Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
campus Mutsaardstraat
Mutsaardstraat 31 - 2000 Antwerpen
T +32 3 213 71 00 - F +32 3 213 71 19
academie@ap.be
Atelier Fotografie 16255/1624/1819/1/79
Studiegids

Atelier Fotografie 1

6255/1624/1819/1/79
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de beeldende kunsten, trajectschijf 1
    Afstudeerrichting:
    • fotografie
  • Bachelor of Arts in Visual Arts
    Afstudeerrichting:
    • Photography
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Danckaert Bert
Andere co-titularis(sen): Boelens Peter, Goiris Geert, Lybeer Charlotte, Peeters Valentijn
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Semester 1 + Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2018 (Volledig academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 810,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Onderwijsorganisatie (tekst)

de student wordt in het atelier individueel begeleid, beoordeeld en geëvalueerd, dit betekent dat deelname aan de lessen en participatie in het atelier noodzakelijk is. In het geval je gewettigd afwezig bent, breng je zo spoedig mogelijk een attest binnen op het secretariaat. Ongewettigde afwezigheden kunnen je studievoortgang in het gedrang brengen.

Begincompetenties (tekst)

Breed belangstellingsterrein, heeft interesse voor het ruimere cultureel klimaat

Eindcompetenties (tekst)

Leerdoelen 1e BA:
-) Beheersing van de basisbeginselen van de fotografie (licht, compositie en beeldopbouw, scherpte, vorm)
-) Beheersing camera instellingen, metadata, histogram. Kennismaking technische camera en verstelmogelijkheden, ontwikkelen sheetfilms, contactafdrukken maken, basis van digitaal scannen, digitale postproductie en beeldbewerking, printen.
-) Basisvaardigheden beheersen van lichtmeting, verschillende lichtsoorten en verschillende lichtbronnen kunnen inzetten.
-) Basis printtechniek (donkere kamer analoge print en digitale inkjet print). Proefdrukken maken, Formaatbepaling en presentatiemogelijkheden van tentoonstellingsafdrukken.
-) Basis digitale presentatie (Pdf, Powerpoint of Keynote, voorbereiding bestanden voor digitale projectie)
-) Beheersing presentatie: door intensieve begeleiding maken de studenten kennis met referenties, leren ze om selecties te maken binnen hun werk, en kunnen ze hun reeksen in betekenisvolle sequenties presenteren.
-) Zowel vormelijk als inhoudelijk betekenis geven aan een beeld of serie beelden en dit met een zo’n eigen mogelijke beeldtaal.
-) Een werkattitude ontwikkelen en met een kritische blik naar eigen werk en dat van medestudenten leren kijken (leren omgaan met kritiek).
-) Sociale vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor het ontwikkelen van sociaal documentaire fotografische projecten (vertrouwensband, respect, ethische kwesties,…).
-) Verkenning fotogeschiedenis en actualiteit van de fotografie: stevige dosis ‘klassieke’ fotogeschiedenis opdoen, focus op 19e eeuw (model is Frizot: ‘New History of Photography’ en Juliet Hacking, Photography: The Whole Story, Phaidon). Tekstseminaries: samen lezen van cruciale teksten over fotografie/visuele kunst. Schrijfoefeningen: review van tentoonstelling of van een fotoboek. Fotoboekensessies in de Fomu bibliotheek.
-) Historisch onderzoek: zelfstandig onderzoek presenteren over één fotograaf naar keuze uit Modernisme 1900-1945.
-) kritische vaardigheden aanscherpen: tentoonstellingsbezoeken gekoppeld aan onderbouwde evaluaties achteraf.
-) tekenen: ruimtelijk inzicht, traag kijken (staat haaks op de snelheid van de fotografie)

De student verwerft basisinzichten qua inhoudelijke en technische aspecten en ontwikkelt inzichten
in de betekenis van zijn (autonoom) werk.
De student kan opdrachten uitvoeren op verschillende snelheden (korte en lange termijn), met oog voor deadlines.
De student verwerft al deels een eigen beeldtaal en heeft kennis van diverse beeldelementen.
De student kent het gebruik van de digitale, de Grootformaat-camera en de analoge camera, lichtmeting, digitale prints en -facultatief- de analoge zwart-wit vergroting.
De student beheerst diverse digitale toepassingen en leert kritisch te evalueren waar en hoe hij/zij deze middelen inzet.

OLR-Leerdoelen (lijst)

