Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Onderwijs en Training
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
ot@ap.be
Begeleide beroepspraktijk 1 - 29148/1614/1819/1/56
Studiegids

Begeleide beroepspraktijk 1 - 2

9148/1614/1819/1/56
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs als Begeleide beroepspraktijk 1 - 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Smits Femke
Andere co-titularis(sen): Binon Sam, Craen Britt, De Feyter Patrice, Dieltiens Merel, Hancké Tom, Hegge Miet, Jacobs Ludwig, Martens Nele, Rosseel Tom, Sychold Nina, Taets An, Vansteelandt Iris, Weemaes Thomas
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 + Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2018 (Volledig academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit getolereerd).
Totale studietijd: 270,00 uren
Totale kostprijs onderwijsactiviteiten: € 200,00

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Zie algemene toelatingsvoorwaarden.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Interactie: constructief samenwerken
heeft een correct contact met een gepast taalgebruik met collega's
maakt afspraken en komt gemaakte afspraken na
Interactie: de klas managen
beloont gewenst gedrag
zet met gepast schriftelijke instructies en gemaakte afspraken kinderen aan het werk
zet met gepaste mondelinge instructie en gemaakte afspraken kinderen aan het werk
Interactie: diversiteit hanteren
heeft contact met (alle) leerlingen
Interactie: inspirerend coachen
reageert aanmoedigend op vragen en inbreng van leerlingen
interactie: taal ontwikkelen
gebruikt verzorgde taal, zowel mondeling als schriftelijk
heeft een correct contact met een gepast taalgebruik met collega's
Interactie: welbevinden en betrokkenheid verhogen
heeft contact met de leerlingen als groep (oogcontact, luide stem, duidelijke instructies, leerlingen voeren instructies uit)
Leerbevordering beginsituatie bepalen
heeft in het beschrijven van de beginsituatie (lesspecifiek en algemeen) oog voor zowel cognitieve, psychomotorische als affectief-dynamische kenmerken
heeft in het beschrijven van de beginsituatie oog voor die kenmerken van leerlingen of van de groep die een invloed kunnen hebben op zijn leren en onderwijzen
Leerbevordering doelgericht werken
formuleert doelen concreet en operationeel
kiest doelstellingen, rekening houdend met de beginsituatie
kiest na raadpleging LP en ET, doelen met verwijzing naar leerplandoelen en/of eindtermen
Leerbevordering: (internationale) onderwijsgerelateerde kennis integreren
heeft een verzorgd bordschrift
Leerbevordering: geschikte leerinhouden hanteren
Hanteert een correcte verhouding muzische lesfases
kan leerinhouden voor een opgegeven lesonderwerp structureren en afbakenen , rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen
Past de muzische inhouden toe
Leerbevordering: talentgericht differentiëren
bereidt klasgesprekken en vragen voor op papier met een functioneel taalaanbod
experimenteert met creatieve vaardigheden
hanteert gepaste groeperingsvormen
heeft oog voor individuele verschillen
Is voorbereid op een muzische les en zorgt voor een creatief proces bij de lln
maakt minstens 5 lesplannen die getuigen van een eigen creatieve invulling,in verschillende leergebieden
Realiseert een muzisch introductiemoment
stelt doeltreffend vragen met het oog op 'activiteit en kennisconstructie'
varieert frontale werkvormen met actieve, interactieve werkvormen en gepast digitaal materiaal (ICT)
Voorziet een creatieve en sfeerscheppende klasaankleding
voorziet geschikt (digitaal) didactisch materiaal en zet het functioneel in
Wendt expressiviteit aan in functie van de motivatie en het begeleiden van het leerproces
Zelfontwikkeling: kritisch reflecteren
past lessen aan op basis van gegeven feedback
reflecteert trefzeker
verkent de omgeving van de school en reflecteert hierover
Zelfontwikkeling: planmatig handelen
is steeds op tijd
is voorbereid op een eenvoudig lesje (did.werkvorm, leerinhoud, bord, did. materiaal, vragen, oef)
lesvoorbreidingen worden op tijd afgegeven
maakt afspraken en komt gemaakte afspraken na
past lessen aan op basis van gegeven feedback
raadpleegt kritisch bronnen en leermiddelen
stelt zich professioneel op

Leerinhoud

Tijdens het eerste semester gaan de studenten op regelmatige basis in groep 3 maal lessen bijwonen in een stageschool. Met gerichte observatieopdrachten toetsen de studenten de theoretische input van de opleiding aan de praktijk in de klas. Tijdens de observaties in de eerste fase kijkt de student gericht naar:

