiviteit,correctheid,respect,voorbeeldfunctie,assertiviteit,kordaatheid,zelfzekerheid,besluitvaardigheid,beslissingsvermogen,zelfstandig handelen,creativiteit,resultaatgerichtheid,effectiviteit,accuraatheid,efficiëntie,duidelijkheid,organisatievermogen,initiatief nemen,samenwerkingszin,integratie in team,verantwoordelijkheidszin,veiligheidsbewustzijn,wetenschappelijke ingesteldheid,kritische ingesteldheid,reflectievermogen,leergierigheid,professioneel zelfbewustzijn
 
Beroepsgerichte competenties:
bewustzijn en inzicht in het effect van eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen op het beroepsmatig handelen; een empathische beroepshouding; voorwaarden scheppen, waaronder patiënten/cliënten hun integriteit kunnen handhaven en het recht op zelfbeschikking kunnen uitoefenen; zich een deskundig oordeel vormen, gekenmerkt door kennis, zorgvuldigheid, realisme en bescheidenheid; dit wil zeggen: de grenzen van de eigen medische competentie kennen; bereidheid tot toetsing en bijsturing van eigen gedrag met betrekking tot professionele en ethische normen

Beroepsspecifieke competenties:
  • Kerncompetentie 1: De vroedvrouw begeleidt en bewaakt autonoom en globaal de gezonde vrouwen en pasgeborenen vanaf de bevruchting, voor, tijdens en na de geboorte en bevordert de integratie van het gezin. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 1.2:evalueert elke situatie autonoom: bewaakt de normale zwangerschap, de normale baring en het normale postpartum en leidt zelfstandig de bevalling
    • Deelcompetentie 1.4:(onder)steunt de fysiologische evolutie van de zwangerschap, de geboorte en het postpartum
    • Deelcompetentie 1.5: stelt diagnosen op basis van haar professionele kennis, haar zintuiglijke bekwaamheid, haar analytisch vermogen en haar ervaring. Zij houdt rekening met de medisch-technische vereisten, anticipeert en reageert adequaat Deelcompetentie 1.7:handelt binnen haar bevoegdheid en stemt haar interventies af op de individuele behoeften van de ouders, het kind en de verloskundige situatie
    • Deelcompetentie 1.6: geeft bij het beslissen en handelen prioriteit aan: de gezondheid van moeder en kind; de socioculturele context van de vrouw en het gezin; gegevens m.b.t. de omgeving waar de baring zal plaats hebben; met respect voor de persoonlijkheid, de autonomie en de vrije keuze van de vrouw
    • Deelcompetentie 1.8: begeleidt de ouders en het gezin tijdens de kraamperiode, rekening houdend met de veranderde omgeving, en bevordert de relatie tussen moeder, kind, en vader
    • Deelcompetentie 1.10: is alert voor verwikkelingen en verwijst ten gepaste tijde door
    • Deelcompetentie 1.11:helpt de vrouw haar bekkenbodem te leren kennen en beheersen
    • Deelcompetentie 1.12: benut weldoordacht laboratoriumonderzoeken en functionele echografieën
  • Kerncompetentie 2: De vroedvrouw begeleidt in het verloskundig-medisch en neonatologisch-medisch domein de vrouw en het kind in verhoogd risico situaties, in samenwerking met en verwijzend naar gynaecologen, neonatologen en andere specialisten. Zij/hij voert in het domein van de reproductieve geneeskunde de haar/hem toevertrouwde medische handelingen uit en is actief betrokken bij de pré- en postnatale opvolging van moeder en kind. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 2.1: onderscheidt tijdig afwijkingen van het normale en onderkent pathologie
    • Deelcompetentie 2.2: doet een beroep op de betreffende artsen en informeert ze over de ernst van de situatie
    • Deelcompetentie 2.3: onderneemt de vereiste urgentiemaatregelen tot de arts overneemt
    • Deelcompetentie 2.4:neemt actief deel aan medische beslissingen en neemt gedelegeerde taken op zonder haar bevoegdheid te buiten te gaan
    • Deelcompetentie 2.5:is bevoegd en bekwaam om de verpleegkundige zorg te plannen en toe te dienen in de hoogrisico zorg voor moeder en pasgeborene
    • Deelcompetentie 2.6:is de verbindingspersoon naar de vrouw en het gezin, bepaalt prioriteiten en delegeert taken
    • Deelcompetentie 2.7:werkt in een multidisciplinair team met verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers
