Academiejaar
2020-21
Komt voor in:
- Graduaat orthopedagogische begeleiding (Antwerpen), trajectschijf 2
In andere opleidingen:
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Mechelen) als Praktijk 3 + 4
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Turnhout) als Praktijk 3 + 4
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
- examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
- examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Anthonissens Nans, Bachot Anja, Boeynaems Esther, Engels Anouk, Gochet Leen, Jacobs Inge, Janssen Katrien, Laureyns Lynn, Luyckx Laura, Vandenbussche Jan, Vermeulen Guido, Verschueren Fientje, Vos Wouter, Vreys Hans, Wieërs An
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 729,00 uren
Korte omschrijving
Het olod 'Praktijk 3+4' behandelt de praktijkervaring in één van de orthopedagogische werkvelden.
Het olod 'Praktijk 3+4' bereidt voor op de competenties die nodig zijn om de rol als opvoeder-begeleider zelfstandig te kunnen uitvoeren.
Praktijk 3+4 kan, mits toelating van de toelatingscommissie, opgenomen worden als semesteropleidingsonderdeel in semester 1.
Begincompetenties (tekst)
De student is geslaagd voor praktijk 1 + 2.
OLR-Leerdoelen (lijst)
02: Leefklimaat op maat: De gegradueerde draagt in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten methodisch bij tot het uitbouwen van een leefklimaat op maat.
Student maakt in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know. |
De student gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's. |
De student bespreekt in eigen woorden de eigen draagkracht en grenzen |
De student begeleidt de cliënt zelfstandig in functie van de vooropgestelde (ontwikkelings)doelen |
De student ondersteunt de cliënt in het onderhouden en/of versterken van zijn netwerken via concrete acties/gesprekken |
De student participeert actief aan een formeel overleg. |
De student reflecteert over zijn orthopedagogische grondhouding |
De student stuurt zijn orthopedagogische competenties bij op basis van zelfreflectie en gekregen feedback |
De student beschrijft de invloed van nieuwe ontwikkelingen op de werking van zijn/haar praktijkplaats |
De student stelt kritische vragen over de werking |
De student beschrijft hoe de missie, visie en doelstellingen van de organisatie in de dagelijkse werking tot uiting komen |
De student neemt zijn verantwoordelijkheid in de uitvoering van zijn taken i.f.v. de gemeenschappelijke teamdoelen |
De student maakt zichtbaar dat hij methodische en theoretische denkkaders gebruikt op de werkplek |
De student beschrijft de bijdrage aan het methodisch uitbouwen van een leefklimaat op maat |
De student past zijn begeleidingsstijl aan i.f.v. de cliënt en de situatie |
De student treedt zelfstandig op i.f.v. veiligheid voor het individu, de groep en de omgevin |
De student onderneemt binnen de orthopedagogische setting doelgericht actie i.f.v. de levenskwalitieit van de cliënt |
De student hanteert een begeleidingsstijl vanuit de krachten van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student beschrijft zijn ondernomen acties i.f.v. de levenskwaliteit van de cliënt |
De student communiceert mondeling en schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met alle betrokken actoren |
De student draagt bij aan de externe schriftelijke verslaggeving |
De student handelt volgens de deontologische afspraken, kaders van de organisaties en wettelijke bepalingen |
De student evalueert zijn eigen beroepsethiek |
De student werkt constructief samen met een team en externen |
De student stuurt zijn orthopedagogische competenties bij op basis van zelfreflectie en levenslang leren |
De student reflecteert over het aandeel in de samenwerking met het team en externe actoren |
De student doet op basis van ontwikkelingen in de samenleving, relevant voor de eigen organisatie, suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking |
De student doet op basis van praktijkervaring suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking |
De student vertaalt de missie, visie en doelstellingen van de organisatie naar concreet handelen |
De student handelt vanuit methodische en theoretische denkkaders |
De student comuniceert mondeling en schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met alle betrokken actoren |
De student beschrijft hoe de werkplek omgaat met het netwerk van de cliënt |
De student beschrijft hoe hij/zij invloed kan hebben op het netwerk van de cliënt |
De student voert de taken als begeleider in de dagelijkse setting zelfstandig uit |
04: Eigen referentiekader: De gegradueerde handelt vanuit verbondenheid en gelijkwaardigheid. De gegradueerde is zich bewust van het eigen referentiekader en handelt vanuit erkenning van de eigenheid en de verscheidenheid van cliënten en cliëntsystemen.
