Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
campus Mutsaardstraat
Mutsaardstraat 31 - 2000 Antwerpen
T +32 3 213 71 00 - F +32 3 213 71 19
academie@ap.be
Bachelorproject29686/1717/1920/1/43
Studiegids

Bachelorproject

29686/1717/1920/1/43
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Bachelor in de beeldende kunsten, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • grafisch ontwerp
  • Bachelor of Arts in Visual Arts
    Afstudeerrichting:
    • Graphic Design
  • Schakelprogramma Beeldende Kunsten
  • Voorbereidingsprogramma Beeldende Kunsten
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Verplancke Klaas
Andere co-titularis(sen): Beck Janna, Devrome Johan, Geerinck Ann
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 09.03.2020 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Onderwijsorganisatie (tekst)

De student wordt in het atelier zowel individueel als in groep begeleid, beoordeeld en geëvalueerd. Deelname aan de lessen en participatie in het atelier is noodzakelijk. In het geval je gewettigd afwezig bent, breng je zo spoedig mogelijk een attest binnen op het studentensecretariaat. Ongewettigde afwezigheden kunnen je studievoortgang in het gedrang brengen. Consult, presentatie, studiebezoek, zelfstudie en confrontatie met werk van medestudenten maken deel uit van de atelierwerking. De (co-)titularissen van Redactioneel Ontwerp 3, Interactief Ontwerp 3, Beeldontwerp 3 en Typografie 3 nemen een rol op als mentor voor bachelorprojecten. De student organiseert zijn bachelorproject in overleg met een of meerdere van deze mentoren.

Begincompetenties (tekst)

De student heeft kennis van en inzicht in redactioneel ontwerp, interactief ontwerp, beeldontwerp en typografie op een verruimd niveau.

OLR-Leerdoelen (lijst)

BA1 - Over de nodige artistieke vaardigheden beschikken om onder begeleiding een persoonlijk project binnen het brede spectrum van de beeldende kunsten te ontwerpen en/of te realiseren.
De student vertaalt analyse en interpretatie in innoverende ideeën en concepten.(creatie)
De student kan in overleg met mentoren een eigen artistiek project bedenken. (creatie)
De student kan een persoonlijk artistiek project ontwerpen. (creatie)
De student kan ontwerpopdrachten en bronmateriaal analyseren en interpreteren. (creatie)
De student kan analyse en interpretatie in innoverende ideeën en concepten vertalen. (creatie)
De student kan een eigen artistiek project realiseren. (realisatie)
De student kan een opdrachtanalyse in beeld en tekst vertalen. (realisatie)
De student kan beeld en tekst ontwerpen. (realisatie)
De student kan beeld en tekst bewerken en redigeren. (realisatie)
De student kan beeld en tekst in grafisch ontwerp verwerken. (realisatie)
De student kan diverse grafische media ontwerpen. (realisatie)
BA2 - Over de nodige kennis, vaardigheden en inzichten beschikken inzake materiaal, vorm, handeling, concepten, functie en inhouden van het gekozen medium.
De student kan technische problemen tijdens het ontwerpproces herkennen en oplossen. (realisatie)
De student kan grafische ontwerptechnologie hanteren. (realisatie)
BA3 - Kennis en inzicht hebben en blijven ontwikkelen in de maatschappelijke, culturele, artistieke, historische en internationale context van de beeldende kunsten en de artistieke praxis.
De student kent en heeft inzicht in de context van grafisch ontwerp als kunstpraktijk. (onderzoek)
De student kan grafisch ontwerp als kunstpraktijk bevragen en evalueren. (onderzoek)
De student heeft een eigen en hedendaagse visie op grafisch ontwerp als kunstpraktijk. (onderzoek)
BA4 - Een kritische en onderzoekende houding ontwikkelen en aanscherpen ten opzichte van ontwerpen en/of realisaties die voortkomen uit beeldende experimenten en onderzoek, emotie en intuïtie.
De student kan de persoonlijke en hedendaagse visie vertalen in een grafisch ontwerp. (onderzoek)
De student heeft een kritische houding tegenover eigen werk. (onderzoek)
BA5 - In het ontwikkelen van een eigen beeldtaal vertrekken van een zoekende en reflecterende houding.
De student heeft via grafisch onderzoek een authentieke ontwerptaal ontwikkeld. (creatie)
De student kan op basis van grafisch experiment onderzoek verrichten. (creatie)
BA6 - Het karakteristieke van persoonlijke ontwerpen en/of realisaties vatten en op geëigende wijze communiceren.
De student heeft inzicht in vorm, inhoud en communicatie van ontwerptaal. (creatie)
De student kan via ontwerptaal met publiek communiceren. (creatie)
De student hanteert ontwerptaal op consequente en consistente wijze. (creatie)
De student op reflectieve wijze communiceren over grafisch ontwerp. (communicatie)
De student kan een idee, concept, visie, vorm en project omschrijven en motiveren. (communicatie)
De student toetst idee, concept, visie, vorm en project aan publiek. (communicatie)
De student kan het persoonlijke ontwerp en proces omschrijven en motiveren. (communicatie)
De student participeert in besprekingen met mentoren en medestudenten. (communicatie)
De student treedt op gelijkwaardige basis in dialoog met mentoren. (communicatie)
De student interpreteert en verwerkt kritiek met maturiteit. (communicatie)
De student kan het persoonlijke ontwerp en proces op reflectieve wijze verbeelden en verwoorden. (communicatie)
De student kan een persoonlijk artistiek project presenteren. (communicatie)
De student onderneemt actie om als grafisch ontwerper een positie te verwerven. (communicatie)
BA7 - Het eigen artistieke project kunnen organiseren in samenspraak met anderen. 
De student kan deelopdrachten binnen een persoonlijk artistiek project formuleren. (creatie)
De student kan deelopdrachten binnen een persoonlijk artistiek project uitwerken. (creatie)
De student kan de creatie en realisatie van een persoonlijk artistiek project organiseren. (organisatie)
De student kan het eigen onderzoek organiseren. (organisatie)
De student werkt samen en overlegt met mentoren en medeontwerpers. (organisatie)
De student kan de productietechnische opmaak van het persoonlijke ontwerp verzorgen. (organisatie)
De student overlegt met productiepartners. (organisatie)
De student haalt vooropgestelde (tussentijdse) deadlines. (organisatie)
De student bewaakt de artistieke coherentie van het hele ontwerp. (organisatie)

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Diverse grafische ontwerpinstrumenten en productiemethodes.

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 2Artistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Permanente evaluaties door toon/controlemomenten tijdens het semester.
Semester 2: definitieve jury na afsluit van semester 2.

De permanente evaluaties zijn richtinggevend. Proces en product zijn onlosmakelijk verbonden en worden samen geëvalueerd. De proces- en productevaluatie wordt voor 100% vastgelegd op de definitieve jury na afsluit semester 2.