Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Productiepraktijk 3732/1701/1920/1/75
Studiegids

Productiepraktijk 3

732/1701/1920/1/75
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Bachelor in de dans, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 24 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Gordon Natalie
Andere co-titularis(sen): Azpillaga Camio Ignacio, Coronado Marta, D'Alessandro De Olano Agostina, de Bois Albrik, Jessop Luke, Martins de Oliveira Renan, Reehorst Nienke, Yang Michel
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2019 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

Korte omschrijving

Productiepraktijk 3 richt zich op de artistieke ontwikkeling van de studenten door middel van de volgende onderdelen: repertoire, workshops, masterclasses, creatie, choreografie (solo en groep), improvisatie, drama en muziek.

Volgtijdelijkheid

geslaagd voor Productiepraktijk 2.

Begincompetenties (tekst)

Geslaagd zijn voor Productiepraktijk 2.

Leerdoelen

  • Investeert volledig in elk aspect van de opleiding om de aangeboden diversiteit te omarmen en persoonlijke verbanden te onderzoeken.
  • Reflecteert over de bredere artistieke context van de choreografie/choreograaf en onderzoekt een persoonlijke relatie tot de choreografie/choreograaf.
  • Kan de compositie-ideeën en werkmethoden vertalen die gekoppeld zijn aan de stijl en visie van de choreograaf.
  • Analyseert een persoonlijke verbinding en resonantie met de vorm en de inhoud van het werk
  • Presenteert het werk in overeenstemming met originele vorm, inhoud en eigen uitstraling.
  • Herdefinieert danstechnische en performancevaardigheden tijdens het proces en de voorstelling.
  • Analyseert en integreert de podiumvaardigheden die zijn verworven in andere cursussen in de uitvoering en verkenning van repertoire en creaties.
  • Embodies de danspraktijk om eigen materiaal te creëren binnen een bepaald concept.
  • Werkt onafhankelijk van elkaar met nieuw materiaal om het gewenste embodiment te bereiken.
  • Bezit de verantwoordelijkheid om als individu te functioneren binnen een klasgroep.
  • Ontwikkelt het ruimtelijk bewustzijn als individu en als onderdeel van een groep.
  • Analyseert en reageert op een diversiteit aan bewegingsmogelijkheden, methodologieën en stijlen.
  • Verwerkt en zet bestaand materiaal om in een voorstelling
  • Investeert in het ervaren en verkennen van een diversiteit aan artistieke visies
  • Verbindt zich en draagt bij tot artistieke samenwerkingsverbanden in creatieve omgevingen.
  • Is open en ontvankelijk voor feedback en correcties
  • Kan deelnemen aan een kritische en constructieve dialoog over een artistiek proces
  • Verbindt zich met het publiek en met zijn/haar eigen theatrale prestaties om een intentie over te brengen
  • Kan een werk analyseren en belichamen dat in contrast staat met zijn/haar persoonlijke ervaring, smaak en bewegingsstijl.
  • Ontwikkelt eigen artistieke concepten, bewegingspraktijk en opdrachten voor composities
  • Is in staat om een proces te begeleiden in een omgeving waar samenwerken centraal staat.
  • Werkt samen met een kunstenaar van een andere discipline
  • Creëert en voert eigen werk uit
  • Kan zijn of haar creatie observeren, erover nadenken en erover communiceren vanuit een artistiek en productieperspectief.
  • Brengt ervaringen van uiteenlopende artistieke visies over naar de ontwikkeling van een eigen artistieke praktijk.
  • Laat een bereidheid en openheid zien om zichzelf uit te dagen.
  • Gebruikt de nodige vaardigheden om een constructieve dialoog aan te gaan met collega's en docenten over een persoonlijke creatie.
  • Analyseert het eigen werk in relatie tot de methodologieën die in de loop van de opleiding worden bestudeerd.
  • Investeerd in artistieke expressie en het communiceren van een choreografische intentie
  • Ontwikkelt een artistiek project, vertrekkend van een onderzoeksvraag en kan dit uitwerken tot een voorstelling.
  • Investeert in bewegingsonderzoek
  • Integreert een verscheidenheid aan choreografische en structurele hulpmiddelen
  • Communiceert op een heldere manier met dansers, medewerkers, collega's, collega's en publiek.
  • Coördineert de logistiek van een complex proces
  • Embodies het juiste gebruik van release and weight bij de uitvoering van de beweging.
  • Onderzoekt expressie via stem en tekst
  • Voedt een creatie met een eigen dansvocabulaire
  • Waardeert individualiteit en respecteert de individuele bijdrage aan een creatief proces.
  • Embodies manipulatie als een oefening
  • Reflecteert en herdefinieert het gebruik van de release, het gewicht, de aanraking en de stem.
  • Gebruikt een heldere, persoonlijke woordenschat en kan besluiten nemen
  • Verdere ontwikkeling van vaardigheden die in Drama 2 zijn verworven
  • Is ontvankelijk voor de theatrale verbeelding van een partner
  • Staat open voor de inbreng van een partner
  • Verwerft gevoeligheid voor de verschuivende dynamiek tussen de personages tijdens een scène.
  • Past dynamische verschuivingen toe op de toenemende dramatische kwaliteit van een scène.
  • Voelt zich comfortabel met en kan gebruik maken van de kracht van de stilte in een scène.
  • Gebruikt ruimtelijke opstelling als dramatisch element (afstand vs. nabijheid en aanraking).
  • Gebruikt het element van verrassing om nieuwe mogelijkheden te creëren
  • Reflecteert over hoe een musicus de opgelegde oefeningen ervaart, analyseert, hercollecteert en onderzoekt door gebruik te maken van zowel live als opgenomen muziek
  • Creëert eigen oefeningen en bewegingsvocabulare die de eigen praktijk in vraag stelt.
  • Vertaalt een bewegingszin naar een visuele partituur om de kwaliteit van de beweging vanuit een ander perspectief te onderzoeken
  • Investeert in de praktijk, herhaling en onderzoek, dat het verkennen van de muzikaliteit vereist
  • Gebruikt onderzoekend spel om nieuwe mogelijkheden te ontdekken;