- de organisatie op een school en in de klas
- het kind in de klas, met oog voor de diversiteit 
- de complexiteit van instructies, vraagstelling en lesorganisatie
- het didactisch materiaal en andere elementen die een leeromgeving uitdagend en krachtig maken


Van de student wordt van bij de start verwacht dat hij/of zij zich bewust en actief de beroepshoudingen aanmeet door o.a. op tijd te komen, een verzorgd taalgebruik te hanteren, afspraken na te komen en zich ‘professioneel’ op te stellen ten aanzien van kinderen (gepast voorkomen, …)

In het tweede semester wordt meer de nadruk gelegd op het voorbereiden (mentaal en schriftelijk) en vervolgens het geven van eenvoudige lesjes. Hierbij is een geleidelijke opbouw voorzien

- ervaring opdoen: de student krijgt eerst de kans om ervaring op te doen met een klas kinderen door een voormiddag een klas over te nemen en eerste voorbereide activiteit (voorlezen) uit te voeren in een stageklas). Deze ‘ervaring’ wordt niet geëvalueerd.
- vervolgens geven de studenten microlessen aan elkaar in een reële setting (in een klaslokaal in een lagere school). Hierbij wordt de student geëvalueerd door de begeleider van de hogeschool en met peerfeedback, reflectie in groep en supervisie.
- tenslotte geven de student gedurende 5 dagen (in totaal minimum 15u) les in een stageklas. De studenten staan in duo bij een mentor. Om de klas en de kinderen te leren kennen zal de student vooraf 3 halve dagdelen observeren in de eigen stageklas. Na iedere gegeven les krijgt de student feedback van de mentor en /of de begeleider. Voor de evaluatie stellen de mentor en de begeleider op het einde van de periode samen een consensusverslag op.
- In groep werken de studenten zelfstandig een tweedaags muzisch project uit. Dit wordt voorbereid tijdens een driedaagse residentiële muzische werkperiode waar de student ondergedompeld wordt in muzische workshops en uitgedaagd wordt al zijn creatieve vaardigheden aan te wenden op een tweedaags project voor kinderen in de lagere school, uit te werken. Dit project wordt de week nadien meteen uitgevoerd.

Naast zorg voor de technische afspraken m.b.t. het opstellen van een lesvoorbereiding, weet de student lesjes te brengen voor de verschillende leergebieden waarbij steeds

- gebruik wordt gemaakt van een doordachte lesstructuur (bijvoorbeeld met steeds een motiverende inleiding, …)
- een goed overdachte organisatie
- geschikt didactisch materiaal aanwezig is en het bord (al dan niet digitaal) gebruikt wordt
- instructies en vraaggesprekken goed zijn voorbereid en duidelijk worden gebracht (kinderen werken mee).
- de student een creatief lesplan uitwerkt dat aantrekkelijk is voor de kinderen
- de student een open communicatie heeft naar de kinderen toe (oogcontact, expressie, gebruik van de ruimte, …)
- de student correct taalgebruik hanteert

Beroepshoudingen
Op de stageschool en tijdens de muzische stages geeft de student steeds blijk van beroepshoudingen zoals omschreven in de beroepsprofielen, met speciale aandacht voor het functioneren in team (op stageschool, tijdens supervisie en tijdens muzische stage).

Reflecteren
De student schrijft na iedere gegeven les een korte reflectie op de lesvoorbereiding. De student reflecteert verder op regelmatige basis d.m.v. uitgebreide reflectieverslagen (3 tot 5) (bijvoorbeeld na de microlessen, na 2 lesdagen, op het einde van de doestage) en/of intervisiegesprekken.

Studiematerialen (lijst)

Stagecursus BBP1-2 (lager onderwijs)Verplicht
  • Auteur: Stagecoördinator lager onderwijs
StudiewijzerVerplicht
residentiële stage voorbereiding muzische stageVerplicht€ 100,00

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges10,00 uren
Practicum en/of oefeningen25,00 uren
Vormen van groepsleren15,00 uren
Werkplekleren en/of stage100,00 uren
  • Omschrijving: De kostprijs van de residentiële stage wordt bepaald aan de hand van het aantal ingeschreven deelnemers.
    De kostprijs van de begeleidende lectoren wordt doorgerekend aan de deelnemende studenten.
Werktijd buiten de contacturen120,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,00