Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat orthopedagogie (uitdovend - Antwerpen), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
9 studiepunten
Co-titularis(sen): Bachot Anja, Geerts Simon, Rogge Eveline
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 250,00 uren
Korte omschrijving
De opleiding is uitgebouwd binnen een modulaire structuur waarin het competentiegericht leren en beoordelen centraal staan. Een evenwicht tussen theoretische kennis en praktijkervaring staat garant voor een dynamisch leerproces, waarin de vereiste competenties worden ontwikkeld en studenten leren om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun leerproces. In elk semester wordt er beroepspraktijk ingericht. Beroepspraktijk is een opleidingsonderdeel waarin de student meer voeling krijgt met de praktijk en kan leren van de ervaringen en de deskundigheid van het team/ organisatie binnen het werkveld. Tijdens het tweede deel van het eerste semester van de opleiding (BP2) doet de student minimum 100 uren praktijk/stage. Om het leerproces van de student optimaal te begeleiden organiseert de praktijklector van het centrum één praktijkbezoek. Daarnaast heeft de praktijklector individuele gesprekken met studenten. De studenten verwerken hun stage-ervaringen in opdrachten en bespreken deze in kleine leergroepen. De student doet stage/praktijk in dezelfde organisatie voor de opleidingsonderdelen BP2 en BP3.
OLR-Leerdoelen (lijst)
BSC5 Ondersteunen en ontwikkelen van netwerken
Student maakt in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know. |
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren) |
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet |
De student handelt vanuit een grondhouding van gelijkwaardigheid en verbondenheid. |
legt in eigen woorden de missie en visie van de organisatie uit |
G1 Respect voor de totale persoon in zijn context
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren) |
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet |
G3 Denk-,leer- en redeneervermogen
De student gaat aan de slag met feedback over het eigen functioneren |
De student toont leergierigheid en leerbereidheid i.v.m de doelgroep en organisatie |
BC2 Omgaan met informatie
De student gaat discreet om met gevoelige informatie |
De student gaat discreet om met vertrouwelijke informatie |
De student geeft geobserveerde feiten objectief weer |
BC4 Emancipatorisch handelen
De student laat blijken dat hij zich kan inleven in de ervarings- en belevingswereld van anderen. |
G2 Kritisch reflecteren
De student leert reflecteren over de eigen emoties en zijn persoonlijk functioneren als opvoeder in opleiding |
De student stelt vragen over het eigen functioneren (de werking van de organisatie en de doelgroep = Omgaan met informatie) |
De student staat open voor feedback |
De student stuurt zichzelf bij op basis van zelfreflectie |
BC1 Doelgericht en respectvol communiceren
De student laat blijken dat hij zich kan inleven in de ervarings- en belevingswereld van anderen |
De student communiceert mondeling op een heldere en gepaste manier met cliënten |
De student communiceert mondeling op een heldere en gepaste manier over anderen |
De student past de methodiek van actief luisteren toe in gesprekken |
BSC1 Orthopedagogisch handelen en begeleiden
De student brengt eigen ervaringen en observaties aan in functie van de hulpvraag van de cliënt. |
De student stelt zich toegankelijk, zichtbaar en bereikbaar op zodat cliënten zich uitgenodigd voelen en met hun vragen terecht kunnen |
De student formuleert vragen en bedenkingen in functie van het handelingsplan/ondersteuningsplan van de cliënt |
De student ontwikkelt respons op een hulpvraag van de client vanuit observatie, eigen ervaring en overleg met het team. |
De student verzamelt informatie om de hulpvraag van de cliënt vast te stellen |
BSC3 Samenwerken
De student vraagt hulp en ondersteuning waar nodig |
De student werkt samen met collega’s op een constructieve manier |
De student herkent en benoemt methodieken en theoretische denkkaders. |
De student handelt vanuit een grondhouding van gelijkwaardigheid en verbondenheid. |
De student communiceert mondeling op een doelgerichte en respectvolle manier met het team. |
De student communiceert op een respectvolle manier met de cliënt en het cliëntsysteem. |
De student communiceert schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met het team. |
gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's |
beschrijft zijn mandaat (rol, positie) binnen het team.
|
stelt vragen over de gekregen feedback |
communiceert op een doelgerichte manier met de cliënt en het cliëntsysteem |
stemt onder begeleiding zijn handelen af op het handelingsplan/begeleidingsplan |
stemt zijn gedrag af op de eigenheid en verscheidenheid van de doelgroep |
verduidelijkt de invloed van het eigen referentiekader op zijn handelen |
beschrijft het belang van het netwerk van de cliënt
|
De student stelt vragen over het eigen functioneren (de werking van de organisatie en de doelgroep = Omgaan met informatie) |
beschrijft hoe hij/zij zijn orthopedagogische competenties kan bijsturen op basis van zelfreflectie |
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Op digitap wordt materiaal ter beschikking gesteld
informatiebundel
opdrachtenbundel
evaluatiedocument
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Stage | 100,00 | De stagebeoordeling gebeurt op basis van: - evaluatie stage - portfolio - inbreng tijdens supervisiecontacten
Als de student ongewettigd afwezig is, kan er een 0 op 20 toegekend worden voor de stage. Als de student aan het einde van de stageperiode meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, kan er een 0 op 20 toegekend worden. Bij ongewettigde afwezigheid op het arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt 1 punt van het totaalcijfer afgetrokken voor elke afwezigheid. |