Leerinhoud

Productiepraktijk 3 richt zich op de artistieke ontwikkeling van de studenten door middel van de volgende onderdelen: repertoire, workshops, masterclasses, creatie, choreografie (solo en groep), improvisatie, drama en muziek. Productiepraktijk omvat een reeks artistieke cursussen en projecten met nationale en internationale gastdocenten die de student aanspreken als danskunstenaar en een reeks vaardigheden en ervaringen aanreiken die relevant zijn om het professionele dansveld te betreden.

In Repertoire leert en verkent de student bewegingsmateriaal van een bestaand stuk van een (gast)choreograaf en wordt dit in een een presentatievorm gegoten. De student embodies de choreografische ideeën en werkwijzen die verbonden zijn met de stijl en visie van de choreograaf en wordt aangemoedigd om de relatie tussen vorm en inhoud te onderzoeken. De student reflecteert op zijn/haar embodied connection en over de interpretatie van het bestaande dansmateriaal. Het materiaal wordt onderwezen door de choreograaf of een assistent/danseres van het gezelschap.

In Creatie ervaren de studenten een creatief groepsproces dat leidt tot een creatie en presentatie. Het proces wordt begeleid door een (gast)choreograaf. De student verkent verschillende choreografische werkwijzen die gekoppeld zijn aan de stijl en visie van de choreograaf. De student neemt actief deel aan het proces van exploratie en compositie. In workshops of masterclasses nemen de studenten deel aan een ervaring met een danskunstenaar die vele vormen kan aannemen, variërend van een 2 uur durende workshop tot een week lang verblijf of symposium. Danskunstenaars worden uitgenodigd om hun persoonlijke visies voor studenten te delen om nieuwe werkmethoden of artistieke praktijken te ervaren.

