• Beantwoorden aan de toelatingsvoorwaarden voor de Specifieke Lerarenopleiding Muziek.
• Competenties m.b.t. de observeren verworven hebben binnen het opleidingsonderdeel Didactiek van het artistiek leren.
  
  
  

FG1 1.4 1.4.2 De student-leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
De student-leerkracht kan, naargelang van het geval, de leerinhouden opdelen in deelleerstappen, gedifferentieerde opdrachten, thema's en projecten, en modules, al dan niet vakoverschrijdend.
De student-leerkracht maakt een logische opbouw in de volgorde van de leerinhouden en in de activiteiten, vertrekkend van een (aangereikt of gekozen) thema.

FG1 1.5 1.5.2 De student-leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
De student-leerkracht kiest gepaste groeperingsvormen, creëert een aangepaste ruimte en bepaalt een goede timing.
De student-leerkracht prikkelt de kinderen individueel en in groep met afwisselende werkvormen en integreert hierbij de kennis over de onlosmakelijke link tussen de elementen tijd, ruimte en energie.

FG1 1.7 1.7.1 De student-leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
De student-leerkracht brengt motiverende leeromgevingen tot stand, die aangepast zijn aan de belangstelling en het verwerkingsniveau van de leerlingen;
De student-leerkracht heeft een visie op muzikale ontwikkeling en contextualiseert deze in functie vande doelgroep en rekening houdend met de diversiteit van elk kind.

FG1 1.7 1.7.4 - 1.7.6 De student-leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
De student-leerkracht stelt leerlingen in de gelegenheid om leerinhouden actief te ontdekken en te verwerken en bevordert het samenwerkend leren.
De student-leerkracht schept een leeromgeving die uitnodigt en die de kinderen stimuleert tot actieve betrokkenheid en sociale interactie.

FG1 1.13 1.13.4 De student-leerkracht kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten vanuit een vakoverschrijdende invalshoek, en eigen vakinhouden met elementen uit andere disciplines verbinden.
De student-leerkracht is zich bewust van de andere kunstdisciplines en kan ze integreren bij het concipiëren van initiatielessen.

FG2 2.2 2.2.3 De student-leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen. de leerlingen ondersteunen bij het nemen van verantwoordelijkheid.
Stimuleert kinderen tot mondigheid en zelfstandigheid en zet hen aan tot nuanceren.

FG3 3.1 3.1.1 De student-leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen.
De student-leerkracht detecteert hiaten in de eigen vakdeskundigheid en vult deze aan, en actualiseert en verdiept de verworven deskundigheiden breidt deze uit.
De student-leerkracht chetst de belangrijkste inhouden van het vak initiatie en maakt daarbij een onderscheid tussen een eerste (algemener) jaar en een tweede (verdiepend) jaar.

FG3 3.2 3.2.1 De student-leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
De student-leerkracht maakt flexibel gebruik van domeinspecifieke kennis en vaardigheden in de pedagogisch-didactische aanpak.
De student-leerkracht initieert een groep 6-/7-jarige kinderen op een of meerdere vakinhoudelijke terreinen envertrekt daarbij vanuit de uitgangspunten voor muziekinitiatie.

FG5 5.3 5.3.1 De student-leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
De student-leerkracht stuurt de klaspraktijk vanuit reflectie op de eigen ervaringen bij, o.m. door onder begeleiding eenvoudig praktijkgericht onderzoek uit te voeren.
De student-leerkracht kijkt zelfkritisch naar manieren om het eigen functioneren ter discussie te stellen en bij te sturen en vergelijkt verschillende alternatieven.

FG11 11.8 11.8 Creatieve gerichtheid De ondersteunende kennis omvat relevante informatiebronnen.
De student-leerkracht is erop gericht om uit diverse situaties, ervaringen en informatiebronnen ideeën te putten en deze op een creatieve manier gestalte te geven in initiatielessen.

- Competenties eerste graad DKO - thematisch werken - leeractiviteiten - lesopbouw
- Soorten spelen, werkvormen - spelregel tijd-ruimte-energie
- De muzische mens - als het moment zingt - muziek van het lichaam - sleutelfiguren
- Inter-actieve pedagogie: manieren van communiceren - gebruik didactisch materiaal -
diversiteit zintuiglijke ervaringen en daarmee verbonden kunstenweb - een kind heeft 100 talen.
- Basisvoorwaarden muziekinitiatie - uitgangspunten muziekinitiatie - vakinhouden muziekinitiatie
- Bewust worden door bewegen: lichaam en bagage - muzikale en kinesthetische kwaliteiten van de leraar.
- Artistieke rollen.
- Mogelijke input voor artistiek werken - overzicht bestaand materiaal.