Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Biomedische en verpleegkundige benadering bij metabool falen9831/1834/2021/1/90
Studiegids

Biomedische en verpleegkundige benadering bij metabool falen

9831/1834/2021/1/90
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Bachelor in de intensieve zorg en de spoedgevallenzorg, trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Postgraduaat Intensieve zorg en spoedgevallenzorg als Biomedische en verpleegkundige benadering bij metabool falen
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Van Regenmortel Niels
Andere co-titularis(sen): Maertens Bruno, Vanden Panhuyzen Rina
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 80,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

De student is Bachelor verpleegkunde. De student heeft een basiskennis van de anatomie en de fysiologie van het gastro-intestinaal, renaal, neurologisch en endocrinologisch stelsel.

Eindcompetenties (tekst)

1.3. Handelt in functie van noden en behoeften van de zorgvrager en zijn omgeving in een complexe zorgsituatie.
2.1. Implementeert een systematisch behandelplan voor de zorgvrager en zijn omgeving.
2.2. Optimaliseert het behandelplan waarbij rekening wordt gehouden met de moeilijkheden/ mogelijkheden van de zorgvrager.
2.7. Voert de verpleegkundige handelingen uit in complexe zorgsituaties.
2.8. Evalueert en optimaliseert het verpleegkundig handelen in complexe zorgsituaties.
2.9. Optimaliseert de zorgsituatie in functie van het beschikbare personeel, materiaal en tijd.
3.2. Optimaliseert de zorgsituatie door reflectie.
4.2. Past methodisch plannen toe in complexe zorgsituaties en vergelijkt hiervoor verschillende verpleegmodellen.
8.1. Regisseert verschillende zorgsituaties.
9.2. Verdedigt de rechten van de zorgvrager.

De verpleegkundige (h)erkent de problemen en heeft inzicht in de diagnose, preventie en behandeling van acute nierinsufficiëntie.
De verpleegkundige (h)erkent een relevante electrolytenafwijking en kent de behandeling en de gevaren ervan.
De verpleegkundige kan een primair zuur-baseprobleem herkennen alsook een eventueel compensatiemechanisme en kent de relevantie en de behandeling ervan.
De verpleegkundige kent de indicaties, (neven)effecten en gevolgen van de verschillende infuustherapieën.
De verpleegkundige (h)erkent de meest relevante endocrinologische problemen alsook de diabetologische urgenties en hun behandeling. De verpleegkundige heeft een notie van de verschillende insulinetherapieën en kent het belang van een goede glycemieregeling op INZO.
De verpleegkundige kent de oorzaken en de behandeling van acute gastro-intestinale aandoeningen, leverinsufficiëntie en abdominale hypertensie. Hij erkent het belang van stressulcusprofylaxie.
De verpleegkundige (h)erkent een intoxicatie, kan een differentieeldiagnose maken tussen de meest voorkomende oorzaken en kent de behandelingsmodaliteiten.
De verpleegkundige weet hoe een kritische patiënt adequaat dient te worden gevoed.
De verpleegkundige weet hoe een patiënt postoperatief dient te worden opgevangen in het algemeen en bij specifieke operaties.
De verpleegkundige heeft een notie van ziekenhuishygiëne en katheterzorg.
De verpleegkundige (h)erkent de verschillende vormen van coma, kent de behandelingsmodaliteiten en kan een inschatting maken van de prognose. Hij kent de wettelijke bepalingen met betrekking tot orgaandonatie en optimaliseert de zorg voor de orgaandonor.
De verpleegkundige (h)erkent de verschillende stadia van sepsis, kent en integreert de behandelingsprincipes. Hij heeft notie van een verantwoord antibioticabeleid.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Respecteren: De verpleegkundige is in staat onbevooroordeeld de zorgvrager te waarderen. Hierbij wordt rekening gehouden met het waardepatroon van de zorgvrager en zijn omgeving
1.3 Handelt in functie van noden en behoeften van de zorgvrager en zijn omgeving in een complexe zorgsituatie.
2. Realiseren: De verpleegkundige is in staat acties te ondernemen om een optimale gezondheid en welzijn van de zorgvrager te realiseren.
2.1 Implementeert een systematisch zorgplan voor de zorgvrager en zijn omgeving
2.2 Optimaliseert het zorgplan rekening houdend met het gewijzigde ziekte-inzicht van de zorgvrager
2.7 Voert de verpleegkundige handelingen uit in complexe zorgsituaties.
2.8 Evalueert en optimaliseert het verpleegkundig handelen in complexe zorgsituaties.
2.9 Optimaliseert de zorgsituatie in functie van het beschikbare personeel, materiaal en tijd.
3. Bijsturen: De verpleegkundige is in staat te reflecteren en de eigen inbreng te evalueren teneinde de zorgverlening systematisch en verantwoord bij te sturen.
3.2 Optimaliseert de zorgsituatie door reflectie.
4. Opbouwen: De verpleegkundige is in staat om de zorgverlening systematisch op te bouwen en te verantwoorden.
4.2 Past methodisch plannen toe in complexe zorgsituaties en vergelijkt hiervoor verschillende verpleegmodellen.
8. Coördineren: De verpleegkundige is in staat een coördinerende functie binnen een intra- en interprofessioneel team op te nemen
8.1 Regisseert verschillende zorgsituaties.
9. Belangen behartigen: De verpleegkundige is in staat de belangen van het cliëntsysteem binnen het intra- en interprofessioneel team te behartigen.
9.2 Verdedigt de rechten van de zorgvrager.
11. Zelfregulering: Reguleert het eigen leerproces door zichzelf en bronnen in de omgeving kritisch en gericht te analyseren en aan de hand van vooropgestelde doelen strategisch te handelen.
11.1 Professional: heeft een professionele attitude. Analyseert een probleem vanuit het perspectief van belanghebbenden (zorgvrager, collega's, instelling,…) en relevante contexten.

