Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat maatschappelijk werk (uitdovend), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
5 studiepunten
Titularis: Delpire Johan
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 60,00 uren
Korte omschrijving
In deze module staan de grondhouding van de maatschappelijk werker en de gesprekstechnieken centraal. Voorts komt het slechtnieuwsgesprek ook uitvoerig aan bod in deze module.
Begincompetenties (tekst)
OLR-Leerdoelen (lijst)
AC3 vermogen tot kritische reflectie
De student analyseert de verschillende luistervaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
AC7 het vermogen tot communiceren
De student bespreekt het emancipatorisch handelen van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student brengt een slechtnieuwsboodschap op een adequate wijze aan het begin van het gesprek. |
BSC12 een professionele samenwerkingsrelatie aangaan met het cliëntsysteem
De student benoemt nuancerende vaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student benoemt regulerende vaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student brengt een slechtnieuwsboodschap op een adequate wijze aan het begin van het gesprek. |
De student past een emancipatorische houding toe tijdens het slechtnieuwsgesprek. |
De student analyseert de verschillende luistervaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
BSC1 identificeren,definiëren en analyseren van complexe (psychosociale) behoeften en probleemsituaties.
De student bespreekt het emancipatorisch handelen van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student analyseert de psychologische, sociale en biologische factoren van een cliënt in een praktijksituatie. |
AC1 denk- en redeneervaardigheid
De student benoemt nuancerende vaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student benoemt regulerende vaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
BSC13 omgaan met cliëntsystemen vanuit een attitude van empowerment en participatie.
De student analyseert de verschillende luistervaardigheden van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student hanteert verschillende gesprekstechnieken tijdens een slechtnieuwsgesprek. |
De student bespreekt het emancipatorisch handelen van een hulpverlener in een praktijksituatie. |
De student past een emancipatorische houding toe tijdens het slechtnieuwsgesprek. |
ABC2 oplossingsgericht werken, ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
De student analyseert de psychologische, sociale en biologische factoren van een cliënt in een praktijksituatie. |
De student past een emancipatorische houding toe tijdens het slechtnieuwsgesprek. |
De student hanteert verschillende gesprekstechnieken tijdens een slechtnieuwsgesprek. |
BSC15 aanpassen van cliëntsystemen aan de context en het belang.
De student analyseert de psychologische, sociale en biologische factoren van een cliënt in een praktijksituatie. |
Leerinhoud
- Het bio-psycho-sociaal model - Emancipatorisch werken en empowerment - Gesprekstechnieken (Luistervaardigheden, regulerende vaardigheden en nuancerende vaardigheden) - Het hulpverlenend gesprek - Slechtnieuwsgesprek
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Kennistoets | 60,00 | |
Academiejaar | Vaardigheidstoets simulatie | 40,00 | |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Tweede examenperiode | Kennistoets | 60,00 | |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets simulatie | 40,00 | |
Toetsing (tekst)
Individueel schriftelijk examen, leerpaden met oefeningen en voorbereiding met uitvoering van een rollenspel (voor details zie evaluatiecontract) Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie.