Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Stage (LIO) (12 sp)28193/1633/1819/1/75
Studiegids

Stage (LIO) (12 sp)

28193/1633/1819/1/75
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Specifieke lerarenopleiding muziek
    Keuzepakket:
    • Compositie/Pedagogie: keuzestage
    • Directie: keuzestage
    • Instrument/Zang: keuzestage
    • Jazz/Lichte muziek: keuzestage
In andere opleidingen:
  • Specifieke lerarenopleiding dans als Stage (LIO) (12 sp)
  • Specifieke lerarenopleiding drama als Stage (LIO) (12 sp)
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 12 studiepunten
Titularis: Colman Lies
Andere co-titularis(sen): Aper Katrijn, Baert Peter, Billiet Jeroen, Caluwaerts Sanne, Cardoen Edwige, Duyck Ilse, Gooris Wout, Lafaille Ann, Malaise Jeroen, Sanen Jan, Susljic Zvezdana, Synnave Geert, Thys Peter, Vaerendonck Guy, Van Dyck Tom, Verhoyen Peter, Vinken Jan-Kris
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2018 (Volledig academiejaar) of 31.10.2018 (1ste semester) of 11.03.2019 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 360,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Onderwijsorganisatie (tekst)

Wie kiest voor het inservicetraject heeft een aanstelling in het onderwijs.
Men kiest voor een praktijkopleiding waar zelfstandig werken centraal staat. De student is zelf verantwoordelijk voor een (aantal) klas(sen)/groep/(en) en is werknemer van een school (Leraar in opleiding of LIO). De student wordt opgevolgd door de werkgever en de lerarenopleiding.  Docenten van de opleiding bezoeken de student tijdens de stage. Daarnaast worden er ook supervisiemomenten georganiseerd. Deelname hieraan is verplicht voor studenten ingeschreven voor stage LIO.
Het LIOtraject bestaat dus uit de volgende onderdelen:
 - taken verbonden aan de lesopdracht: lessen voorbereiden, lesgeven, (zelf)evaluatie planning
- taken als personeelslid binnen de schoolcultuur: vergaderingen, oudercontact, projecten, vakoverleg..
- deelname aan de supervisiemomenten ingericht door de opleiding.

Begincompetenties (tekst)

Competenties ingeoefend in Observatiestage, Didactiek van het artistiek leren en de respectievelijke vakdidactiek(en).

Eindcompetenties (tekst)

FG1 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
De student bereidt lessen voor en bewaakt de leerlijn van vakantie tot vakantie in het lesplan en de relatie tot het leerplan.
FG1 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
De student geeft lessen en baseert zich hiervoor op flexibele wijze op de lesplannen.
FG1 1.8 De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team. De student evalueert de leerlingen en communiceert hierover via een rapport (indien van toepassing.
FG1 1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
De student kan een examen organiseren en communiceren over organisatie en criteria.

FG2 2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.
FG2 2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.
FG2 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.
FG2 2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.
FG2 2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen
FG2 2.6 De leerkracht kan het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen.
De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.
FG2 2.7 De leerkracht kan strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige leerlingen. De student geeft lessen met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen.

FG3 3.1 De leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen.
De student kiest aangepaste leerinhouden (WAT).
FG3 3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
De student kiest aangepaste leerinhouden (WAT).
FG3 3.3 De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
De student kiest aangepaste leerinhouden (WAT).

FG4 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
De student beschrijft in de lesplannen HOE de lessen georganiseerd en gepland worden worden, past dit flexibel toe in de lessen en stuurt bij indien nodig.
FG4 4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
De student beschrijft in de lesplannen HOE de lessen georganiseerd en gepland worden worden, past dit flexibel toe in de lessen en stuurt bij indien nodig.
FG4 4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
De student geeft via de stagemap een overzicht van zijn activiteiten als LIO en van zijn reflecties over zijn onderwijskundig functioneren.
FG4 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
De student beschrijft in de lesplannen HOE de lessen georganiseerd en gepland worden worden, past dit flexibel toe in de lessen en stuurt bij indien nodig.

FG5 5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
De student beschrijft in de lesplannen HOE de lessen georganiseerd en gepland worden worden, past dit flexibel toe in de lessen en stuurt bij indien nodig.
FG5 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
De student neemt deel aan de supervisies en levert een bijdrage in het overleg over zijn/de onderwijspraktijk en het beroep van leraar in de kunsten.

FG7 7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
De student is een actieve participant binnen het schoolgebeuren.
FG7 7.3 De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.
De student neemt deel aan de supervisies en levert een bijdrage in het overleg over zijn/de onderwijspraktijk en het beroep van leraar in de kunsten.

