Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Management en Communicatie
campus Meistraat
Meistraat 5 - 2000 Antwerpen
T +32 3 220 55 20 - F +32 3 220 55 59
mc@ap.be
Heuristiek/215280/1601/1819/1/85
Studiegids

Heuristiek/2

15280/1601/1819/1/85
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 1
    Afstudeerrichting:
    • Rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Baekeland Christophe
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 03.12.2018 (2de module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 78,00 uren

Volgtijdelijkheid

(eerder ingeschreven voor Juridische bronnen/1).

Korte omschrijving

In het opleidingsonderdeel heuristiek leert de student hoe Europese en (inter)nationale wetgeving, rechtspraak en rechtsleer moet worden opgezocht, gelezen, geanalyseerd en inhoudelijk moet worden begrepen.

Van de student wordt nauwkeurigheid verwacht, hetgeen onder andere blijkt uit het juridisch correct citeren van verwijzingen naar teruggevonden Europese en (inter)nationale wetgeving, rechtspraak en rechtsleer, en dit conform de meest recente versie van de principes van de V&A, en dit zowel in voetnoten als in een bibliografie.

De student zal vertrouwd worden gemaakt met het lezen van artikelen in wetboeken en publicaties in juridische tijdschriften.


Bovendien zal veel aandacht worden besteed aan het opzoeken van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer (in de ruimste zin van het woord), zowel online als in de boeken en tijdschriften van de bibliotheek, en het beoordelen ervan conform de PAV-principes.

Begincompetenties (tekst)

Juridische bronnen/1: algemeen inzicht verworven hebben in de betekenis, het ontstaan en in de werking van het recht.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Communiceert professioneel binnen de beroepscontext in het Nederlands, Frans en Engels en dit zowel schriftelijk als mondeling.
De student verwijst correct naar teruggevonden wetgeving, rechtspraak en doctrine.
is in staat de specifieke juridische terminologie te gebruiken in het Nederlands, het Frans en het Engels.
De student verwijst correct naar teruggevonden wetgeving, rechtspraak en doctrine.
Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student analyseert de opbouw van een vonnis.
De student houdt het motiverend en beschikkend gedeelte van een uitspraak uit elkaar.
De student rubriceert de inhoud van het Belgisch Staatsblad
De student vindt wetsartikels terug in de codex
maakt effectief en efficiƫnt gebruik van gangbare ICT-toepassingen en courante softwarepaketten;
De student vindt wetgeving en rechtspraak via databanken op computer
hanteert algemeen-bedrijfseconomische principes in een ruime economische en juridische context;
De student lijst de kenmerken van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer op.
Bereidt zelfstandig en in teamverband een juridisch dossier voor, behandelt het en volgt het op rekening houdend met de geldende reglementen, procedures en richtlijnen binnen een specifieke beroepscontext.
De student analyseert de opbouw van een vonnis.
De student vindt wetgeving en rechtspraak via databanken op computer
De student vindt wetsartikels terug in de codex
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student houdt het motiverend en beschikkend gedeelte van een uitspraak uit elkaar.
De student lijst de kenmerken van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer op.
De student rubriceert de inhoud van het Belgisch Staatsblad

Leerinhoud

1. Wetgeving
Wat is wetgeving. Vindplaatsen en opzoekingsmethode. Lezen, analyseren, interpreteren en begrijpen van wetgeving

2.Rechtspraak
Wat is rechtspraak. Vindplaatsen en opzoekingsmethode. Lezen, analyseren, interpreteren en begrijpen van rechtspraak

3. Rechtsleer
Wat is rechtsleer. Vindplaatsen, opzoekingsmetchode. Lezen, analyseren, interpreteren, begrijpen en evalueren van rechtsleer

4. Juridisch schrijven
Juridische verwijzingen en afkortingen: correct citeren van teruggevonden Europese en (inter)nationale wetgeving, rechtspraak en rechtsleer (zowel in bibliografische verwijzing als in voetnoot).

5. Opzoeken van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer, zowel digitaal (online) als in de bibliotheek (papieren tijdschriften en boeken).

6. Opzoeken, lezen, analyseren, interpreteren en begrijpen van Europese en internationale rechtsbronnen, en dit zowel digital (online) als in de bibliotheek (papieren tijdschriften en boeken).

7. Leren opzoeken van relevante rechtsbronnen bij het oplossen van casussen of rechtsvragen, en deze rechtsbronnen leren beoordelen op hun PAV-waarde.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Verplichte lectuur:

- De slides die door de docent elektronisch ter beschikking worden gesteld.

