Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Identiteit van het sociaal-cultureel werk31595/1780/1920/1/03
Studiegids

Identiteit van het sociaal-cultureel werk

31595/1780/1920/1/03
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Graduaat sociaal-cultureel werk (uitdovend), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Co-titularis(sen): Possemiers Sanne
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 40,00 uren

Korte omschrijving

Vanuit een theoretisch raamkader gaan we kijken naar de eigen identiteit van het sociaal culturele werk in een veranderende samenleving. 

OLR-Leerdoelen (lijst)

BSC1 identificeren, definiëren en analyseren van complexe (psychosociale) behoeften en probleemsituaties.
De student plaatst sociaal-culturele organisaties binnen de juiste sector
De student beschrijft de relatie tussen het sociaal-cultureel werk en de overheid
De student benoemt de verschillende sectoren binnen het sociaal-cultureel werk
De student beschrijft het beroepsprofiel en de verwachte taken van een sociaal-cultureel werker
AC1 denk- en redeneervaardigheid.
De student beschrijft het beroepsprofiel en de verwachte taken van een sociaal-cultureel werker
De student plaatst sociaal-culturele organisaties binnen de juiste sector
BSC7 reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen methodiek van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving
De student benoemt de verschillende functies en de randfuncties van het sociaal-cultureel werk
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving
De student positioneert het sociaal-cultureel werk in de samenleving
De student beschrijft de relatie tussen het sociaal-cultureel werk en de overheid
BSC19 verbindingen leggen naar de andere vanuit elk van de drie kernfuncties. (educatie, cultuur, activering)
De student benoemt de verschillende sectoren binnen het sociaal-cultureel werk
De student benoemt de verschillende functies en de randfuncties van het sociaal-cultureel werk
AC3 vermogen tot kritische reflectie.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving
BSC8 bevorderen van eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep.
De student positioneert het sociaal-cultureel werk in de samenleving
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen methodiek van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving
BSC12 maken van doelgroepanalyse.Het leggen van contacten en groepsdynamisch werken met specifieke doelgroepen.
De student verwoordt vanuit een theoretisch raamkader de eigen identiteit van het sociaal-cultureel werk in een snel evoluerende samenleving

Leerinhoud

Methodieken van het SCW, SCW in de samenleving, de verschillende functies van het SCW en de taken van de SCW'er, dee sectoren van het SCW, het beroepsprofiel.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges25,00 uren
Practicum en/of oefeningen10,00 uren
Vormen van groepsleren5,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennistoets80,00
AcademiejaarVaardigheidstoets hands off20,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets80,00
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off20,00

Toetsing (tekst)

Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie. 
er is een examen op 80% van de punten en een groepsopdracht op 20% van de punten.