De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit meerdere deelexamens. Als de student in de eerste examenperiode voor dit opleidingsonderdeel als geheel niet slaagt, maar voor één of meerdere deelexamens een deelcijfer behaalt dat ten minste 10 op 20 bedraagt, dan wordt dit deelcijfer overgedragen naar de tweede examenperiode en moet de student dit deelexamen niet opnieuw afleggen in tweede examenperiode. De deelexamens waarvoor de student in de eerste examenperiode minder dan 10/20 behaalde, moet hij wel opnieuw afleggen in de tweede examenperiode.
Wanneer de student afwezig is op een deelexamen en geen recht heeft op een inhaalexamen, dan krijgt hij voor het deelexamen de code “F” van “Fail”. Indien de student een code “F” krijgt voor dit deelexamen, resulteert dit in een code “F” van “Fail” voor het gehele opleidingsonderdeel en slaagt de student bijgevolg niet voor dit opleidingsonderdeel.
Wanneer de student een deelcijfer behaalt voor één deelexamen dat kleiner is dan 8/20 of voor meer dan één deelexamen dat kleiner is dan 9,5/20 dan krijgt de student als eindresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel eveneens een code “F” van “Fail” waardoor de student niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel.
Indien de student voor één deelexamen een deelcijfer behaalt tussen 8/20 en 9,5/20, wordt de eindscore voor het opleidingsonderdeel bepaald door het gewogen gemiddelde van de deelexamens.
Voor de evaluatie van dit opleidingsonderdeel worden meerdere deelexamens georganiseerd. - In het deelexamen muzikale culturele vorming + groepsmusiceren 2de graad worden de volgende leerdoelen getoetst die essentieel zijn om als bachelor leraar PKV later in het werkveld aan de slag te kunnen: kan de principes van de lieddidactiek 2.1/2.2 i.v.m. het aanleren en spelen met een lied demonstreren (bv. ook canon) , illustreren en becommentariëren. (bv ritmetaal, handzingen, ...), kan correct voorzingen in groep, kan een lied niveau 2.1/2.2 muzikaal afwerken, kan een lied 2.1/2.2 tacteren, kan het zingen en begeleiden als geïntegreerde vaardigheid toepassen, kan op elementair niveau stemvormend werken met groepen L1 en L2, kent het verschil tussen stemvorming en inzingen en kan dit illustreren en toepassen, verkent en geraakt vertrouwd met de meest gebruikte liedbundels en losse liedbladen en bouwt zodoende liedrepertoire op voor groepsmusiceren 2.1/2.2, bouwt een steeds groeiend inzicht in de didactische bruikbaarheid en moeilijkheidsgraad van liederen voor groepsmusiceren, niveau 2.1/2.2, ziet de belangrijkste moeilijkheden rond taal, tekst, stemgebruik, ritme, melodie, vorm, enz. die een gekozen lied in 2.1 én 2.2 met zich meebrengt en kan die weergeven, duiden, illustreren en becommentariëren, kan de basiscompetenties van het raamleerplan groepsmusiceren + muzikale culturele vorming 2.1 en 2.2 verduidelijken , kan een les groepsmusiceren 2.1 en 2.2 logisch opbouwen. - In het deelexamen Muzikale Culturele Vorming 3de graad worden de volgende leerdoelen getoetst die essentieel zijn om als bachelor leraar PKV later in het werkveld aan de slag te kunnen: herkent de stilistische kenmerken van elke muzikale stijlperiode, linkt de stijlkenmerken van elk genre aan relevante muzikale parameters.