Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat maatschappelijk werk (uitdovend), trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
3 studiepunten
Co-titularis(sen): De Raedemaecker Wies
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 40,00 uren
Korte omschrijving
De rode draad door deze module is een beknopt sociaal-wetenschappelijk onderzoek dat in groepjes wordt uitgewerkt en uitgevoerd. Om dit te kunnen doen wordt er theoretische achtergrond meegegeven en ingeoefend over de verschillende onderzoeksfasen en over verschillende soorten van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt er geleerd kritisch naar andere onderzoeken te kijken.
Begincompetenties (tekst)
Geen begincompetenties vereist
OLR-Leerdoelen (lijst)
BSC21 heeft de vaardigheid en de bereidheid om formeel en informeel samen te werken.
De student neemt een empirische en ‘objectieve’ houding aan in de dagdagelijkse beroepsuitoefening. |
De student werkt met kennis van zaken mee aan een door anderen opgezet onderzoek. |
AC3 vermogen tot kritische reflectie
De student observeert en rapporteert objectief. |
De student beoordeelt een sociaal-wetenschappelijk onderzoek kritisch op zijn geldigheid en bruikbaarheid. |
AC7 het vermogen tot communiceren
De student presenteert een eigen onderzoek op een gestructureerde manier. |
BSC1 identificeren,definiëren en analyseren van complexe (psychosociale) behoeften en probleemsituaties.
De student past principes van onderzoeksmethoden toe in concrete onderzoekssituaties. |
AC1 denk- en redeneervaardigheid
De student beoordeelt een sociaal-wetenschappelijk onderzoek kritisch op zijn geldigheid en bruikbaarheid. |
De student past principes van onderzoeksmethoden toe in concrete onderzoekssituaties. |
AC4 vermogen tot projectmatig werken
De student werkt met kennis van zaken mee aan een door anderen opgezet onderzoek. |
De student zet een beperkt sociaal-wetenschappelijk onderzoek op en voert het uit. |
AC8 een ingesteldheid tot levenslang leren
De student zet een beperkt sociaal-wetenschappelijk onderzoek op en voert het uit. |
De student zoekt informatie op, structureert ze, analyseert ze, synthetiseert ze en geeft ze weer. |
AC2 verwerven en verwerken van informatie
De student zoekt informatie op, structureert ze, analyseert ze, synthetiseert ze en geeft ze weer. |
De student presenteert een eigen onderzoek op een gestructureerde manier. |
De student observeert en rapporteert objectief. |
De student neemt een empirische en ‘objectieve’ houding aan in de dagdagelijkse beroepsuitoefening. |
Leerinhoud
- Sociaal-wetenschappelijk onderzoek
- principes
- onderzoeksethiek
- Onderzoeksopzet
- probleemstelling en onderzoeksdoelstellingen formuleren
- basisontwerpen van onderzoek
- operationaliseren
- Secundaire bronnen en het literatuuroverzicht
- Onderzoeksmethoden: ontwerp en uitvoering
- observatiemethoden
- vragenlijstmethoden
- interviewmethoden
- Steekproeven
- Verwerking van onderzoeksresultaten
- Rapportage over het onderzoek
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Cursus (voorzien door het centrum)
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Projectopdracht | 50,00 | Uitwerken van een beperkt sociaal-wetenschappelijk onderzoek in groep. |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands off | 40,00 | |
Academiejaar | Vaardigheidstoets simulatie | 10,00 | Presentatie over het uitgevoerde onderzoek. |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Tweede examenperiode | Projectopdracht | 50,00 | Uitwerken van een beperkt sociaal-wetenschappelijk onderzoek in groep. |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets hands off | 40,00 | |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets simulatie | 10,00 | Presentatie over het uitgevoerde onderzoek. |
Toetsing (tekst)
Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie.