Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Professionele vorming IIIb24513/1600/1819/1/25
Studiegids

Professionele vorming IIIb

24513/1600/1819/1/25
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de vroedkunde, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vanden Bergh Leen
Andere co-titularis(sen): Bernaerts An, Bernaerts Brigitte, Brouns Miek, De Bock Vanessa, Driessen Els, Gooris Giovanna, Meyvis Inge, N.N., Rimaux Sophie, Truyman Kim, Van den Branden Laura, Van Doninck Caroline, Van Vlierberghe Sarah, Verheyen Veerle
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (Volledig academiejaar) of 15.10.2018 (1ste semester) of 11.03.2019 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 450,00 uren

Volgtijdelijkheid

simultaan te volgen met Professionele vorming IIIa EN geslaagd voor Basistheorie en -praktijk 3 EN geslaagd voor Basistheorie en -praktijk 4 EN geslaagd voor Beroepsspecifieke theorie en praktijk 3 EN geslaagd voor Beroepsspecifieke theorie en praktijk 4 EN (geslaagd voor Professionele vorming II OF (geslaagd voor Professionele vorming 3 EN geslaagd voor Professionele vorming 4)).

Begincompetenties (tekst)


Voorafgaand aan dit opleidingsonderdeel dient de student de volgende opleidingsonderdelen te hebben afgerond:
Basistheorie en -praktijk 3
Basistheorie en -praktijk 4
Beroepsspecifieke theorie en praktijk 3
Beroepsspecifieke theorie en praktijk 4
Professionele Vorming II

Eindcompetenties (tekst)

In het DLR van de opleiding Vroedkunde zijn de 11 leerresultaten afgezet tegen de Dublin-descriptoren voor de bachelor opleiding. De opleiding Vroedkunde baseert zich in de uitwerking van het programma op 8 kerncompetenties onderverdeeld in deelcompetenties (DC's) waarin vervolgens de benodigde attitudes, kennis en vaardigheden worden aangeduid. De 8 KC’s sluiten goed aan en zijn geconcordeerd t.o.v. de leerresultaten in het Vlaamse opleidingsprofiel dd. 2014. Alle elementen uit het kader zijn aantoonbaar terug te vinden in de 8 KC’s die de opleiding hanteert.

In dit opleidingsonderdeel werkt de student aan de ontwikkeling van de volgende eindcompetenties:

Algemene competenties:
Doorzettingsvermogen, stressbestendigheid, zelfkennis, contactbereidheid, empathie, geduld, geruststellend, vermogen, motiverend vermogen, betrouwbaarheid, eerlijkheid, openheid, relativeringsvermogen, flexibiliteit, integriteit, loyaliteit, objectiviteit, correctheid, respect, tolerantie, voorbeeldfunctie, assertiviteit, kordaatheid, zelfzekerheid, besluitvaardigheid, beslissingsvermogen, zelfstandig handelen, creativiteit, resultaatgerichtheid, effectiviteit, accuraatheid, efficiëntie, duidelijkheid, organisatievermogen, initiatief nemen, milieubewustzijn, samenwerkingszin, integratie in team, verantwoordelijkheidszin, veiligheidsbewustzijn, wetenschappelijke ingesteldheid, kritische ingesteldheid, reflectievermogen, leergierigheid, professioneel zelfbewustzijn

Beroepsgerichte competenties:
bewustzijn en inzicht in het effect van eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen op het beroepsmatig handelen; een empathische beroepshouding; voorwaarden scheppen, waaronder patiënten/cliënten hun integriteit kunnen handhaven en het recht op zelfbeschikking kunnen uitoefenen; zich een deskundig oordeel vormen, gekenmerkt door kennis, zorgvuldigheid, realisme en bescheidenheid; dit wil zeggen: de grenzen van de eigen medische competentie kennen; bereidheid tot toetsing en bijsturing van eigen gedrag met betrekking tot professionele en ethische normen

