Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat sociaal-cultureel werk (uitdovend), trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
3 studiepunten
Co-titularis(sen): Geerdens Robrecht, Geerts Simon, Possemiers Sanne, Roelandts Marijke, Wieƫrs Lena
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 340,00 uren
Korte omschrijving
Tweede stagemodule. Visie, theorie en methodieken worden verbonden met het praktijkfunctioneren. Het kunnen meedraaien als zelfstandig sociaal-cultureel werker in een organisatie wordt als uitgangspunt genomen. Studenten lopen 300 uren stage in het sociaal-culturele werkveld. Naast de beroepspraktijk vinden supervisiebijeenkomsten, individuele gesprekken, praktijkbezoeken en evaluatiegesprekken plaats. Tijdens supervisiemomenten wordt er gereflecteerd over het eigen functioneren en dat van anderen met de betrachting zo het praktijkfunctioneren te optimaliseren.
Begincompetenties (tekst)
Men kan enkel de tweede stage volgen als de eerste met succes is voltooid.
OLR-Leerdoelen (lijst)
AC1 denk- en redeneervaardigheid.
De student situeert de eigen praktijkcontext in het bredere professionele veld |
BSC7 reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden.
De student reflecteert op concrete praktijksituaties en plaatst het eigen handelen hierin vanuit de inzichten verworven tijdens de modules |
AC8 een ingesteldheid tot levenslang leren.
De student positioneert zichzelf als lerende in de opleidings- en praktijkcontext |
BSC13 positioneren in een diverse context en in dialoog gaan met de andere in wederzijds respect.
De student geeft, ontvangt en implementeert feedback op gepaste wijze |
BSC4 integraal bewaken en bevorderen van de kwaliteit van eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden.
De student identificeert de eigen sterktes en beperktheden en hanteert deze in functie van het professioneel handelen |
BSC8 bevorderen van eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep.
De student hanteert zelfstandig de competenties die verwacht worden van een beginnend sociaal-cultureel werker |
De student integreert verschillende leerstijlen in functie van de eigen groei in professioneel handelen |
Leerinhoud
Stage en terugkoppeling tijdens supervisie
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Reflectieopdracht | 50,00 | |
Academiejaar | Stage | 50,00 | |
Toetsing (tekst)
50% van de punten wordt door de stagementor aangegeven, 50% van de punten staat op werkstukken.
Studenten voeren de stage volledig uit (100%).