Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Management en Communicatie
campus Meistraat
Meistraat 5 - 2000 Antwerpen
T +32 3 220 55 20 - F +32 3 220 55 59
mc@ap.be
Personen- en familierecht/415356/1601/1819/1/50
Studiegids

Personen- en familierecht/4

15356/1601/1819/1/50
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 1
    Afstudeerrichting:
    • Rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Co-titularis(sen): Lecoutre Rudi
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 4
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 06.05.2019 (4de module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 104,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Studie van het juridisch statuut van de persoon zelf en in zijn relatie tot de familie van bij de geboorte tot het overlijden.

Begincompetenties (tekst)

De student dient in het wetboek opzoekingen te kunnen verrichten.

OLR-Leerdoelen (lijst)

is in staat de specifieke juridische terminologie te gebruiken in het Nederlands, het Frans en het Engels.
De student benoemt en duidt de basisprincipes van het Personenrecht, het Gezins- en familierecht.
Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student zoekt de relevante wetgeving, rechtsleer en rechtspraak op.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student schetst de actuele samenlevingsvormen en hun juridische consequenties.
De student schetst de principes van bemiddeling in familiale aangelegenheden en licht ze toe.
De student schetst de uitoefening van het ouderlijk gezag.
De student legt uit wanneer iemand rechtsonbekwaam verklaard wordt en welke gevolgen hieraan verbonden zijn.
De student zoekt de relevante wetgeving, rechtsleer en rechtspraak op.
reflecteert kritisch en werkt projectmatig en oplossingsgericht;
De student schetst de principes van bemiddeling in familiale aangelegenheden en licht ze toe.
verleent eerstelijns juridisch advies aan en behartigt de juridische belangen van cliënten en opdrachtgevers volgens de geldende deontologische code.
De student past aan de hand van een concrete casus de verworven kennis toe en werkt een oplossing uit.
De student past het afstammingsrecht toe op een casus.

Leerinhoud

1. Inleiding tot het personenrecht
2. Het bestaan van de persoon
3. De staat van de persoon
4. De identificatie van de persoon
5. Registratie en publiciteit
6. De persoonlijkheidsrechten
7. De nationaliteit
8. Dwangopneming van geesteszieken
9. Inleiding tot de onbekwaamheid
10. Rechtsonbekwamen
11. Minderjarigen
12. Onbekwame en beschermde meerderjarigen
13. Inleiding tot het gezins- en familierecht
14. Inleiding tot het verticale gezins- en familierecht
15. De oorspronkelijke of declaratieve afstamming
16. De adoptieve of constitutieve afstamming: adoptie
17. Afgesplitste afstamming
18. Verwantschap
19. Aanverwantschap
20. Onderhoudsrecht
21. Gezag en contact
22. Inleiding tot het horizontale familierecht
23. Huwelijk
24. Wettelijke samenwoning
25. Feitelijke samenwoning

Studiematerialen (lijst)

Compendium Personen en FamilierechtVerplicht€ 54,00
  • Auteur: P. SENAEVE

Studiematerialen (tekst): Verplicht

•SENAEVE, P., Compendium Personen- en Familierecht, meest recente versie.
•Burgerlijk Wetboek

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing2,00 uren
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges36,00 uren
Werktijd buiten de contacturen66,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarVaardigheidstoets hands off100,00Schriftelijk examen met praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gequoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.
Er kunnen tevens vragen worden gesteld vanuit de actualiteit.
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off100,00Schriftelijk examen met praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gequoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.
Er kunnen tevens vragen worden gesteld vanuit de actualiteit.