Academiejaar
2019-20
Komt voor in:
- Graduaat maatschappelijk werk (uitdovend), trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
5 studiepunten
Co-titularis(sen): De Raedemaecker Wies, Verschaeren Edward
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 60,00 uren
Korte omschrijving
Als maatschappelijk werker is het belangrijk om cliënten in hun context te leren zien. Deze systemische zienswijze kan bijdragen aan een effectievere benadering van hun problemen. Hiertoe wordt in deze module het systeemdenken voorgesteld. Daarna wordt het groepsmaatschappelijk werk als methodiek gekaderd en ingeoefend. En ten slotte staan we stil bij de ontwikkeling, dynamieken en mogelijke problemen in gezinnen en oefenen we met gezinsbegeleiding. Dit laatste doen we vooral vanuit een contextuele benadering.
Begincompetenties (tekst)
Geen begincompetenties vereist
OLR-Leerdoelen (lijst)
BSC17 procesmatig werken met aandacht voor de participatie van het cliëntsysteem en voor persoon-,systeem-en structuurgerichte aspecten.
De student identificeert in samenspraak met een gezin een hulpverleningsdoel en kiest en hanteert technieken om daar naartoe te werken. |
BSC19 inzicht hebben in, toepassen van de basismechanismen van interactie en communicatie.
De student hanteert en integreert de systeemvisie zowel in het kijken naar individuen/gezinnen als in de analyse van de eigen werkcontext. |
De student kijkt dynamisch naar interagerende en contextueel ‘levende’ groepen (individuen, gezinnen, organisaties). |
AC7 het vermogen tot communiceren
De student kijkt dynamisch naar interagerende en contextueel ‘levende’ groepen (individuen, gezinnen, organisaties). |
BSC14 evalueren van professioneel handelen door super-, intervisie en e.a. werkvormen.
De student denkt en handelt circulair. |
De student hanteert en integreert de systeemvisie zowel in het kijken naar individuen/gezinnen als in de analyse van de eigen werkcontext. |
BSC16 inzicht hebben in, zich laten inspireren door, aanwenden van de belangrijkste modellen van methodisch hulpverlenen.
De student zet groepswerk op en begeleidt het binnen de hulpverlening. |
De student denkt en handelt circulair. |
BSC15 aanpassen van cliëntsystemen aan de context en het belang.
De student identificeert in samenspraak met een gezin een hulpverleningsdoel en kiest en hanteert technieken om daar naartoe te werken. |
De student zet groepswerk op en begeleidt het binnen de hulpverlening. |
Leerinhoud
- Systeemdenken
- Kadering: de algemene systeemtheorie
- Systeemdenken: systemen en hun eigenschappen
- Systeemgerichte hulpverlening: drie praktische voorbeelden
- Groepsmaatschappelijk werk
- Beknopte voorstelling
- Fasering van het groepswerk, plannen en programmeren van activiteiten
- Processen in groepen
- Methoden en technieken
- Meervoudige partijdigheid
- Werken met gezinnen in de hulpverlening
- Het gezonde gezin
- Gezinstypen
- Ontwikkelingsfasen van gezinnen
- Analyse van de hulpvraag en hypothesevorming
- Contextuele hulpverlening
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Cursus (voorzien door het centrum)
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands off | 40,00 | |
Academiejaar | Vaardigheidstoets simulatie | 60,00 | Er wordt een peerassessment gedaan over groepsmaatschappelijk werk, en een vaardighedenassessment over gezinsbegeleiding. |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets hands off | 40,00 | |
Tweede examenperiode | Vaardigheidstoets simulatie | 60,00 | Er wordt een vaardighedenassessment gedaan over groepsmaatschappelijk werk, en een vaardighedenassessment over gezinsbegeleiding. Hierbij dient de student zelf te zorgen voor personen die kunnen deelnemen aan het rollenspel. |
Toetsing (tekst)
Studenten moeten minstens in 80% van de lesmomenten aanwezig zijn én actief deelnemen aan het afstandsonderwijs om te mogen deelnemen aan de evaluatie.