Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Compositie / choreografie697/1729/1920/1/47
Studiegids

Compositie / choreografie

697/1729/1920/1/47
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Specifieke lerarenopleiding dans
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Van Huffel Filip
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2019 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 90,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Eindcompetenties (tekst)

FG1 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.
De student leerkracht kan zelfstandig werken
FG1 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
De student leerkracht kan een groepschoreografie creëren
De student leerkracht toont een artistiek concept omzetten in een choreografie
De student leerkracht gebruikt variatie in dynamiek binnen zijn/haar choreografie
De student leerkracht gebruikt de ruimte op een dynamische manier binnen de choreografie
De student leerkracht toont muzikaliteit binnen de choreografie De student leerkracht gebruikt belichting in functie van de compositie"
FG1 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
De student leerkracht kan zijn choreografie via verschillende werkmethodes en choreografische werkwijzes opbouwen en realiseren
FG1 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
De student leerkracht beschikt over communicatieve en sociale vaardigheden De student leerkracht beschikt over een positieve en opbouwende attitude De student leerkracht gebruikt een dynamische werkwijze en toont aan dat hij op een positieve manier aan een choreografisch proces kunnen deelnemen De student leerkracht kan op een analytische wijze naar haar choreografische proces kijken en evalueren  De student leerkracht kan samenwerken met kunstenaars van verschillende kunstvormen
FG1 1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
De student leerkracht evalueert en toont inzicht in choreografische principes, kan het proces bijsturen en actief naar choreografische oplossingen zoeken.
FG1 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.
Benut de individuele capaciteiten van elke danser.

FG 2 2.1.1 een positieve interactie met de klasgroep opbouwen en een positieve relatie tussen de leerlingen stimuleren.
De student leerkracht kan op een positieve manier de groep sturen en motiveren tijdens het choreografische proces en de relaties tussen de leerlingen optimaal stimuleren.

FG3 3.1 De leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen.
De student leerkracht kan een choreografisch groepsproces initiëren/finaliseren
FG3 3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
De student leerkracht toont een artistiek concept en kan dit concept uitwerken tot een choreografie.

FG5 5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
De student leerkracht kan op een inventieve manier inventief, origineel bewegingsmateriaal creëren via bepaalde taken (tasks, tools) en improvisatie. De student kan een groepschoreografie uitwerken!
FG5 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
De student leerkracht evalueert zijn/haar werkproces en past het aan. De student maakt een groepschoreografie aan een zelfgekozen amateurgroep. De begeleider komt 1 of 2 maal kijken ter evaluatie van het creatieve process, het resultaat en voor advies en begeleiding van de creatie.

FG7 7.1.1 zijn opdracht realiseren in samenwerking met de leden van het schoolteam en rekening houdend met de schoolcultuur en -organisatie.
De student leerkracht komt afspraken na, werkt samen met de klasgroep en is goed georganniseerd binnen de organisatie van de school

FG10 10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op het sociaal-politieke, sociaal-economische, levensbeschouwelijke, cultureel-esthetische, en cultureel-wetenschappelijke domein.
De student leerkracht integreert maatschappelijke thema's binnen zijn/haar choreografie en gaat kritisch om met sociale thema's binnen het choreografische proces. Hij/zij kan maatschappelijke theam's als startpunt voor de choreografie gebruiken.

FG11 11.1 Beslissingsvermogen
De student leerkracht kan beslissen om op een praktische manier amateur choreografie tot stand laten komen van concept/idée tot realisatie/uitvoering.
FG11 11.3 Kritische ingesteldheid
De student leerkracht kan met een kritische ingesteld haar/zijn choreografie bekijken, analyseren en in vraag stellen als ook naar oplossingen zoeken.
FG11 11.5 Organisatievermogen
De student leerkracht kan een choreografisch proces organiseren, kan dansers zoeken, samenwerkingen tot stand brengen met verschillende organsiaties.
FG11 11.6 Zin voor samenwerking
De student leerkracht kan samenwerken met kunstenaars van verschilllende disciplines en met organisaties.
FG11 11.8 Flexibiliteit
De student leerkracht stelt zich flexibel op ten opzichte van de choreografie, de dansers en organisaties.