  • Kerncompetentie 3:De vroedvrouw situeert de vrouw in haar familiale en sociale context. Zij/hij herkent psychosociale crisissituaties. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 3.2: herkent de socioculturele eigenheden van de vrouw en haar gezin, respecteert ze en tracht tegemoet te komen aan hun noden
    • Deelcompetentie 3.3:schept vertrouwen, ook in moeilijke situaties, en is ter beschikking van de vrouw en haar gezin voor advies. Respecteert en ondersteunt de vrouw in het nemen van beslissingen
    • Deelcompetentie 3.4: overlegt, zo nodig, met een multidisciplinair team
  • Kerncompetentie 4:De vroedvrouw heeft een taak in de seksuele en relationele vorming van de jongeren. Zij/hij stimuleert en bevordert de gezondheid van de vrouw, de moeder, het kind en het gezin. Zij/hij informeert koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Zij/hij begeleidt koppels met vruchtbaarheidsproblemen tijdens de medische behandeling. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 4.3:helpt bij de voorbereiding op de geboorte, geeft adviezen in verband met voeding, babyvoeding, pelviperineale reëducatie en lichaamshouding en ontwikkelt inzichten in basisprincipes van gezond leven. En stelt preventieve maatregelen voor om aandoeningen bij moeder en pasgeborene te voorkomen
    • Deelcompetentie 4.7:geeft vrouwen en koppels raad bij vragen rond genetische counseling en prenatale diagnostiek en begeleidt en ondersteunt ze bij hun individuele beslissingen
    • Deelcompetentie 4.8: verstrekt informatie aan koppels met vruchtbaarheidsproblemen omtrent mogelijkheden en alternatieven binnen het domein van de reproductieve geneeskunde op medisch, psychosociaal en ethisch vlak
  • Kerncompetentie 5:De vroedvrouw neemt haar/zijn verantwoordelijkheid op voor de organisatie van haar/zijn werk(domein). Zij/hij werkt als actief lid samen in de hele structuur. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 5.1: houdt zich aan de juridische en ethische normen en regels betreffende de uitoefening van haar beroep
    • Deelcompetentie: 5.2: plant en coördineert haar eigen werk, rekening houdend met de structuur waarin ze functioneert
    • Deelcompetentie 5.3: vervult deze taken volgens economische en ecologische principes
    • Deelcompetentie 5.4: beschikt over de basiskennis om beheers- en beleidstaken op te nemen
    • Deelcompetentie 5.6:kent de organisatiestructuren, haar taken en bevoegdheden in de hoogrisico zorg voor moeder en kind
  • Kerncompetentie 6:De vroedvrouw neemt actief deel aan de bewaking en de bevordering van de kwaliteit van zorg en draagt bij tot de ontwikkeling ervan. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 6.2: wendt haar kennis en klinische ervaring aan om concrete situaties te herkennen
      motiveert de acties die ze onderneemt en evalueert de bekomen resultaten
      onderzoekt en evalueert de efficiëntie van haar handelen en attitude
    • Deelcompetentie 6.3:bepaalt haar eigen professionele identiteit en erkent de behoefte aan navorming
    • Deelcompetentie 6.4:herkent de belangen van haar beroep en informeert zich over de ontwikkeling van de professionele beleidsvisie
  • Kerncompetentie 7: De vroedvrouw streeft naar een op evidentie gebaseerde praktijkvoering vanuit een kritische reflectie op het eigen handelen. De vroedvrouw bezit leervaardigheden en attitudes die bijdragen tot levenslange professionalisering. (niveau 2)
    • Deelcompetentie 7.3: is in staat om het professioneel handelen wetenschappelijk te onderbouwen.
    • Deelcompetentie 7.4:is in staat het eigen handelen kritisch te beoordelen op de bijdrage tot effectiviteit en efficiëntie van de zorgverlening.
    • Deelcompetentie 7.6: gebruikt relevante resultaten uit wetenschappelijk onderzoek in haar risicoselectie, verloskundig beleid, advisering en voorlichting.
  • Kerncompetentie 8:De vroedvrouw coacht, als deel van een interdisciplinair team, studenten en collega’s om als professionele vroedvrouw in de gezondheidszorg te functioneren en op die manier een optimale perinatale zorgverlening te garanderen. (niveau 3)
    • Deelcompetentie 8.2: is het formeel aanspreekpunt en handelt als rolmodel

Leerdoelen

De leerdoelen staan beschreven in de cursus.

