Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Dodoens
Leopoldstraat 42 - 2800 Mechelen
gw@ap.be
Vlaamse Gebarentaal A31439/1819/1920/1/52
Studiegids

Vlaamse Gebarentaal A

31439/1819/1920/1/52
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Graduaat tolk Vlaamse Gebarentaal, trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 9 studiepunten
Titularis: Vlerick Serge
Andere co-titularis(sen): Heymans Ellen, Vansichen Eva
Onderwijstalen: Nederlands, Vlaamse gebarentaal
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 243,00 uren

Korte omschrijving

Binnen het opleidingsonderdeel Vlaamse Gebarentaal A verwerft de student de Vlaamse Gebarentaal op het niveau A1 conform het Europees referentiekader.

OLR-Leerdoelen (lijst)

06 – Niveau taalvaardigheid van de Vlaamse Gebarentaal: De gegradueerde begrijpt de gesproken en geschreven Vlaamse Gebarentaal op het niveau C1 conform het Europees referentiekader.
De student begrijpt correct vertrouwde, langzaam en duidelijk uitgevoerde mededelingen, vragen en vertellingen in de Vlaamse Gebarentaal die betrekking hebben op de student en/of de gesprekspartner, zijn/haar familie, zijn/haar directe omgeving en/of met betrekking tot de aangebrachte woordenschat, dit alles op het niveau A1 conform het Europees referentiekader. 
De student leest grammaticale aspecten zoals zinsbouw, gebarenvolgorde, werkwoordelijke constructies, wijsgebaren, lokalisering, ruimtegebruik, bezit en existentie, werkwoordstijden, niet-manuele markeringen, rolnemen, classifiers, iconiciteit en tijdsaspect in de Vlaamse Gebarentaal correct af op niveau A1 conform het Europees referentiekader. 
De student schrijft uitingen en parameters in de Vlaamse Gebarentaal op niveau A1 conform het Europees referentiekader op correcte wijze neer.
De student vertaalt het lexicon van de Vlaamse Gebarentaal naar het Nederlands (inclusief de non-manuele informatie) in twee regionale varianten op het niveau van de basisgebruiker en dit voor volgende thema’s: vingerspellen; cijfers, getallen en hoeveelheden; kennismaking, individu en familie; beroep & arbeid; lichaam & gezondheid; voeding & winkelen; kledij & uiterlijk; wonen & huishouden; sport & vrije tijd; ruimte & tijd; kleuren & vormen; vraagwoorden; werkwoorden; bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. 
10 – Niveau professioneel handelen: De gegradueerde bereidt zich inhoudelijk en praktisch voor op concrete tolkopdrachten.
De student raadpleegt op adequate wijze het beschikbare materiaal ter ondersteuning van de eigen aflees- en productievaardigheden met betrekking tot de Vlaamse Gebarentaal, bijvoorbeeld het online vertaalwoordenboek Nederlands - Vlaamse Gebarentaal / Vlaamse Gebarentaal - Nederlands. 
01 – Niveau samenwerken: De gegradueerde legt proactief contact met alle betrokken actoren, werkt met alle betrokken partijen constructief samen en past zich flexibel aan diverse contexten aan.
De student respecteert de in de les gemaakte afspraken. 
07 – Niveau taalvaardigheid van de Vlaamse Gebarentaal: De gegradueerde drukt zich in de gesproken en de geschreven vorm van de Vlaamse Gebarentaal uit op het niveau C1 conform het Europees referentiekader.
De student legt op kwaliteitsvolle wijze boodschappen in de Vlaamse Gebarentaal vast op een informatiedrager conform de instructiewijze aangebracht in de les.
De student past grammaticale aspecten zoals zinsbouw, gebarenvolgorde, werkwoordelijke constructies, wijsgebaren, lokalisering, ruimtegebruik, bezit en existentie, werkwoordstijden, niet-manuele markeringen, rolnemen, classifiers, iconiciteit en tijdsaspect correct toe in de Vlaamse Gebarentaal op niveau A1 conform het Europees referentiekader. 
De student produceert correct vertrouwde, langzaam en duidelijk uitgevoerde mededelingen, vragen en vertellingen in de Vlaamse Gebarentaal die betrekking hebben op de student en/of de gesprekspartner, zijn/haar familie, zijn/haar directe omgeving en/of met betrekking tot de aangebrachte woordenschat, dit alles op het niveau A1 conform het Europees referentiekader. 
De student vertaalt het lexicon van het Nederlands naar de Vlaamse Gebarentaal (inclusief de non-manuele informatie) in twee regionale varianten op het niveau van de basisgebruiker en dit voor volgende thema’s: vingerspellen; cijfers, getallen en hoeveelheden; kennismaking, individu en familie; beroep & arbeid; lichaam & gezondheid; voeding & winkelen; kledij & uiterlijk; wonen & huishouden; sport & vrije tijd; ruimte & tijd; kleuren & vormen; vraagwoorden; werkwoorden; bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. 
De student voert gegloste uitingen en neergeschreven parameters op niveau A1 conform het Europees referentiekader op correcte wijze uit in de Vlaamse Gebarentaal. 
02 – Niveau empathisch handelen: De gegradueerde communiceert met diverse leden van de Vlaamse horende gemeenschap en de Vlaamse Dovengemeenschap op contextgevoelige en cultuurgevoelige wijze, met het gewenste inlevingsvermogen en met respect voor de desbetreffende cultuur, waarden en normen.
De student neemt op empathische wijze deel aan een eenvoudig, duidelijk uitgevoerd gesprek in de Vlaamse Gebarentaal op langzaam tempo op het niveau A1 conform het Europees referentiekader, d.i. inclusief het (begrijpen en) toepassen van de gangbare regels tot het voeren van een geslaagd gesprek in de Vlaamse Gebarentaal, zoals aangeven wanneer de student een bepaalde bijdrage niet begrijpt, vragen om herhaling of verzoeken om langzamer te gebaren.

Leerinhoud

Binnen het opleidingsonderdeel Vlaamse Gebarentaal A leert de student de vaardigheden om de Vlaamse Gebarentaal correct uit te voeren en af te lezen op het niveau A1 conform het Europees referentiekader. De communicatie is kort, eenvoudig en gebeurt op een langzaam tempo. De student kan zichzelf voorstellen, vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent of dingen die hij/zij bezit. De student kan via eenvoudige constructies reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk gebaart en bereid is om te helpen.
Het opleidingsonderdeel Vlaamse Gebarentaal A bereidt de student rechtstreeks voor op het opleidingsonderdeel Vlaamse Gebarentaal B. De student verwerft de fundamenten van de taalvaardigheid in de Vlaamse Gebarentaal.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Het cursusmateriaal wordt ter beschikking gesteld via het digitale leerplatform.
De student vergoedt zelf de verplaatsings- en deelnamekosten die gepaard gaan met het bezoek aan Werelddovendag.

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing5,00 uren
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges52,00 uren
Practicum en/of oefeningen13,00 uren
Werkplekleren en/of stage3,00 uren
Werktijd buiten de contacturen170,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennistoets75,00
AcademiejaarVaardigheidstoets simulatie25,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets75,00
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets simulatie25,00

Toetsing (tekst)

De student woont verplicht het evenement Werelddovendag bij.