In solo-choreografie gaat de student een samenwerkingsverband aan waarbij de relatie tussen dans en muziek de centrale as is van onderzoek en eindwerk. Verschillende manieren van onderzoek en samenwerking worden tijdens het proces verkend en de student wordt aangemoedigd om zijn of haar eigen artistieke keuzes te maken. Tijdens de cursus krijgt de student choreografische input en coaching en (peer) feedback. Het eindresultaat wordt gepresenteerd in de vorm van een voorstelling van maximaal 10 minuten waarin dans en muziek live worden uitgevoerd.

In groepschoreografie wordt aan studenten gevraagd om een stuk van maximaal 10 minuten te choreograferen dat wordt uitgevoerd door BA1 en BA2 dansstudenten. Het proces omvat de ontwikkeling van een thema vanuit een onderzoeksvraag en het uitwerken van een reeks artistieke en logistieke beslissingen. De onderzoeksvraag moet ook betrekking hebben op de Portfolio-taak van de studenten en op de Solo-choreografie van de studenten op een lineaire of niet-lineaire manier. Studenten worden aangespoord om aandacht te besteden aan alle onderdelen van hun proces: o.a. bewegingsgeneratie, ontwikkeling, variatie, manipulatie van materiaal, consolidatie, toepassing van choreografische en structurele middelen, delen, feedback en reflectie. De studenten worden ook aangespoord om te experimenteren met verschillende vormen van uitvoering. Naast de focus op de creatie wordt van de studenten ook verwacht dat ze een constructieve werkomgeving creëren, waar zowel zijzelf als hun dansers zich veilig voelen om hun dans- en choreografische vaardigheden maximaal uit te dagen.

In Improvisation passen de studenten hun kennis van de Conscious Release Method toe in andere elementen van expressie: het gebruik van geluid, het verkennen van de stem en het gebruik van tekst. De studenten blijven werken aan het verdiepen van de essentiële basisprincipes van de cursus en hun integratie in andere gebieden, en het proces zal resulteren in een creatie om de principes volledig te belichamen in de uitvoering.

In Drama, na een gezamenlijke lezing van het tekstmateriaal, daagt de cursus de studenten uit om een partner en een scène uit de tekst te vinden en deze te ontwikkelen in een repetitiesetting om deze aan het eind van de cursus uit te voeren. De gekozen scène moet worden beschouwd als een persoonlijk en gezamenlijk gemaakt artistiek theaterstuk, losgesneden van de oorspronkelijke bedoeling en/of verhaallijn van de originele volledige tekst en is een scenische toepassing van de creatieve theatrale verbeelding die uit de samenwerking van de partners voortkomt.

De productiepraktijk als cluster van vakken brengt studenten in contact met verschillende elementen van het professionele dansveld met kunstenaars die actief zijn in het veld, en biedt een brede waaier aan ervaringen van de artistieke praktijk, stijlen en methodologieën. Studenten analyseren hun relatie met elke ervaren praktijk en de resonantie die elk van hen heeft binnen hun eigen ontwikkeling als danskunstenaar.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Trotter DANS: opleidingsgids voor de opleiding bachelor dans

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk
  • Duur: Academiejaar
Practicum en/of oefeningen
Vormen van groepsleren

Toetsing (tekst)

De toetsvormen omvatten:

  • Vaardigheidstoets artistiek permanent
  • Artistieke praktijk
  • Projectopdracht
  • Reflectie-opdracht

De student moet steeds aanwezig zijn tijdens de lessen voor dit opleidingsonderdeel.
Tijdens deze lessen vindt de permanente evaluatie plaats. Deze permanente evaluatie telt voor 50% mee bij de totstandkoming van het gehele examencijfer voor dit opleidingsonderdeel.
Indien de student in meer dan 1/5e van de lessen ongewettigd afwezig is, krijgt hij een 0/20 voor het onderdeel 'permanente evaluatie'

Voorwaarden gewettigde afwezigheid:

Een afwezigheid gestaafd door een medisch attest
Een vooraf aangevraagde afwezigheid, goedgekeurd door het opleidingshoofd