Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Vakdidactiek woordkunst12077/1635/1819/1/70
Studiegids

Vakdidactiek woordkunst

12077/1635/1819/1/70
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Specifieke lerarenopleiding drama
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Mahieu Sabine
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2018 (Volledig academiejaar)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 180,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Met een academisch bachelorsdiploma drama, in het studiegebied muziek en podiumkunsten, kan men inschrijven voor de specifieke lerarenopleiding drama samen met de inschrijving voor de master. Het diploma van leraar kan pas behaald worden na het behalen van de mastergraad.

Eindcompetenties (tekst)

FG1 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen.
De student beschrijft de beginsituatie van een klasgroep.
FG1 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.
De student formuleert doelstellingen op de lesvoorbereiding van de opdracht microteaching.
FG1 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
De student kiest leerinhouden in zijn lesvoorbereiding microteaching.
FG1 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
De student bereidt microteaching voor.
FG1 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
De student zoekt en brengt voldoende variatie in jaarplan.
FG1 1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
De student verzint gepaste opdrachten WS.
FG1 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
De student geeft een les microteaching.
FG1 1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
De student reflecteert over zichzelf en anderen bij opdrachten en oefent in het geven van voedende feedback.
FG1 1.11 De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen. De student traint bij de microteachings in instructies geven.
FG1 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.
De student speelt in op de diversiteit van verschillende leergroepen adhv microteaching.

FG2 2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
De student reflecteert adhv casussen over attitude en uitnodigend klimaat.
FG2 2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen.
De student stimuleert de leerlingen tijdens microteaching tot zelfstandigheid, kritisch denken, mondigheid
FG2 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
De student stimuleert de leerlingen tijdens microteaching tot zelfstandigheid, kritisch denken, mondigheid.
FG2 2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
De student zoekt naar maatschappelijke linken binnen RS.
FG2 2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden.
De student beantwoordt vraagstellingen rond probleemsituaties.

FG3 3.1 De leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen.
De student maakt een verzamelmap met opdrachten.
FG3 3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
De student gebruikt zijn inzichten tijdens de microteachings
FG3 3.3 De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
De student wisselt eigen inzichten en ervaringen uit.

FG4 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
De student bereidt microteaching voor.
FG4 4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
De student bereidt microteaching voor
FG4 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
De student bespreekt praktijkvoorbeelden.

FG5 5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
De student prikkelt de medestudenten met ideeën, materiaal, invalshoeken.
FG5 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
De student evalueert eigen microteaching.

Leerdoelen

Zie 'Eindcompetenties (tekst)': de leerdoelen werden onmiddellijk gekoppeld aan de functionele gehelen of basiscompetenties van de leraar.

Leerinhoud

  • interpretatie en didactische visie
  • doelstellingen kiezen, formuleren, bijsturen…
  • leerinhouden kiezen, formuleren, bijsturen…
  • leerinhouden, lesstructuur + lesopbouw
  • didactische werkvormen
  • doelstellingen en leermiddelen: zoeken, samenstellen, structureren, formuleren, maken, aanpassen
  • methodieken, doelgroep, opstelling + inkleding van lesopdrachten
  • evaluatie en zelfevaluatie
  • microteaching
  • diversiteit en differentiëren
  • emoties & persoonlijkheid, sociale, pedagogische en artistieke context
  • methodieken, emoties & persoonlijkheid, sociale, pedagogische en artistieke context
  • methodieken, interactie
  • leerinhouden, rol van leerkracht, interactie
  • methodieken, aandacht voor emoties en persoonlijkheid
  • jaarplannen maken, oefeningen bedenken, geschikt tekstmateriaal verzamelen
  • verzamelmap, microteaching
  • verruimen en aanvullen vakoverzicht
  • lesvoorbereiding maken
  • methodieken, stimulerende omgeving
  • betrokkenheid, creativiteit, inventiviteit, bagage opbouwen en uitwisselen
  • zelfevaluatie

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursusmateriaal te verkrijgen via de docent.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges40,00 uren
Werktijd buiten de contacturen140,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarVaardigheidstoets hands off permanent (Permanente evaluatie)60,00
AcademiejaarVaardigheidstoets simulatie20,00
AcademiejaarVaardigheidstoets simulatie permanent (Permanente evaluatie)20,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets100,00

Toetsing (tekst)

20% Vaardigheidstoets simulatie permanent (P):
Evaluatiecriteria
:
1. stiptheid

2. Inzet :
- Uitvoeren van de opdrachten
- Efficiënt organiseren van een schooljaar
- Leergierigheid
- Bereidheid tot uitbreiden kennis // geprikkeld worden door aanbod en visie
- Bedenken van positief leerklimaat voor heterogene groep

3. Creativiteit:
- Vanuit je artisticiteit op zoek gaan naar creatieve werkvormen.
- Doelstellingen formuleren en trachten te bereiken vanuit je persoonlijke visie op dit vak, zodat je jaarplan een persoonlijke uitstraling heeft die leerlingen op hun beurt creatief aan het werk zet
- Trachten te vernieuwen (inhoud en vorm).

4. Betrokken zijn / er zin in hebben / denkt de student na over het vak -maturiteit/ervaring/ -artistieke ingesteldheid/openheid -noodzaak (waarom wil ik lesgeven?).

60% Vaardigheidstoets hands off permanent (P):
Specifieke opdrachten m.b.t. de vakken Voordracht (20%), Welsprekendheid (20%) en Repertoirestudie (20%).

20% Vaardigheidstoets simulatie (E):
Microteaching

Tweede examenkans (E):
100% Kennistoets

-----
Er is een minimum van 2/3 aanwezigheid vereist.

Bij minder dan 2/3 aanwezigheid in de lessen krijgt de student 0/20 voor de toetsvorm permanente evaluatie. Voor de toetsvorm permanente evaluatie is geen tweede examenkans mogelijk. Het cijfer voor de toetsvorm permanente evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgedragen naar de tweede examenperiode. Alleen voor toetsvormen niet permanent is een tweede examenkans mogelijk.

Voorwaarden gewettigde afwezigheid:
- Een afwezigheid gestaafd door een medisch attest
- Een vooraf aangevraagde afwezigheid, goedgekeurd door het opleidingshoofd.