Leerinhoud

Water- en electrolytenhuishouding.
Postoperatieve opvang op intensieve zorgen.
Diabetische en endocrinologische urgenties, glycemieregeling op ICU, insulinetherapie.
Infuusbeleid.
Acute nierinsufficiëntie - Niervervangende therapieën.
Leverinsufficiëntie
Acute abdominale problemen
Intoxicaties
Zuur – base evenwicht.
Coma en bewustzijn.
Ziekenhuishygiëne.

De student (h)erkent de problemen en heeft inzicht in de diagnose, preventie en behandeling van acute nierinsufficiëntie.
De student (h)erkent een relevante electrolytenafwijking en kent de behandeling en de gevaren ervan.
De student kan een primair zuur-baseprobleem herkennen alsook een eventueel compensatiemechanisme en kent de relevantie en de behandeling ervan.
De student kent de indicaties, (neven)effecten en gevolgen van de verschillende infuustherapieën.
De student (h)erkent de meest relevante endocrinologische problemen alsook de diabetologische urgenties en hun behandeling. De student heeft een notie van de verschillende insulinetherapieën en kent het belang van een goede glycemieregeling op Intensieve zorg.
De student kent de oorzaken en de behandeling van acute gastro-intestinale aandoeningen, leverinsufficiëntie en abdominale hypertensie. Hij erkent het belang van stressulcusprofylaxie.
De student (h)erkent een intoxicatie, kan een differentieeldiagnose maken tussen de meest voorkomende oorzaken en kent de behandelingsmodaliteiten.
De student weet hoe een kritische patiënt adequaat dient te worden gevoed.
De student weet hoe een patiënt postoperatief dient te worden opgevangen in het algemeen en bij specifieke operaties.
De student heeft een notie van ziekenhuishygiëne en katheterzorg.
De student (h)erkent de verschillende vormen van coma, kent de behandelingsmodaliteiten en kan een inschatting maken van de prognose. Hij kent de wettelijke bepalingen met betrekking tot orgaandonatie en optimaliseert de zorg voor de orgaandonor.
De student (h)erkent de verschillende stadia van sepsis, kent en integreert de behandelingsprincipes. Hij heeft notie van een verantwoord antibioticabeleid.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Syllabus.

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Zie literatuuropgave syllabus.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges32,00 uren
Werktijd buiten de contacturen48,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 2Kennistoets67,00
Semester 2Vaardigheidstoets hands off33,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets67,00
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off33,00

Toetsing (tekst)

Mondeling examen (vaardigheidstoets) + Schriftelijk examen (kennistoets)