Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Supervisie 21946/1773/1920/1/10
Studiegids

Supervisie 2

1946/1773/1920/1/10
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Graduaat maatschappelijk werk (uitdovend), trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Co-titularis(sen): Delpire Johan, Geerdens Robrecht, Himpe Anouk, Peeters Wim, Roelandts Marijke, Wouters Leendert
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 240,00 uren

Korte omschrijving

In dit opleidingsonderdeel vindt de laatste stage in het werkveld plaats (200 uren). Daarnaast zijn er gesuperviseerde praktijkbijeenkomsten, individuele gesprekken, praktijkbezoeken en evaluatiegesprekken. Het accent ligt op het ontwikkelen van persoonsgebonden competenties. Het profiel van de maatschappelijk werker is het uitgangspunt. De student dient inzicht te verwerven in de eigen mogelijkheden en beperkingen in functie van het profiel. Visie, theorie en methodieken worden verbonden met het functioneren in de praktijk. Van daaruit kan hij of zij persoonlijke en concrete leerdoelen en actiepunten formuleren. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces. 

Begincompetenties (tekst)

Inschrijven voor deze stagemodule (= module Bd4 Supervisie 2) veronderstelt dat je over een goedgekeurde stageplaats beschikt en de eerste begeleidende stagemodules (= modules Ad2 Geïntegreerde competentieverwerving 2 en Bd3 Supervisie 1)succesvol afgerond hebt. 

OLR-Leerdoelen (lijst)

BSC6 ethisch handelen
De student onderkent de invloed van de eigen persoon op het functioneren als beroepskracht en reflecteert hierover op gepaste wijze.
De student handelt ethisch en beseft waarom dit nodig is.
AC3 vermogen tot kritische reflectie
De student reflecteert over praktijksituaties tijdens supervisies in functie van het ontwikkelen van een verantwoorde beroepshouding. De student luistert naar zijn medestudenten.
De student onderkent de invloed van de eigen persoon op het functioneren als beroepskracht en reflecteert hierover op gepaste wijze.
De student deelt zijn en reflecteert over eigen werkervaringen om de eigen persoon als beroepskracht te leren hanteren en ook de medestudenten verder te laten groeien.
BSC8 bevorderen van eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep.
De student reflecteert over praktijksituaties tijdens supervisies in functie van het ontwikkelen van een verantwoorde beroepshouding. De student luistert naar zijn medestudenten.
De student onderkent de invloed van de eigen persoon op het functioneren als beroepskracht en reflecteert hierover op gepaste wijze.
AC7 het vermogen tot communiceren
De student hanteert zelfstandig de beroepsgerichte competenties die een maatschappelijk werker moet behaald hebben op het einde van de opleiding.
De student reflecteert over praktijksituaties tijdens supervisies in functie van het ontwikkelen van een verantwoorde beroepshouding. De student luistert naar zijn medestudenten.
BSC14 evalueren van professioneel handelen door super-, intervisie en e.a. werkvormen.
De student deelt zijn en reflecteert over eigen werkervaringen om de eigen persoon als beroepskracht te leren hanteren en ook de medestudenten verder te laten groeien.
De student reflecteert over praktijksituaties tijdens supervisies in functie van het ontwikkelen van een verantwoorde beroepshouding. De student luistert naar zijn medestudenten.
ABC3 heeft het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk.
De student handelt ethisch en beseft waarom dit nodig is.
BSC18 consulteren en interpreteren van de actuele sociale kaart.
De student handelt ethisch en beseft waarom dit nodig is.
De student hanteert zelfstandig de beroepsgerichte competenties die een maatschappelijk werker moet behaald hebben op het einde van de opleiding.
BSC7 reflecteren op eigenpraktijk en deze van samenwerkingsverbanden.
De student deelt zijn en reflecteert over eigen werkervaringen om de eigen persoon als beroepskracht te leren hanteren en ook de medestudenten verder te laten groeien.
AC8 een ingesteldheid tot levenslang leren
De student hanteert zelfstandig de beroepsgerichte competenties die een maatschappelijk werker moet behaald hebben op het einde van de opleiding.

Leerinhoud

Werkplekleren en supervisie

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Infobundel stage en opdrachtenbundel

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Practicum en/of oefeningen40,00 uren
Werkplekleren en/of stage200,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarReflectieopdracht50,00
AcademiejaarStage50,00

Toetsing (tekst)

Studenten voeren de stage volledig uit (100%).