Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Speltraining 1 (kleinkunst)12078/1829/2021/1/87
Studiegids

Speltraining 1 (kleinkunst)

12078/1829/2021/1/87
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Bachelor in het drama, trajectschijf 1
    Afstudeerrichting:
    • kleinkunst
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Beijsens Patricia
Andere co-titularis(sen): Dom Elke, Helsen Andries
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2020 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 810,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Onderwijsorganisatie (tekst)

Regelmatige contactmomenten individueel of in groep. Openbare toonmomenten.

Begincompetenties (tekst)

Een volgroeide, goed functionerende, fysieke ontwikkeling. Algemene culturele bagage.

Motivatie voor het schrijven en componeren van liedjes. Kennis van notenleer gewenst, maar niet noodzakelijk. Het spelen van een of meerder instrumenten gewenst, maar niet noodzakelijk. Leergierigheid om een instrument of meerdere instrumenten te leren bespelen. 

Voor de solo: verworven competenties door andere spelprojecten zijnde: speltekstproject(en) en muziekproject(en), die gevolgd worden alvorens aan de solo te beginnen (de solo’s worden geplaatst op het einde van het academiejaar B1 en B2).

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Artistiek concept - 1.1. materiaal verwerken
Diept die deelpersoonlijkheden uit
Kan een zelf gekozen onderwerp in een liedtekst verwerken
Kan het eigen stemgebruik juist inschatten en bedenkt een melodie die binnen het bereik past
Kent aan elk onderdeel een persoonlijke interpretatie toe
onderzoekt zijn meest creatieve werkmethode
Spreekt deelpersoonlijkheden in zichzelf aan
Toont een bewustzijn van zijn unieke eigenheid
Vertrekt vanuit zichzelf in de zoektocht naar zijn rol
1. Artistiek concept - 1.2. presentatie vormgeven
analyseert zijn eigen theatrale vertaling van eigen materiaal
hanteert eigen materiaal in theatrale vertelling
kan een zelfgemaakte songtekst en melodie laten versmelten tot een aantrekkelijke eenheid met kwaliteitsbehoud van beiden
maakt een melodielijn voor een song
Maakt zijn verbeelding zintuiglijk waarneembaar
ontwikkelt een theatraal bewustzijn en kent de werktuigen van een speler
Vertaalt dat emotioneel palet naar theatrale tekens
Vertaalt die interpretatie naar een scenische presentatie
1. Artistiek concept - 1.3. publiek
toont zijn begrip van de waarde van interactie met een publiek
varieert in een emotioneel palet
2. Vaktechnisch - 2.1. parameters en structuren beheersen
heeft inzicht in de onlosmakelijkheid tussen vorm en inhoud
Kan een tekst ontleden en vanuit de inhoud onderverdelen
kan observeren wat er gebeurt op de speelvloer
Maakt die uitgediepte deelpersoonlijkheden zichtbaar op de theaterscène
past mogelijke songstructuren
toont zijn thetrale gevoeligheid
toont het verschil tussen spelen in een repetitieruimte en op het' podium'
vertrouwt op zijn verbeelding bij een improvisatieopdracht
2. Vaktechnisch - 2.3. lichamelijk en ruimtelijk bewustzijn
toont zijn begripvan ruimtelijke spanningslijnen/velden
toont diens bewustzijn van lichamelijke en verbale mogelijkheden
2. Vaktechnisch - 2.4. technische middelen
kan van de repetitieruimte zijn solo theatraal vertalen naar een podium
3. Samenwerking - 3.1. sociale- en communicatieve vaardigheden
kan verwoorden wat de ambachtelijke kant van het vak is
kan zijn ervaring omtrent 'kunstbeleving' verwoorden
3. Samenwerking - 3.2. samenspelen
speelt muziek samen met anderen om een song te begeleiden
3. Samenwerking - 3.3. participeren in/ samenwerken aan (interdisciplinair) artistiek concept
functioneert muzikaal dienstbaar aan de frontman/vrouw
speelt muziek samen met anderen om een song te begeleiden
werkt samen met anderen aan arrangementen voor songs
4. Positioneren - 4.1. filosofische en (cultuur)historische context
Kan het verschil verwoorden tussen werkelijkheid en theatrale verbeelding
4. Positioneren - 4.3. reflecteren
kan een mening formuleren over wat er getoond wordt op de speelvloer
Kan benoemen wat hij als toeschouwer belangrijk vindt
kan formuleren wat zijn uitdaging is als podiumkunstenaar
toont zijn begrip van verschillende theatrale vertalingen van eigen werk, mede door observatie van zijn medestudenten
4. Positioneren - 4.4. probleemoplossen en plannen
distileert door onderzoek de voor hem bruikbare commentaren uit de feed back van verschillende begeleiders van een project

Leerinhoud

Speltekstproject: aan de hand van bestaande spelteksten of fragmenten. Compilatie van monologen rond een thematiek.

Muziekproject: het schrijven van een aantal liedjes rond een thema of met opgelegde stijl of structuur. Bij aanvang worden individueel tekst, melodielijn en harmonisatie geschreven. Een selectie van liederen worden verder gezamenlijk uitgewerkt en gearrangeerd, waarbij de studenten elkaar begeleiden.

Solo: De student maakt een zelf gecreëerde spelsolo van circa 20 minuten, waarin zijn fascinatie tot uiting komt in een theatrale structuur.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk300,00 uren
Werktijd buiten de contacturen510,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarArtistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatievormen
Toonmomenten met volledige jury en beperkt publiek.  

Evaluatienormen:
1. Inhoud van de eigen creatie (theatraal en/of muzikaal)
2. Artistieke verbeelding
3. Werkmethode
4. Structuur
5. Vormgeving
6. Samenspel
7. Initiatief in het project
8. Zelfstandigheid
9. Theatraal inzicht
10. Technische vaardigheden
11. Gebruik van de opleiding
12. Podiumpresence
13. Communicatie met het publiek