FG11 11.1 Beslissingsvermogen
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.2 Relationele gerichtheid
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.3 Kritische ingesteldheid
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.4 Leergierigheid
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.5 Organisatievermogen
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.6 Zin voor samenwerking
De student gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.7 Verantwoordelijkheidszin
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.8 Flexibiliteit
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.9 Creatieve gerichtheid
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.10 Artistieke gerichtheid
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.
FG11 11.11 Gericht op levenslang leren
De student/leerkracht gedraagt zich als een verantwoordelijk, zelfstandig leraar met aandacht voor persoonlijk functioneren, relationele en communicatieve aspecten en attitude.



Leerdoelen

Zie 'Eindcompetenties": de leerdoelen werden onmiddellijk gekoppeld aan de functionele gehelen of basiscompetenties van de leraar.

Leerinhoud

Procedure
- De student heeft reeds een baan in het onderwijs of aanverwante.
- Er is een akkoord voor een liobaan met de werkgever.
- De student stelt de werkgever voor aan de opleiding.
- De opleiding stuurt hierop een liobaanovereenkomst aan de betrokken directies.
- De begeleiding en evaluatie van de student is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen opleiding en stageschool.
- In het kader van de evaluatie en begeleiding kunnen de formulieren van de opleiding worden gebruikt, doch de stageschool kan uiteraard ook gebruik maken van een eigen assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze evaluatie wordt bezorgd aan de opleiding door de stageschool na afronding van de stage en ten laatste 15 juni van het academiejaar waarin de stage heeft plaatsgevonden..
- Eind juni wordt een evaluatieoverleg gepland met vertegenwoordeigers van de stageschool en de opleiding.


Inhoud
A. taken verbonden aan de lesopdracht: lessen voorbereiden, (zelf)evaluatie, planning, e.d.
B. taken als personeelslid binnen de schoolcultuur: vergaderingen, oudercontact, projecten, vakoverleg e.d.
C. taak als student/personeelslid: reflectieverslag met betrekking tot het eigen functioneren in de LIObaan (1 verslag per stageplaats/werkgever)

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Te verkrijgen via het digitaal leerplatform en via het secretariaat van het KCA:
* Trotter SLO
* formulier inservice
* formulier stages
* Verslag lesbegeleiding
* Verslag synthese
* Sjabloon lesplan
* Checklist Inservice stage LIO

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage360,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,00
Semester 1Stage100,00
Semester 2Stage100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatiecriteria:
1) stage:
Heldere presentatie en lesplanning
Aangepaste keuze van bewegingsmateriaal voor de doelgroep
Aangepaste begeleiding en muzikaliteit
Gebruik van verschillende bewegingskwaliteiten en dynamieken binnen de leeromgeving klasorganisatie
Inzicht in de opbouw van het bewegingsmateriaal
Inzicht in het fundament van technische training
Vaardigheden om de doelgroep te motiveren Interactie met de studenten
Bewustzijn van de persoonlijke stijl
Functioneren binnen de schoolstructuur

2) Participatie in de supervisie
Tijdens 4 supervisiebijeenkomsten van de stage leert de student reflecteren op de eigen manier van werken met als doel een persoonsgericht leertraject te doorlopen. Het aanleren of verder uitbouwen van het vermogen tot reflectie is de kerntaak van supervisie. Studenten blikken terug op ervaringen en gaan ze onderzoeken, ruimer kaderen, bevragen, toetsen, aanpassen en handelingsalternatieven uitproberen. De medestudenten spelen ook een belangrijke rol in dit proces via het uitwisselen van ervaringen en informatie en de feedback die men van elkaar ontvangt.

3) Administratie: stagemap: agenda, lesplannen/lesvoorbereidingen en evaluaties
De stagemap bevat volgende delen:
1. Inhoudstafel
2. Agenda (De agenda is een opsomming van lesmomenten in de tijd met vermelding van één tot enkele kernwoorden in verband met de inhoud van de les. De agenda staat in rechtstreekse relatie met de lesvoorbereiding)
3. Observatieverslagen + lesvoorbereidingen/lesplannen
4. Zelfevaluatie per les
5. Verslagen lesbegeleiding en/of synthese van de stagebegeleider, opleidingscoördinator en vakmentoren.
6. Algemeen besluit (In het stagebesluit geef je een persoonlijke samenvatting van je ervaring met de desbetreffende stage: hoe heb je het lesgeven ervaren, is dit wat je ervan verwachtte, hoe is het contact met de doelgroep(en) geweest, wat heb je hieruit geleerd, hoe heb je het desbetreffende schoolklimaat ervaren, waar sta je na deze stage, waarin ben je gegroeid, wat zijn je aandachtspunten?)

De stagemap wordt binnengebracht op het secretariaat van het conservatorium uiterlijk 1 juni.

Stage, supervisie en administratie worden opgenomen in de evaluatie.
De student moet slagen voor de delen stage en administratie om voor het volledige opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien men voor een deelproef niet slaagt, wordt het laagste cijfer van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en wordt de student voor het hele opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende examenperiode.