Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat sociaal-cultureel werk (uitdovend), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
5 studiepunten
Co-titularis(sen): Verschaeren Edward
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 60,00 uren
Korte omschrijving
In de organisatieleer kijken we naar hoe mensen organisaties creëren en waarom ze dat doen. Doelgericht samenwerken staat daarbij centraal, vertrekkend vanuit een missie en een visie. We focussen op het ontwikkelen van functies, plannen en doelen stellen, de structuur en de cultuur van organisaties. Tot slot besteden we aandacht aan een basiskenmerk van iedere organisatie, met name verandering.
OLR-Leerdoelen (lijst)
ABC3 heeft het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk.
De student beschrijft de visie van een fictieve organisatie uit het werkveld die bij hem past. |
De student benoemt valkuilen van zijn/haar ideale organisatiestructuur |
De student beschrijft de missie van een fictieve organisatie uit het werkveld die bij hem past. |
AC1 denk- en redeneervaardigheid.
De student onderzoekt welke organisatiestructuur bij hem/haar past |
BSC7 reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden.
De student bespreekt de missie en de visie van een organisatie uit het werkveld die bij hem/haar past. |
De student gaat op zoek naar een organisatie met een structuur die bij hem/haar past |
De student bespreekt een reeds uitgevoerde functie aan de hand van het taakkenmerkenmodel |
De student benoemt een organisatie waar hij een bij hem/haar passende functie binnen het werkveld zou kunnen opnemen. |
De student past het taakkenmerkenmodel toe op een voor hem/haar relevante functie. |
De student onderzoekt welke organisatiestructuur bij hem/haar past |
De student onderzoekt welke organisatiecultuur bij hem/haar past. |
ABC2 oplossingsgericht werken, ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
De student benoemt valkuilen van zijn/haar ideale organisatiecultuur |
De student benoemt valkuilen van zijn/haar ideale organisatiestructuur |
BSC4 integraal bewaken en bevorderen van de kwaliteit van eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden.
De student onderzoekt welke organisatiestructuur bij hem/haar past |
De student onderzoekt welke organisatiecultuur bij hem/haar past. |
De student bespreekt de missie en de visie van een organisatie uit het werkveld die bij hem/haar past. |
De student benoemt zijn/haar professionele missie en visie |
BSC8 bevorderen van eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep.
De student gaat op zoek naar een organisatie met een cultuur die bij hem/haar past |
De student onderzoekt welke door hem uit te voeren functies binnen zijn/haar werkveld bestaan |
De student benoemt zijn/haar professionele missie en visie |
De student beschrijft de missie van een fictieve organisatie uit het werkveld die bij hem past. |
De student gaat op zoek naar een organisatie met een structuur die bij hem/haar past |
De student benoemt een organisatie waar hij een bij hem/haar passende functie binnen het werkveld zou kunnen opnemen. |
Leerinhoud
Volgende hoofdthema’s uit de organisatieleer worden theoretisch besproken en praktijkgericht toegepast: Functies ontwerpen, plannen en doelen stellen, organisatiestructuur, organisatiecultuur en omgaan met veranderingen in organisaties.
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands off | 100,00 | |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets hands off | 100,00 | |
Toetsing (tekst)
Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie.