Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat sociaal-cultureel werk (uitdovend), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
3 studiepunten
Co-titularis(sen): Possemiers Sanne
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 40,00 uren
Korte omschrijving
Vanuit een theoretisch raamkader gaan we kijken naar de eigen identiteit van het sociaal culturele werk in een veranderende samenleving.
OLR-Leerdoelen (lijst)
BSC1 identificeren, definiëren en analyseren van complexe (psychosociale) behoeften en probleemsituaties.
De student plaatst sociaal-culturele organisaties binnen de juiste sector |
De student beschrijft de relatie tussen het sociaal-cultureel werk en de overheid |
De student benoemt de verschillende sectoren binnen het sociaal-cultureel werk |
De student beschrijft het beroepsprofiel en de verwachte taken van een sociaal-cultureel werker |
AC1 denk- en redeneervaardigheid.
De student beschrijft het beroepsprofiel en de verwachte taken van een sociaal-cultureel werker |
De student plaatst sociaal-culturele organisaties binnen de juiste sector |
BSC7 reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen methodiek van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving |
De student benoemt de verschillende functies en de randfuncties van het sociaal-cultureel werk |
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving |
De student positioneert het sociaal-cultureel werk in de samenleving |
De student beschrijft de relatie tussen het sociaal-cultureel werk en de overheid |
BSC19 verbindingen leggen naar de andere vanuit elk van de drie kernfuncties. (educatie, cultuur, activering)
De student benoemt de verschillende sectoren binnen het sociaal-cultureel werk |
De student benoemt de verschillende functies en de randfuncties van het sociaal-cultureel werk |
AC3 vermogen tot kritische reflectie.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving |
BSC8 bevorderen van eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep.
De student positioneert het sociaal-cultureel werk in de samenleving |
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen methodiek van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving |
BSC12 maken van doelgroepanalyse.Het leggen van contacten en groepsdynamisch werken met specifieke doelgroepen.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving |
Leerinhoud
Methodieken van het SCW, SCW in de samenleving, de verschillende functies van het SCW en de taken van de SCW'er, dee sectoren van het SCW, het beroepsprofiel.
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Kennistoets | 80,00 | |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands off | 20,00 | |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Tweede examenperiode | Kennistoets | 80,00 | |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets hands off | 20,00 | |
Toetsing (tekst)
Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie.
er is een examen op 80% van de punten en een groepsopdracht op 20% van de punten.