Beroepsspecifieke competenties:
  • Kerncompetentie 1: De vroedvrouw begeleidt en bewaakt autonoom en globaal de gezonde vrouwen en pasgeborenen vanaf de bevruchting, voor, tijdens en na de geboorte en bevordert de integratie van het gezin.
  • Kerncompetentie 2: De vroedvrouw begeleidt in het verloskundig-medisch en neonatologisch-medisch domein de vrouw en het kind in verhoogd risico situaties, in samenwerking met en verwijzend naar gynaecologen, neonatologen en andere specialisten. Zij/hij voert in het domein van de reproductieve geneeskunde de haar/hem toevertrouwde medische handelingen uit en is actief betrokken bij de pré- en postnatale opvolging van moeder en kind.
  • Kerncompetentie 3: De vroedvrouw situeert de vrouw in haar familiale en sociale context. Zij/hij herkent psychosociale crisissituaties.
  • Kerncompetentie 4: De vroedvrouw heeft een taak in de seksuele en relationele vorming van de jongeren. Zij/hij stimuleert en bevordert de gezondheid van de vrouw, de moeder, het kind en het gezin. Zij/hij informeert koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Zij/hij begeleidt koppels met vruchtbaarheidsproblemen tijdens de medische behandeling.
  • Kerncompetentie 5: De vroedvrouw neemt haar/zijn verantwoordelijkheid op voor de organisatie van haar/zijn werk(domein). Zij/hij werkt als actief lid samen in de hele structuur.
  • Kerncompetentie 6: De vroedvrouw neemt actief deel aan de bewaking en de bevordering van de kwaliteit van zorg en draagt bij tot de ontwikkeling ervan.
  • Kerncompetentie 7: De vroedvrouw streeft naar een op evidentie gebaseerde praktijkvoering vanuit een kritische reflectie op het eigen handelen. Zij/hij bezit leervaardigheden en attitudes die bijdragen tot levenslange professionalisering.
  • Kerncompetentie 8: De vroedvrouw coacht, als deel van een interdisciplinair team, studenten en collega’s om als professionele vroedvrouw in de gezondheidszorg te functioneren en op die manier een optimale perinatale zorgverlening te garanderen.

De student groeit tijdens dit opleidingsonderdeel gradueel in de vooropgestelde deelcompetenties weergegeven in de evaluatiebundels stage per discipline. Het verwachte niveau neemt toe gelijklopend met de groei op de competentiegroeikaart. Deze groei is vertaald in cijfermatige beslisbomen.
Zie evaluatiebundels stage materniteit/MIC (cfr. digitap)
Zie evaluatiebundels stage raadpleging (cfr. digitap)
Zie evaluatiebundels stage fertiliteit (cfr. digitap)
Zie evaluatiebundels stage verloskamer (cfr. digitap)
Zie evaluatiebundels stage extramurale zorg (cfr. digitap)
Zie evaluatiebundels stage neonatologie/NIC (cfr. digitap)

Leerdoelen

De leerdoelen staan beschreven in de cursus.

Leerinhoud

Professionele Vorming is een opleidingsonderdeel waar de competentiegroei van de student centraal staat. De student wordt door middel van persoonlijke en groepscoaching begeleid in zijn leertraject. In dit opleidingsonderdeel staat kritische reflectie op eigen leerproces centraal. Het digitaal portfolio, ontwikkelingsplan, kernkwadrant en levenslang leren zijn verschillende facetten die belicht worden. In de stages voert de student gedurende een bepaalde periode taken uit in een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de opgedane kennis en de verworven competenties vanuit de andere opleidingsonderdelen te integreren en te toetsten aan de realiteit en verder in te oefenen. Verschillende stagedisciplines komen in dit opleidingsonderdeel aan bod; zoals materniteit, verloskamer, neonatologie, MIC, raadpleging en fertiliteit. Studenten worden ook ingeschakeld in het geboortehuis Novo Vida.

Studiematerialen (lijst)

Professionele vorming IIIbVerplicht
  • Auteur: (praktijk)lectoren bachelor in de vroedkunde
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Studiematerialen (tekst): Verplicht

