Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
campus Mutsaardstraat
Mutsaardstraat 31 - 2000 Antwerpen
T +32 3 213 71 00 - F +32 3 213 71 19
academie@ap.be
Kunstfilosofie en -theorie 1: Oudheid en Middeleeuwen27166/1624/1819/1/43
Studiegids

Kunstfilosofie en -theorie 1: Oudheid en Middeleeuwen

27166/1624/1819/1/43
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de beeldende kunsten, trajectschijf 1
  • Bachelor of Arts in Visual Arts
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Crombez Thomas
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2018 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

De student is in staat om theoretische teksten zelfstandig te verwerken. Z/hij kan (mee) reflecteren over een gegeven wijsgerig probleem, dat op een abstracte wijze is geformuleerd.

De student is in staat zich te oriënteren in de algemene geschiedenis, die de achtergrond zal vormen voor de ontwikkelingen in kunst, wetenschap en filosofie besproken tijdens dit vak.

De student is gevoelig voor de wijsgerige problemen omtrent het kunstwerk en de sociale rol van kunst.

Eindcompetenties (tekst)

De student heeft inzicht verworven in de ontwikkeling van de westerse wijsbegeerte. Z/hij kan zich oriënteren in de geschiedenis van de filosofie tot en met de middeleeuwen (filosofen, concepten, stromingen).

De student heeft kennis genomen van de voornaamste (historische) posities op vlak van kunstfilosofie en -theorie. Deze posities kan de student verbinden aan belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis van de filosofie.

De student heeft een historische gevoeligheid ontwikkeld voor de veranderende esthetische denkbeelden in loop van de (kunst)geschiedenis.

De student kan zich inwerken in een wijsgerige tekst. Z/hij kan een filosofisch argument volgen en, mits begeleiding, zelf construeren.

Leerinhoud

Centraal staan drie fundamentele vragen van de westerse kunstfilosofie:

1- Wat is schoonheid?

2- Wat kenmerkt een kunstwerk? Hoe is een kunstwerk gestructureerd? (vormesthetica)

3- Wat gebeurt er tussen het kunstwerk en de beschouwer? Hoe werkt het kunstwerk op een toeschouwer of luisteraar in? (werkingsesthetica)

Vanuit deze drie vragen wordt de geschiedenis van de westerse filosofie overlopen, met aandacht voor de voornaamste strekkingen vanaf de Oudheid tot en met de middeleeuwen.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Deze cursus maakt gebruik van het handboek Kunstfilosofie: Een historische inleiding, dat aan het begin van de cursus in de boekhandel beschikbaar zal zijn.

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Kennistoets100,00Schriftelijk en mondeling examen