Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Management en Communicatie
campus Meistraat
Meistraat 5 - 2000 Antwerpen
T +32 3 220 55 20 - F +32 3 220 55 59
mc@ap.be
Werkplekleren 230879/1867/2021/1/19
Studiegids

Werkplekleren 2

30879/1867/2021/1/19
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Graduaat transport en logistiek (Antwerpen), trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 12 studiepunten
Co-titularis(sen): Bekaert Bernard, De Clercq Glenn, Serneels Elke, Uytterhoeven Patrick
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit getolereerd).
Totale studietijd: 312,00 uren

Korte omschrijving

Het olod Werkplekleren 2 behandelt het operationaliseren van de (theoretische) leerinhouden van het tweede semester in de echte werkomgeving, uitgaande van een continue en nauwe wisselwerking tussen de theoretische olods en de werkplek.

De begeleidende lectoren zijn ook, voor een deel, de lectoren die de theorie geven. Het olod Werkplekleren 2 behandelt daarnaast de ruimere geografie, wetgeving en de producten met betrekking tot de activiteiten van het bedrijf waar de werkplek zich situeert.

Het olod Werkplekleren 2 kan voorbereiden op het behandelen van eenvoudige planningsopdrachten, het toepassen van de relevante wetgeving, het controleren, verzamelen en raadplegen van (standaard)documenten, het signaleren en rapporteren van fouten en het voorbereiden op zelfmanagement.

Het olod Werkplekleren 2 kan voorbereiden op het zelfstandig kunnen invullen van een eenvoudige douaneaangiften. 

Het olod Werkplekleren 2 kan voorbereiden op ondersteunende activiteiten inzake Warehousemanagement.

Het olod Werkplekleren 2 kan ook in samenspraak met de begeleidende lector ingevuld worden met algemene expeditie, transport of logistieke taken.

Geslaagd zijn op WPL1 is noodzakelijk om aan deze OLOD succesvol te kunnen deelnemen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

09: Operationele afhandeling: werkt mee aan de operationele afhandeling rekening houdend met technische en veiligheidsaspecten.
De student past de hygiënevoorschriften in verband met de verschillende goederen toe in functie van transport en opslag.
08: Administratie: verwerkt administratief de informatiestroom.
De student heeft inzicht in de mogelijkheden van een warehouse managementsystemen dat op het werkveld gebruikt wordt.
02: Logistieke processen, implementatie van verbeteringen: analyseert eenvoudige logistieke processen en technieken en doet verbetervoorstellen. De gegradueerde werkt mee aan de implementatie van verbeteringen met het oog op effectiviteit, efficiëntie, kwaliteit, veiligheid en milieu.
De student controleert de correctheid van de door de opdrachtgever/klant aangeleverde documentatie en (factuur)gegevens.
De student controleert de opgemaakte douanedocumenten met de reële goederenstroom (bv. a.d.h.v. de vrachtbrief).
De student controleert of afspraken met dienstverleners/klanten werden nagekomen.
De student controleert of de documenten die noodzakelijk zijn voor de opdracht aanwezig zijn en geen fouten bevatten.
De student controleert op basis van de door de klant verstrekte gegevens, de douanecode en -tarieven.
De student gebruikt het juiste vakjargon in het Nederlands.
De student signaleert en rapporteert onregelmatigheden bij het registreren van de opdracht, het opmaken van de douaneaangifte etc.
De student voert een standaard zakelijk telefoongesprek in het Engels/Frans.
De student volgt de actualiteit i.v.m. logistiek specifiek voor de werkplek op.
De student wisselt informatie uit met interne diensten, douanediensten/autoriteiten.
04: Teamwork, rapporteren: werkt constructief en flexibel in team, stuurt andere teamleden operationeel aan en rapporteert over de resultaten in functie van de logistieke doelstellingen van het bedrijf
De student communiceert met de financiële dienst indien afspraken met dienstverleners/klanten niet werden nagekomen.
De student past de planning aan bij wijzigende omstandigheden, rekening houdend met de afgesproken prioriteiten.
De student verzamelt de nodige informatie over de klant en de goederen.
De student legt basisbegrippen omtrent douane en accijnzen uit.
01: Theoretische logistieke kennis: past algemene theoretische logistieke kennis toe in de domeinen transport en magazijnbeheer en schat de invloed in van andere processen en schakels van de logistieke keten op de logistieke processen waarbij de gegradueerde zelf betrokken is.
De student heeft inzicht in de mogelijkheden van een warehouse managementsystemen dat op het werkveld gebruikt wordt.
De student beantwoordt standaard e-mails in het Engels/Frans.
De student neemt actief deel aan een vergadering.
03: Communiceren: communiceert effectief en zakelijk over de logistieke processen waarbij hij betrokken is zowel intern als extern in de gangbare bedrijfstaal.
De student hanteert een professionele houding tijdens de zakelijke communicatie.
De student gebruikt het juiste vakjargon in het Nederlands binnen het gebied van transport en logistiek.
De student verzorgt taal, spelling en woordgebruik in het Nederlands.
De student brengt in het Nederlands verslag uit van de eigen werkzaamheden volgens de afspraken op de werkplek.
De student brengt verslag uit van de eigen werkzaamheden volgens de afspraken op de werkplek.
De student contacteert de douanediensten bij onvolledige gegevens, twijfel- of probleemgevallen.
De student controleert alle ingevulde documenten en aangiften met betrekking tot douaneverrichtingen.
De student leest Franstalige/Engelstalige instructies en procedures en gebruikt hulpmiddelen indien nodig.
De student maakt berekeningen i.v.m. gewicht en volume in functie van transport.
De student neemt op gepaste wijze initiatief in een team.
05: Eigen ontwikkeling sturen, professioneel handelen: stuurt zijn eigen ontwikkeling en handelt professioneel, ethisch en maatschappelijk verantwoord.
De student past de hygiënevoorschriften in verband met de verschillende goederen toe in functie van transport en opslag.
De student volgt de incidenten per chauffeur op.

