Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Dit opleidingsonderdeel is samengesteld uit vier delen

1. Accenttraject (2SP)
De student verdiept zich in in één van de volgende accenten:
• Creativiteit
• Outdoor education
• Steam
• Urban education

2. De wereld ontdekken: werken in thema’s (2,5 SP)
De ET/leerlijnen (raadplegen, begrijpen en functioneel toepassen (horizontale- en verticale samenhang). De fasering in een thema, criteria om een thema-onderwerp te kiezen, de kenmerken van thematisch werken,...; Strategieën om relaties en verbanden te leggen (structureren van informatie). Dit kan leiden tot subthema’s en vervolgens eventueel tot complementair werken. Strategieën om thema’s te plannen (brainstorm en mindmap, hard denken en vragen stellen, matrixen,....). De rol van een aantal onderwijsbetrokken initiatieven en - instanties. De leerinhouden aangaande de thema’s (leerinhouden, vaardigheden uit de verschillende leergebieden) Een gevarieerd aantal taken, vraagstellingen, werkvormen en groeperingsvormen,....om een thema op te bouwen (algemene en vakspecifieke didactiek). Presentatiemogelijkheden De administratieve ondersteuning voor de planning van een thema. De organisatie en begeleiding van een thema in de schoolpraktijk

Doelstellingen: De studenten kunnen een geïntegreerd (gesloten) WO-thema (domein- en leergebiedoverschrijdend) opbouwen voor de 3de graad:. - Ze kunnen taal en wiskunde /informatie- en communicatietechnieken functioneel integreren in een WO-thema; - Ze kunnen muzische vorming zinvol integreren met een WO-thema. De studenten kunnen een thema opbouwen vanuit de omgeving (primaire bronnen), vanuit de leefwereld van het kind (prim bronnen) en vanuit de literatuur (secundaire bronnen). De studenten kunnen verschillende strategieën toepassen om de samenhang van een thema te garanderen. De studenten kunnen een thema daadwerkelijk plannen voor de schoolpraktijk (zullen dit in de stage 3de graad uitvoeren en erover reflecteren ). De studenten kunnen een thema opbouwen volgens een eigen planning (zelfsturing). De studenten kunnen in team samenwerken aan de voorbereiding van een thema (takenverdeling, verslaglegging,..) De studenten kunnen informatie en leermiddelen verwerven en bewerken aangaande hun thema en hieruit leerervaringen voor kinderen creëren. De studenten kunnen bestaande onderwijsbetrokken initiatieven of organisaties (lespaketten, musea,..) integreren in een thema. De studenten kunnen een krachtige leeromgeving opbouwen rond een thema of de omgeving als krachtige leeromgeving aanwenden. De studenten kunnen de ruimte aangepast organiseren voor de uitwerking van een thema (uitdagend, functioneel, veilig, ....) De studenten voorzien in hun voorbereiding een observatie- en evaluatiesysteem voor de leerlingen. De studenten kunnen reflecteren over hun proces en product. De studenten kunnen een thema van andere studenten evalueren.

3. De muze in de wereld (2,5SP)
De studenten maken een project n.a.v. het thema Mondiale vorming/andere culturen in een lagere school. Hiervoor presenteren zij een muzisch toonmoment op die school. Deze presentatie leidt tot het samen met de kinderen formuleren van een probleemstelling, die verder geëxploreerd en geëvalueerd wordt in een workshop (aandacht voor vakoverschrijdend werken). - Vormgeven van een muzische presentatie + samenstellen van opeenvolgende muzische activiteiten tot een workshop. - Beschouwen van het toonmoment, als uitgangspunt voor workshops + reflecteren op een kijkervaring (peer evaluation). - Inspelen op de inbreng van de leerlingen om zo de workshop en/of andere muzische activiteiten te organiseren en het toonmoment vorm te geven. - Een veilige omgeving creëren (muzisch klimaat). - Appreciatie tonen voor elke leerling. - Actuele inzichten uit vakliteratuur halen. - Kunnen overleggen in groep en afspraken naleven in functie van het project. De studenten volgen actuele ontwikkelingen op het vlak van kunst en kunsteducatie en passen dit toe in hun workshop. Ze kunnen taal (Nederlands en Frans) en wiskunde / informatie- en communicatietechnieken, WO, beweging functioneel integreren in een thema. Ze hebben inzicht in thematisch werken: de fasering in een thema, criteria om een onderwerp / thema te kiezen, kenmerken van thematisch werken (verdieping van ‘De wereld verkennen’) De leerinhouden i.v.m. de thema’s beheersen ze. Ze kunnen een thema plannen voor de schoolpraktijk en voeren dit ook daadwerkelijk uit in een school (zie BBP).

4. GPB (5SP)
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit de uitvoering van twee projecten:
• een cursus eerstehulpverlener (= basiscursus Rode Kruis) tijdens semester 3 met verplicht examen in januari; bij slagen kan je het EHBO-brevet van eerstehulpverlener behalen.
• GBP (Geïntegreerd buitenschools project): een onbekende authentieke omgeving waarnemen, gericht exploreren, dit omzetten in leeractiviteiten en reflecteren over de opgedane ervaring. In praktijk brengen van de kennis over, ervaring met projectwerk opgedaan in de vorige projecten (De wereld ontdekken 4 en De muze in de wereld 4).