Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Beroepspraktijk 25462/1775/1920/1/36
Studiegids

Beroepspraktijk 2

5462/1775/1920/1/36
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Graduaat orthopedagogie (uitdovend - Antwerpen), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Co-titularis(sen): Bachot Anja, Geerts Simon, Rogge Eveline
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 250,00 uren

Korte omschrijving

De opleiding is uitgebouwd binnen een modulaire structuur waarin het competentiegericht leren en beoordelen centraal staan. Een evenwicht tussen theoretische kennis en praktijkervaring staat garant voor een dynamisch leerproces, waarin de vereiste competenties worden ontwikkeld en studenten leren om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun leerproces. In elk semester wordt er beroepspraktijk ingericht. Beroepspraktijk is een opleidingsonderdeel waarin de student meer voeling krijgt met de praktijk en kan leren van de ervaringen en de deskundigheid van het team/ organisatie binnen het werkveld. Tijdens het tweede deel van het eerste semester van de opleiding (BP2) doet de student minimum 100 uren praktijk/stage. Om het leerproces van de student optimaal te begeleiden organiseert de praktijklector van het centrum één praktijkbezoek. Daarnaast heeft de praktijklector individuele gesprekken met studenten. De studenten verwerken hun stage-ervaringen in opdrachten en bespreken deze in kleine leergroepen. De student doet stage/praktijk in dezelfde organisatie voor de opleidingsonderdelen BP2 en BP3.

OLR-Leerdoelen (lijst)

BSC5 Ondersteunen en ontwikkelen van netwerken
Student maakt in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know. 
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren)
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet
De student handelt vanuit een grondhouding van gelijkwaardigheid en verbondenheid.
legt in eigen woorden de missie en visie van de organisatie uit
G1 Respect voor de totale persoon in zijn context
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren)
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet
G3 Denk-,leer- en redeneervermogen
De student gaat aan de slag met feedback over het eigen functioneren
De student toont leergierigheid en leerbereidheid i.v.m de doelgroep en organisatie
BC2 Omgaan met informatie
De student gaat discreet om met gevoelige informatie
De student gaat discreet om met vertrouwelijke informatie
De student geeft geobserveerde feiten objectief weer
BC4 Emancipatorisch handelen
De student laat blijken dat hij zich kan inleven in de ervarings- en belevingswereld van anderen.
G2 Kritisch reflecteren
De student leert reflecteren over de eigen emoties en zijn persoonlijk functioneren als opvoeder in opleiding
De student stelt vragen over het eigen functioneren (de werking van de organisatie en de doelgroep = Omgaan met informatie)
De student staat open voor feedback
De student stuurt zichzelf bij op basis van zelfreflectie
BC1 Doelgericht en respectvol communiceren
De student laat blijken dat hij zich kan inleven in de ervarings- en belevingswereld van anderen
De student communiceert mondeling op een heldere en gepaste manier met cliënten
De student communiceert mondeling op een heldere en gepaste manier over anderen
De student past de methodiek van actief luisteren toe in gesprekken
BSC1 Orthopedagogisch handelen en begeleiden
De student brengt eigen ervaringen en observaties aan in functie van de hulpvraag van de cliënt.
De student stelt zich toegankelijk, zichtbaar en bereikbaar op zodat cliënten zich uitgenodigd voelen en met hun vragen terecht kunnen
De student formuleert vragen en bedenkingen in functie van het handelingsplan/ondersteuningsplan van de cliënt
De student ontwikkelt respons op een hulpvraag van de client vanuit observatie, eigen ervaring en overleg met het team.
De student verzamelt informatie om de hulpvraag van de cliënt vast te stellen
BSC3 Samenwerken
De student vraagt hulp en ondersteuning waar nodig
De student werkt samen met collega’s op een constructieve manier
De student herkent en benoemt methodieken en theoretische denkkaders.
De student handelt vanuit een grondhouding van gelijkwaardigheid en verbondenheid.
De student communiceert mondeling op een doelgerichte en respectvolle manier met het team.
De student communiceert op een respectvolle manier met de cliënt en het cliëntsysteem.
De student communiceert schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met het team.
gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's
beschrijft zijn mandaat (rol, positie) binnen het team.
stelt vragen over de gekregen feedback
communiceert op een doelgerichte manier met de cliënt en het cliëntsysteem
stemt onder begeleiding zijn handelen af op het handelingsplan/begeleidingsplan
stemt zijn gedrag af op de eigenheid en verscheidenheid van de doelgroep
verduidelijkt de invloed van het eigen referentiekader op zijn handelen
beschrijft het belang van het netwerk van de cliënt
De student stelt vragen over het eigen functioneren (de werking van de organisatie en de doelgroep = Omgaan met informatie)
beschrijft hoe hij/zij zijn orthopedagogische competenties kan bijsturen op basis van zelfreflectie

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Op digitap wordt materiaal ter beschikking gesteld
informatiebundel
opdrachtenbundel
evaluatiedocument

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage100,00 uren
Werktijd buiten de contacturen150,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,00De stagebeoordeling gebeurt op basis van:
- evaluatie stage
- portfolio
- inbreng tijdens supervisiecontacten

Als de student ongewettigd afwezig is, kan er een 0 op 20 toegekend worden voor de stage.
Als de student aan het einde van de stageperiode meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, kan er een 0 op 20 toegekend worden.
Bij ongewettigde afwezigheid op het arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt 1 punt van het totaalcijfer afgetrokken voor elke afwezigheid.

Toetsing (tekst)