De student past zijn begeleidingsstijl aan i.f.v. de cliënt en de situatie |
De student benoemt de invloed van het eigen referentiekader op het handelen |
06: Communiceren: De gegradueerde communiceert respectvol en doelgericht met de cliënt, het cliëntsysteem, het team en andere betrokken actoren.
De student gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's. |
De student formuleert suggesties omtrent veranderingsstrategieën/methodieken, afgestemd op de eigenheid van de cliënt en zijn context |
De student communiceert mondeling en schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met alle betrokken actoren |
De student draagt bij aan de externe schriftelijke verslaggeving |
De student legt in eigen woordende missie en visie van de organisatie uit |
De student reageert in onverwachte situaties op gepaste wijze en conform de afspraken binnen de organisatie |
De student handelt vanuit methodische en theoretische denkkaders |
De student levert een bijdrage aan het omschrijven en het evalueren van de doelen, de methode en de middelen die inspelen op de vragen en de noden van de cliënt/het netwerk van de cliiënt |
De student hanteert het bestaande handelingsplan/begeleidingplan als leidraad |
De student beschrijft hoe hij bijdraagt aan het vormgeven en het implementeren van het ondersteungingsplan |
De student benoemt de invloed van het eigen referentiekader op het handelen |
De student benoemt de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student maakt zichtbaar dat hij vertrekt vanuit de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student beschrijft zijn dagelijks handelen met oog voor de krachten en kwetsbaarheden van de cliënten |
De student beoordeelt wat de invloed is van de eigen communicatiestijl op het gedrag van de ande |
De student stemt zijn communicatiestijl af op de ander |
De student verricht de cliëntgebonden administratie. |
De student comuniceert mondeling en schriftelijk op een doelgerichte en respectvolle manier met alle betrokken actoren |
08: Netwerken: De gegradueerde ondersteunt de cliënt bij het versterken en creëren van netwerken die voor de cliënt belangrijk zijn.
De student ondersteunt de cliënt in het onderhouden en/of versterken van zijn netwerken via concrete acties/gesprekken |
De student beschrijft hoe de werkplek omgaat met het netwerk van de cliënt |
De student beschrijft hoe hij/zij invloed kan hebben op het netwerk van de cliënt |
10: Reflectie en levenslang leren: De gegradueerde stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij o.b.v. van (zelf)reflectie en levenslang leren.
De student reflecteert over zijn orthopedagogische grondhouding |
De student stuurt zijn orthopedagogische competenties bij op basis van zelfreflectie en gekregen feedback |
De student beschrijft de invloed van nieuwe ontwikkelingen op de werking van zijn/haar praktijkplaats |
De student stuurt zijn orthopedagogische competenties bij op basis van zelfreflectie en levenslang leren |
De student reflecteert over het aandeel in de samenwerking met het team en externe actoren |
De student bespreekt in eigen woorden de eigen draagkracht en grenzen |
12: Doelstellingen: De gegradueerde werkt kritisch en constructief mee aan de doelstellingen van de eigen organisatie.
De student beschrijft hoe de missie, visie en doelstellingen van de organisatie in de dagelijkse werking tot uiting komen |
De student vertaalt de missie, visie en doelstellingen van de organisatie naar concreet handelen |
De student legt in eigen woordende missie en visie van de organisatie uit |
01: Ondersteuning en begeleiding: De gegradueerde ondersteunt en begeleidt cliënten en cliëntgroepen tijdelijk of langdurig in hun dagelijks leven op vlak van wonen, werken, leren en vrije tijd.
