Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Praktijk 132341/1813/1920/1/13
Studiegids

Praktijk 1

32341/1813/1920/1/13
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Graduaat orthopedagogie (Antwerpen)
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Anthonissens Nans, Bachot Anja, Bal Annemie, Boeynaems Esther, Engels Anouk, Jacobs Inge, Lansens Rik, Leirs Sybryn, Moons Marjan, Rogge Eveline, Rosseel Dona, Schoetens Godelieve, Vandenbussche Jan, Van Tiggelen Marianne, Verschaeren Edward, Vos Wouter, Wieërs An, Wouters Leendert
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.

OLR-Leerdoelen (lijst)

02: Leefklimaat op maat: De gegradueerde draagt in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten methodisch bij tot het uitbouwen van een leefklimaat op maat.
De student analyseert de meest courante taken van een opvoeder in een variatie aan doelgroepen
De student participeert aan de dagelijkse werking
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren)
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet
De student zoekt de organisaties van de welzijnssector op m.b.v. de sociale kaart
De student benoemt de taken van een opvoeder/begeleider op de eigen praktijkplaats
De student stelt vragen over de manier van werken (methodieken en theoretische denkkaders).
De student communiceert mondeling op een doelgerichte en respectvolle manier met het team.
De student gaat discreet om met informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's
De student maakt in zijn communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know
De student vraagt uitleg en ondersteuning bij een probleem of onduidelijkheid.
De student past reflectiemethodieken toe om het eigen handelen bij te sturen
De student situeert de eigen leerwerkplek binnen het orthopedagogische werkveld.
De student zoek info op over de doelstellingen van de eigen praktijkplaats
04: Eigen referentiekader: De gegradueerde handelt vanuit verbondenheid en gelijkwaardigheid. De gegradueerde is zich bewust van het eigen referentiekader en handelt vanuit erkenning van de eigenheid en de verscheidenheid van cliënten en cliëntsystemen.
De student toont respect voor andere waarden en normen (+ gedragsindicatoren)
De student treedt cliënten eerlijk en authentiek tegemoet
06: Communiceren: De gegradueerde communiceert respectvol en doelgericht met de cliënt, het cliëntsysteem, het team en andere betrokken actoren.
De student communiceert mondeling op een doelgerichte en respectvolle manier met het team.
10: Reflectie en levenslang leren: De gegradueerde stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij o.b.v. van (zelf)reflectie en levenslang leren.
De student past reflectiemethodieken toe om het eigen handelen bij te sturen
De student stelt vragen omtrent het eigen functioneren
12: Doelstellingen: De gegradueerde werkt kritisch en constructief mee aan de doelstellingen van de eigen organisatie.
De student zoekt de organisaties van de welzijnssector op m.b.v. de sociale kaart
De student situeert de eigen leerwerkplek binnen het orthopedagogische werkveld.
De student zoek info op over de doelstellingen van de eigen praktijkplaats
01: Ondersteuning en begeleiding: De gegradueerde ondersteunt en begeleidt cliënten en cliëntgroepen tijdelijk of langdurig in hun dagelijks leven op vlak van wonen, werken, leren en vrije tijd.
De student analyseert de meest courante taken van een opvoeder in een variatie aan doelgroepen
De student benoemt de taken van een opvoeder/begeleider op de eigen praktijkplaats
De student participeert aan de dagelijkse werking
De student stelt vragen over de manier van werken (methodieken en theoretische denkkaders).
07: Beroepsethisch kader: De gegradueerde handelt in overeenstemming met het beroepsethisch kader en de relevante wettelijke bepalingen.
De student gaat discreet om met informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's
De student maakt in zijn communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know
09: Team: De gegradueerde overlegt en werkt samen in een (interdisciplinair) team en met interne en externe actoren in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten.
De student vraagt uitleg en ondersteuning bij een probleem of onduidelijkheid.
De student communiceert mondeling op een gestructureerde wijze
De student participeert aan de dagelijkse werking

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,00De stagebeoordeling gebeurt op basis van:
- evaluatie stage
- portfolio
- inbreng tijdens supervisiecontacten

Als de student ongewettigd afwezig is, kan er een 0 op 20 toegekend worden voor de stage.
Als de student aan het einde van de stageperiode meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, kan er een 0 op 20 toegekend worden.
Bij ongewettigde afwezigheid op het arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt 1 punt van het totaalcijfer afgetrokken voor elke afwezigheid.