- Zie Studiematerialen (lijst)
- Stagereglement van de opleiding vroedkunde

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage450,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Stage100,00Binnen de stages worden al de leerresultaten vanuit het Vlaamse opleidingsprofiel geïntegreerd getoond en getoetst. Per geplande stage wordt er een stage-evaluatie opgemaakt. De stage-evaluatie is de synthese van de dagevaluaties van de stagementor(en), de reflecties van de student en de evaluaties van de stagebegeleider en omvat attitude, kennis en vaardigheden. De evaluatie gebeurt aan de hand van heldere evaluatiecriteria. De student vult hiertoe dagelijks een begeleidingsformulier in; de stagebegeleider/mentor vult aan indien nodig en focust daarbij op concreet waarneembaar gedrag. De student voert de data (in de vorm van xx.xx.xxxx) van de verkregen feedback in de evaluatiebundel, telkens per gedragsindicator, zodat hij zijn groeiproces kan visualiseren. Wanneer hij een gedragsindicator beheerst, plaatst hij – in samenspraak met de stagebegeleider van de school – een vinkje; alle vinkjes samen leveren een som op, die de eindscore van dat stageblok bepaalt. Positief aan dit systeem is dat studenten zelf op zoek gaan naar mogelijkheden om bepaalde zaken te kunnen aanvinken en zo het eigen leerproces in eigen handen nemen. Het 0-1-scoresysteem wordt ook hier gehanteerd. Aan de hand van beslisbomen (cfr. digitap), die voortvloeien uit de procentuele opbouw in de competentiegroeikaart, worden de bekomen resultaten per leerresultaat omgezet in een cijfer voor dat stageblok. De vooropgestelde uren (zoefen, stage en nova vida) dienen gepresteerd te worden wil de student in aanmerking komen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel aangezien essentiële eindcompetenties worden getoetst. Het niet volledig presteren van de stage-uren resulteert in een beoordeling van 0/20 op dit opleidingsonderdeel. Indien de student zich niet, cfr. de afspraken in het stappenplan, inplant en voorbereidt voor een stage voorbespreking, resulteert dit in een -2 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok. Het laattijdig indienen van de evaluatiebundel (zie inhoud in het stagereglement), resulteert in een -5 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok.
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,00Binnen de stages worden al de leerresultaten vanuit het Vlaamse opleidingsprofiel geïntegreerd getoond en getoetst. Per geplande stage wordt er een stage-evaluatie opgemaakt. De stage-evaluatie is de synthese van de dagevaluaties van de stagementor(en), de reflecties van de student en de evaluaties van de stagebegeleider en omvat attitude, kennis en vaardigheden. De evaluatie gebeurt aan de hand van heldere evaluatiecriteria. De student vult hiertoe dagelijks een begeleidingsformulier in; de stagebegeleider/mentor vult aan indien nodig en focust daarbij op concreet waarneembaar gedrag. De student voert de data (in de vorm van xx.xx.xxxx) van de verkregen feedback in de evaluatiebundel, telkens per gedragsindicator, zodat hij zijn groeiproces kan visualiseren. Wanneer hij een gedragsindicator beheerst, plaatst hij – in samenspraak met de stagebegeleider van de school – een vinkje; alle vinkjes samen leveren een som op, die de eindscore van dat stageblok bepaalt. Positief aan dit systeem is dat studenten zelf op zoek gaan naar mogelijkheden om bepaalde zaken te kunnen aanvinken en zo het eigen leerproces in eigen handen nemen. Het 0-1-scoresysteem wordt ook hier gehanteerd. Aan de hand van beslisbomen (cfr. digitap), die voortvloeien uit de procentuele opbouw in de competentiegroeikaart, worden de bekomen resultaten per leerresultaat omgezet in een cijfer voor dat stageblok. De vooropgestelde uren (zoefen, stage en nova vida) dienen gepresteerd te worden wil de student in aanmerking komen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel aangezien essentiële eindcompetenties worden getoetst. Het niet volledig presteren van de stage-uren resulteert in een beoordeling van 0/20 op dit opleidingsonderdeel. Indien de student zich niet, cfr. de afspraken in het stappenplan, inplant en voorbereidt voor een stage voorbespreking, resulteert dit in een -2 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok. Het laattijdig indienen van de evaluatiebundel (zie inhoud in het stagereglement), resulteert in een -5 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok.

Toetsing (tekst)

De toetsinhouden zijn telkens uitvoerig verduidelijkt op digitap onder het kopje 'Evaluatie'.

Het stagereglement is opgenomen in digitap. De inhoud van dit reglement is bindend. De procedure “Medische opvolging bij practicum en stage” zoals raadpleegbaar op digitap moet worden nageleefd.