Leerdoelen

Zie "eindcompetenties" de leerdoelen werden onmiddelijk gekoppeld aan de functionele gehelen of basiscompetenties van de leraar.

Leerinhoud

  • Het zelfstandig maken van een choreografie met amateurdansers.
  •  Deze cursus is een praktische benadering van hoe te werken en choreograferen met amateurdansers van verschillende leeftijden en ervaringen.
  • Een praktische benadering van hoe een amateurchoreografie tot stand komt van concept/idée tot realisatie/uitvoering.
  • Het analyseren van bestaande choreografische werkwijzen, principes en het ontwerpen van eigen choreografische werkmethodes.
  • Choreografische en dynamische opbouw.
  • Creatie van inventief, origineel bewegingsmateriaal via bepaalde taken (tasks, tools) en improvisatie. Hoe een groepschoreografie uitwerken.
  • Artisticiteit./ concept/ begin idee.
  • Muziekkeuze, muziekanalyse.
  • Communicatie Onderzoek van het huidige ‘amateur danslanschap” in Vlaanderen.

Lichtworkshop: introductie in belichtingstechniek, exploratie van de werking van aanwezig materiaal, initiatie in het opstellen van een lichtplan in functie van de eigen choreografie

Opdracht: De studenten maken een groepschoreografie aan een zelfgekozen amateurgroep.
De begeleider komt 1 of 2 maal kijken ter evaluatie van het creatieve process, het resultaat en voor advies en begeleiding van de creatie.
Er wordt een publiek toonmoment georganiseerd waarbij de studenten hun creaties tonen aan een jury maar ook verantwoordelijk zijn voor de volledige organisatie van de voorstelling.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursus Compositie/choreografie
Video’s/DVD tijdens de lessen

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Literatuur:
Lynne Anne Blom,L. Tarin Chaplin The Intimate Act Of Choreography [Paperback]-
Smith-Autard, Jacqueline & Jim Schofield, Michael Schofield Choreographic Outcomes. [Macintosh version.] Published: 2005
Butterworth, Jo & Liesbeth WildschutContemporary choreography, a critical reader.  Published: 2009 Pomer, Janice Dance composition: an interrelated arts approach.Published: 2009
Marion Gough In Touch With Dance , Whitethorn Books -
Boal, Augusto Games for Actors and Non-Actors London: Routledge (1992)
Winearls, Jane , The art of the body. Educational - Secondary - Choreography Published: 1990
Sanders, Lorna, 2004 Akram Khan's rush, creative insights
Duerden, Rachel and Neil Fisher, Dancing off the page: integrating performance, choreography, analysis and notation/documentation, 2007
Preston-Dunlop, Valerie, & Lesley-Anne Sayers, The dynamic body in space: developing Rudolf Laban's ideas for the 21st century, 2010
Blom, Lynne Anne, & L. Tarin Chaplin, The intimate act of choreography 1989
Isabella lanz en Katie Verstockt, Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen, 2003
William Forsyth, Choreography and dance, 2000
Bogart, Anne and Tina Landau, A practical guide to viewpoints and composition, 2004

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges20,00 uren
  • Duur: Academiejaar
Werktijd buiten de contacturen70,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarArtistiek-educatieve projectopdracht80,00
AcademiejaarVaardigheidstoets hands on permanent (Permanente evaluatie)20,00

Toetsing (tekst)

Te beoordelen competenties
de student:
kan zelfstandig werken
kan een choreografisch groepsproces initiëren/finaliseren
toont inzicht in choreografische principes en kan een van een groepschoreografie creëren
toont een artistiek en kan dit omzetten in een choreografie
gebruikt variatie in dynamiek
gebruikt de ruimte
toont muzikaliteit 
heeft basiskennis lichttechniek en gebruikt belichting in functie van de compositie  
benut de individuele capaciteiten van elke danser
is sociaal vaardig
komt afspraken na