BA1 - Over de nodige artistieke vaardigheden beschikken om onder begeleiding een persoonlijk project binnen het brede spectrum van de beeldende kunsten te ontwerpen en/of te realiseren.
De student bezit de sociale vaardigheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van sociaal documentaire fotografische projecten (vertrouwensband, respect, ethische kwesties).
BA2 - Over de nodige kennis, vaardigheden en inzichten beschikken inzake materiaal, vorm, handeling, concepten, functie en inhouden van het gekozen medium.
De student beheerst de basis van digitale presentatie (Pdf, Powerpoint of Keynote, voorbereiding bestanden voor digitale projectie)
De student beheerst de basisbeginselen van de fotografie (licht, compositie en beeldopbouw, scherpte, vorm)
De student beheerst de basisprincipes van printtechniek (donkere kamer, analoge en digitale inkjet print), kan proefdrukken maken, formaat bepalen, en kent de presentatiemogelijkheden van tentoonstellingsafdrukken.
De student beheerst de camera instellingen, metadata, histogram en maakt kennis met technische camera en verstelmogelijkheden, ontwikkelen sheetfilms, contactafdrukken maken, basis van digitaal scannen, digitale postproductie en beeldbewerking, printen.
De student beheerst diverse digitale toepassingen en leert kritisch te evalueren waar en hoe hij/zij deze middelen inzet.
De student beschikt over de basisvaardigheden m.b.t. lichtmeting, verschillende lichtsoorten en -bronnen.
De student kan verschillende opname-materiaal (digitale, grootformaat- en analoge camera) inzetten,correcte lichtmetingen uitvoeren, en digitale prints en analoge zwart-wit vergrotingen maken.
BA4 - Een kritische en onderzoekende houding ontwikkelen en aanscherpen ten opzichte van ontwerpen en/of realisaties die voortkomen uit beeldende experimenten en onderzoek, emotie en intuïtie.
De student bezit een goede werkattitude, kan kritisch het eigen werk en het werk van medestudenten beschouwen, en kan op een constructieve manier kritiek verwerken.
BA5 - In het ontwikkelen van een eigen beeldtaal vertrekken van een zoekende en reflecterende houding.
De student beschikt over basisinzichten m.b.t. inhoudelijke en technische aspecten en de betekenis van zijn/haar (autonoom) werk.
De student getuigt van een kennis van de diverse beeldelementen en heeft tot op zekere hoogt een eigen beeldtaal uitgebouwd.
De student kan referenties hanteren, uit eigen werk selecteren, en een reeks in betekenisvolle sequenties presenteren.
De student kan zowel vormelijk als inhoudelijk betekenis geven aan een beeld, of een serie van beelden, en dit aan de hand van een eigen beeldtaal.
BA7 - Het eigen artistieke project kunnen organiseren in samenspraak met anderen. 
De student kan opdrachten uitvoeren op verschillende snelheden (korte en lange termijn) en een deadline halen.

Leerdoelen

De student vertrekt bij het creëren vanuit zijn persoonlijk denk - en ervaringswereld.
Door bespreking en analyse van beelden met de docenten wordt de invloed van de verschillende beeldelementen op het totale beeld ingezien en komt de student tot een bewustere toepassing van de beeldtaal. De student wordt eveneens geconfronteerd met inhoudelijke aspecten.

Leerinhoud

1e jaar: Introduceren

Ontdekken (techniek, geschiedenis, kunstenaarschap, research,…)
Kennis(making) van (met) analoge techniek, digitale techniek, camera formaten, licht, compositie, montage en acchrochage.
Foto’s ‘maken’ (ensceneren), ‘vinden’ (documentair) en ‘nemen’ (appropriatie, samplen, citeren).
(deze basisvormen kunnen uiteraard later ook gemengd worden)
Het creatieve proces wordt eigen gemaakt en steeds in vraag gesteld binnen de volgende structuur:
1. Beweegreden (preoccupation)
2. Onderwerp (subject)
3. Methodiek (method)

In dit studiejaar wordt het brede gamma van mogelijkheden ingeleid (tegelijkertijd via het maken én het lezen van foto’s). Basistechnieken worden gelegd. Experiment leidt tot ontdekking. Naast een aantal opdrachten die op verschillende snelheden worden uitgevoerd, ontwikkelt de student inzicht in de betekenis van autonoom werk.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Spiegelreflexcamera digitaal (eventueel analoog toestel), statief en lichtmeter (uitleen door het atelier voor korte periode is mogelijk), Grootformaat -camera (aankoop niet verplicht, deze zijn aanwezig in het atelier), donkere kameruitrusting (aanwezig), videocamera (aanwezig, uitleen mogelijk), studiolicht (aanwezig), Pc / Apple Macintosh, scanners (aanwezig in het digitaal labo), A0 en A2 printers (zijn aanwezig in het digitaal labo).

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Aanbevolen lectuur: diverse vakliteratuur, zowel artistieke, theoretische en technische.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk363,00 uren
Werkplekleren en/of stage42,00 uren
Werktijd buiten de contacturen405,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarArtistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Toon- en controlemomenten tijdens het academiejaar
(wordt rekening mee gehouden bij de quoteringen)



De quotering van de gepresenteerde werken steunt op volgende criteria:


1) Artistieke kwaliteit (creativiteit + authenticiteit)
2) Brede en volledige ontwikkeling (alle opdrachten dienen uitgevoerd te worden, een zo hoog mogelijk niveau wordt nagestreefd in elke opdracht, om zo de studenten op te leiden tot all-round fotografen.)
3) Vakbeheersing/materiaalkennis (printtechnieken, post-productie, lichtbeheersing, gebruik van de juiste fotografische tools om de intentie van de auteur over te brengen, bij boekprojecten is de sequentie, materiaalkeuze en formaat belangrijk. Als er met tekst gewerkt wordt, is het belangrijk dat deze op een goede manier wordt ingezet en van een voldoende hoog niveau is,...)
4) Communicatieve vaardigheden (de student kan helder (aan een groep) verwoorden waar hij/zij mee bezig is)
5) Referentie kader (de student kan zijn/haar werk plaatsen binnen de geschiedenis en de actualiteit en is in staat historisch onderzoek te voeren)
6) Participatie (groepskritiek, deelname aan workshops, lezingen, tentoonstellingsbezoek)