De student begeleidt de cliënt zelfstandig in functie van de vooropgestelde (ontwikkelings)doelen |
De student voert de taken als begeleider in de dagelijkse setting zelfstandig uit |
De student formuleert suggesties omtrent veranderingsstrategieën/methodieken, afgestemd op de eigenheid van de cliënt en zijn context |
De student reageert in onverwachte situaties op gepaste wijze en conform de afspraken binnen de organisatie |
03: Ondersteuningsplan: De gegradueerde levert binnen de eigen verantwoordelijkheid, autonoom en met initiatief, een substantiële bijdrage aan het vormgeven en aan het implementeren van het ondersteuningsplan. De gegradueerde doet dit in samenspraak met de cliënt, het cliëntsysteem, het team en andere betrokken actoren.
De student formuleert suggesties omtrent veranderingsstrategieën/methodieken, afgestemd op de eigenheid van de cliënt en zijn context |
De student levert een bijdrage aan het omschrijven en het evalueren van de doelen, de methode en de middelen die inspelen op de vragen en de noden van de cliënt/het netwerk van de cliiënt |
De student hanteert het bestaande handelingsplan/begeleidingplan als leidraad |
De student beschrijft hoe hij bijdraagt aan het vormgeven en het implementeren van het ondersteungingsplan |
05: Acties: De gegradueerde vertrekt vanuit krachten bij de cliënt en het cliëntsysteem, heeft oog voor kwetsbaarheden en onderneemt doelgericht acties in functie van levenskwaliteit.
De student treedt zelfstandig op i.f.v. veiligheid voor het individu, de groep en de omgevin |
De student onderneemt binnen de orthopedagogische setting doelgericht actie i.f.v. de levenskwalitieit van de cliënt |
De student hanteert een begeleidingsstijl vanuit de krachten van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student beschrijft zijn ondernomen acties i.f.v. de levenskwaliteit van de cliënt |
De student benoemt de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student maakt zichtbaar dat hij vertrekt vanuit de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student beschrijft zijn dagelijks handelen met oog voor de krachten en kwetsbaarheden van de cliënten |
De student doet voorstellen i.f.v. veiligheid voor het individu, de groep en de omgeving |
07: Beroepsethisch kader: De gegradueerde handelt in overeenstemming met het beroepsethisch kader en de relevante wettelijke bepalingen.
Student maakt in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie over cliënten het verschil tussen nice to know en need to know. |
De student gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie, zowel in contacten met cliënten als in contacten met collega's. |
De student handelt volgens de deontologische afspraken, kaders van de organisaties en wettelijke bepalingen |
De student evalueert zijn eigen beroepsethiek |
09: Team: De gegradueerde overlegt en werkt samen in een (interdisciplinair) team en met interne en externe actoren in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten.
De student participeert actief aan een formeel overleg. |
De student neemt zijn verantwoordelijkheid in de uitvoering van zijn taken i.f.v. de gemeenschappelijke teamdoelen |
De student werkt constructief samen met een team en externen |
11: Suggesties: De gegradueerde doet op basis van praktijkervaring en ontwikkelingen in de samenleving suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking.
De student stelt kritische vragen over de werking |
De student doet op basis van ontwikkelingen in de samenleving, relevant voor de eigen organisatie, suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking |
De student doet op basis van praktijkervaring suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking |
Studiematerialen (tekst): Verplicht
- Studiewijzer
- Het cursusmateriaal zal digitaal ter beschikking worden gesteld.
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Portfolio | 40,00 | |
Academiejaar | Stage | 60,00 | |
Toetsing (tekst)
De beoordeling gebeurt op basis van:
- evaluatie stage
- portfolio
- inbreng tijdens supervisiecontacten
Het aanleveren van een uitgewerkt digitaal portfolio is een voorwaarde om deel te nemen aan het eindevaluatiegesprek op de leerwerkplek.
Als de student ongewettigd afwezig is tijdens de stage of supervisiemomenten, kan er een 0 op 20 toegekend worden.
Als de student aan het einde van de stageperiode meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, kan er een 0 op 20 toegekend worden.
Bij ongewettigde afwezigheid op het arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt 1 punt van het totaalcijfer afgetrokken voor elke afwezigheid.