Leerinhoud

Binnen opleidingsonderdeel Beroepsspecifieke theorie en praktijk 5 onderscheiden we 2 duidelijke delen. Enerzijds verwerft de student via hoorcolleges theoretische kennis omtrent hoog-risico situaties in de verloskunde en neonatologie Tevens komen onderwerpen zoals (in)fertiliteit, echografie en bekkenbodemreëducatie aan bod. Zelfstandig denken en beleid bepalen wordt van de student verwacht. Deze vaardigheden worden aangeleerd tijdens de lessen casuïstiek. Anderzijds wordt de student handelingen bijgebracht in risicosituaties d.m.v. het vaardigheidsonderwijs. Algemeen gesteld ligt de focus binnen dit opleidingsonderdeel in deze fase van de opleiding op de hoog- risico verloskunde en wordt er binnen het opleidingsonderdeel getoetst op inzichts- en beleidsniveau.

Studiematerialen (lijst)

Beroepsspecifieke theorie en praktijk 5Verplicht
  • Auteur: (praktijk)lectoren bachelor in de vroedkunde
Groeien naar een competent beginnend beroepsbeoefenaarVerplicht€ 2,00
  • Auteur: Praktijklectoren bachelor in de vroedkunde
Startpakket Bachelor in de VroedkundeVerplicht€ 70,00
  • Auteur: Team bachelor in de vroedkunde
Coëlho: Zakwoordenboek der geneeskundeVerplicht€ 36,95
  • Auteur: A.A.F. Jochems, e.a.
Foetale bewaking en ST-analyseVerplicht€ 15,00
  • Auteur: Neoventa Medical AB
Handboek gynaecologieVerplicht€ 44,00
  • Auteur: Depypere, H.., Jacquemyn Y., De Sutter, P.
Interactieve scenario's in acute verloskundeVerplicht€ 39,90
  • Auteur: Peeters, D., Van Den Eeden, L.
Obstetrische interventiesVerplicht€ 99,95
  • Auteur: Dörr, P.J., Khouw, V., Jacquemyn, Y., e.a.
Procedureboek verloskunde: praktische richtlijnen bij verloskundige problemenVerplicht€ 35,00
  • Auteur: Jacquemyn, Y.
Verloskunde. Reeks: Vaardigheden in de geneeskundeVerplicht€ 21,51
  • Auteur: Essed, G., Pfaff, C., Roselaers, Y.C.M., Kruithof, M.
Borstvoeding natuurlijk eenvoudigAanbevolen€ 24,50
  • Auteur: Mohrbacher, N., Kendaal-Tackett,K.
Cardiotocografie principes en praktijkAanbevolen€ 20,00
  • Auteur: Y. Jacquemyn e.a.
Verloskunde en gynaecologie: casuïstiek uit de dagelijkse praktijkAanbevolen€ 48,95
  • Auteur: Bekkers, R., Land, J., Prins, M., van Roosmalen, J., Vierhout, M.
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Zie Studiematerialen (lijst)

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges80,00 uren
Practicum en/of oefeningen14,00 uren
Werktijd buiten de contacturen111,00 uren
  • Opmerking: Voor de (verplichte) deelname aan de dag van de aansprakelijkheid op 11.12.2018 te Artevelde Hogeschool in Gent, zal de student een factuur worden bezorgd door de boekhouding van AP voor een bedrag tussen de €13 en €18.

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Kennistoets65,00
Semester 1Projectopdracht permanent (Permanente evaluatie)10,00
Semester 1Vaardigheidstoets simulatie permanent (Permanente evaluatie)25,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets65,00
Tweede examenperiodeProjectopdracht10,00
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets simulatie25,00

Toetsing (tekst)

Vaardigheidstoets simulatie: stationsproeven(stoef-drills) (cfr. toelichting vaardigheidsonderwijs + draaiboeken op digitale leeromgeving)
Kennistoets: vertrekkende vanuit een aantal situatieschetsen zullen vragen gesteld worden vanuit de verschillende gedoceerde invalshoeken op de niveau's zoals aangegeven in de toetsmatrijs. 
Voor verdere informatie : zie toetsplan bachelor in de vroedkunde en de toetsmatrijs van Beroepsspecifieke theorie en praktijk 5 (cfr. digitale leeromgeving).

Als de student niet geslaagd is op het gehele opleidingsonderdeel, maar op één van de deelexamens (evaluatie activiteit/toetsvormen) een cijfer van 10 of meer op 20 behaalde, dan wordt dat punt mee overgenomen naar de tweede examenperiode van hetzelfde academiejaar. De student dient dus enkel de niet behaalde toetsvormen te herkansen.