Leerinhoud

Volgende zaken worden van de student verwacht aan het einde van werkplekleren 2:

Een 1ste kennismaking met de werkplek: Observeren en uitvoeren van eenvoudige administratieve werkzaamheden;
Standaard mondelinge en schriftelijke zakelijke communicatie voeren in het Nederlands, Frans en Engels;
Links naar de leerinhouden van de vakken van het 1ste jaar T&L kunnen leggen:

Begrippen i.v.m. logistiek & transport kennen, kunnen uitleggen en kunnen toepassen
Kennis van transportgeografie kunnen toepassen
Berekeningen i.v.m. volume en gewicht kunnen toepassen
Wetgeving en regelgeving kennen en kunnen toepassen
Een planning kunnen opmaken en mogelijke prioriteiten kunnen stellen;

De aspecten eigen aan professioneel gedrag en een professionele houding tentoon kunnen spreiden

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Een werkplekfiche is voorzien. Deze geeft aan welke leerinhouden tijdens de lessen op de hogeschool reeds aan bod kwamen. Deze fiche vraagt eveneens bepaalde topics te behandelen en en te beoordelen.

Deze fiches worden opgesteld samen met de lectoren die de theoretische olods geven.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage200,00 uren
Werktijd buiten de contacturen112,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarPortfolio20,00De student kan aantonen dat hij de samenhang van de onderdelen ziet.
AcademiejaarStage80,00Continu en ogenblikkelijk door de werkplekmentor en de lector tijdens het uitvoeren van de opdrachten.

Toetsing (tekst)

De toetsing zal grotendeels continu en ogenblikkelijk gebeuren door de werkplekmentor en de lector tijdens het uitvoeren van de opdrachten. Uiteindelijk, mits ondersteuning, bijsturing en correctie moet elke student elke opdracht succesvol kunnen afwerken, zij het met een verschillend niveau van ondersteuning. De evaluatie zal dan ook in eerste instantie gebeuren op basis van niveaus: niet behaald, bijna behaald, zelfstandig met sturing, zelfstandig zonder sturing of zelfstandig met zin voor initiatief.