- Interuniversitaire Commissie Juridische Verwijzingen en Afkortingen, Juridische verwijzingen en afkortingen, Mechelen, Kluwer, 2015, 133 p. (meest recente versie).

- VRG-Studentencodexen 2017-2018.

 

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing3,00 uren
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges16,00 uren
Practicum en/of oefeningen8,00 uren
Werktijd buiten de contacturen51,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennistoets80,00Een schriftelijk examen waarbij gepeild wordt naar de kennis van de student. De vragen kunnen zowel inhoudelijk, doelgericht als multiple choice zijn, en betrekking hebben op een overzicht van de leerstof, een specifiek onderdeel van de leerstof, inzichtsvragen omvatten en/of oefeningen zijn. De duurtijd voor dit schriftelijke examen (gesloten boek) is 120 minuten. Studenten mogen hierbij alleen hun VRG-studentencodexen 2017-2018 gebruiken.
AcademiejaarVaardigheidstoets hands off20,00Schriftelijke test V&A (gesloten boek). Deze wordt in de loop van het academiejaar tijdens de lessen gegeven. De datum van de test wordt ruimschoots voorafgaand aangekondigd, is schriftelijk en staat op 20 punten en omvat 20% van het totale cijfer. De duurtijd voor deze test bedraagt 60 minuten. De studenten mogen hierbij alleen hun V&A-boekje gebruiken.
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennistoets100,00De studenten krijgen twee onderdelen als examen. Het eerste onderdeel betreft het toetsen van de V&A en staat op 20 punten dan wel op 20% van het totale cijfer van het opleidingsonderdeel. Dit examen is schriftelijk, gesloten boek en studenten mogen alleen hun V&A-boekje gebruiken en de duurtijd bedraagt 60 minuten. In tegenstelling met de eerste examenkans, vinden beide onderdelen in tweede zittijd tegelijk plaats.
Het tweede deel van het examen is schriftelijk (gesloten boek) waarbij gepeild wordt naar de kennis van de student. De vragen kunnen zowel inhoudelijk, doelgericht als multiple choice zijn, en betrekking hebben op een overzicht van de leerstof, een specifiek onderdeel van de leerstof, inzichtsvragen omvatten en/of oefeningen zijn. De duurtijd voor dit schriftelijke examen (gesloten boek) is 2,00 uren. Studenten mogen hierbij alleen hun VRG-studentencodexen gebruiken. Dit onderdeel van het examen omvat 80% van het totale cijfer voor dit opleidingsonderdeel en de duurtijd bedraagt 120 minuten.
De totale duurtijd van het examen Heuristiek bij de tweede examenkans betreft 180 minuten.

Toetsing (tekst)

Het examen is schriftelijk en bestaat uit twee onderdelen.

Het eerste onderdeel betreft het onderdeel V&A. Hierbij mogen de studenten uitsluitend hun V&A-boekje gebruiken. De studenten krijgen een 10-tal vragen en hebben 60 opeenvolgende minuten om dit onderdeel op te lossen. Dit onderdeel omvat 20% van het totaalcijfer van dit opleidingsonderdeel.

Het tweede onderdeel betreft het resterende gedeelte van de leerstof. Hierbij mogen de studenten uitsluitend hun studentencodexen gebruiken. De vragen zijn uiteenlopend van aard en testen de student zowel op kennis van het opleidingsonderdeel als naar hun inzicht aan de hand van onder meer maar niet beperkt tot allerlei vragen met betrekking tot analyse van een wettelijke norm/rechtspraak/doctrine, opzoekvragen, inzicht, PAV, wijze van opzoeken, beoordelen van (rechts)bronnen, ... De studenten krijgen 120 opeenvolgende minuten om dit onderdeel op te lossen. Dit onderdeel omvat 80% van het totaalcijfer van dit opleidingsonderdeel.

Beide onderdelen kunnen in 1 geheel worden getoetst dan wel verder worden opgedeeld in meerdere subonderdelen en op meerdere partiële toetsmomenten worden georganiseerd (waarbij de duurtijd en de puntenverdeling pro rata wordt aangepast). De docent beslist hier volkomen autonoom over en communiceert dit uiterlijk de tweede week na de start van het opleidingsonderdeel aan de studenten via Digitap en tijdens de colleges.