Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Sociale wetenschappen 1.234511/1934/2021/1/42
Studiegids

Sociale wetenschappen 1.2

34511/1934/2021/1/42
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ), trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex) als Sociale wetenschappen 1.2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vanceulebroeck Valérie
Andere co-titularis(sen): Bonnez Yannic, Dehaes Shana, El Fekri Assia, Present Evy, Van der Linden Eva, Van Gerwen Ellen, van Gils Yannic, Van Hoof An
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 75,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit OLOD dient de student volgend OLOD te hebben gevolgd: Sociale Wetenschappen 1.1

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Opbouwen - 3. Omgaan met relevante informatie (eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de opbouw van een zorgsituatie.
De student kan het ziekte-inzicht van de zorgvrager observeren. Hij verwoordt de invloed hiervan op de zorgsituatie (1.3.B.1) (niveau 2)
1. Opbouwen - 4. Rekening houden met de filosofische en ideologische overtuiging en culturele aspecten (met inbegrip van gewoonten, gebruiken en rituelen) van de zorgvrager en zijn omgeving tijdens de voorbereiding van de zorgsituatie.
De student kan de invloed van gedrag op gezondheid in een specifieke zorgsituatie verwoorden (1.4.B.1) (niveau 2)
De student kan de invloed van de filosofische en ideologische overtuiging van de zorgvrager op de zorgsituatie in eigen woorden vertellen. De student kan aan de hand daarvan een voorstel formuleren hoe hij de zorg zal aanpassen aan deze invloed. (1.4.A.3) (niveau 2)
1. Opbouwen - 5. Opstellen van een systematisch zorgplan.
De student kan adequaat feedback geven en ontvangen, rekening houdend met de basisvaardigheden voor het geven en ontvangen van feedback (1.5.B.1) (niveau 1)
De student kan een zorgsituatie rapporteren aan de verantwoordelijke (1.5.B.1) (niveau 1)
De student kan een zorgsituatie verantwoorden aan de verantwoordelijke (1.5.B.1) (niveau 1)
De student kan feedback analyseren. Hij toont de basisvaardigheden in het geven van feedback aan teamleden (1.5.B.1) (niveau 2)
1. Opbouwen - 7. Verantwoorden van de zorgsituatie intra- en interprofessioneel.
De student kan de sociale en communicatieve vaardigheden in een zorgsituatie analyseren. De student benoemt hun betekenis in de zorgsituatie (1.7.B.1) (niveau 1)
2. Realiseren - 1. Handelen in functie van de noden en behoeften van de zorgvrager (cfr. referentiekader) en rekening houden met hun persoonlijke zingeving.
De student kan de invloed van de visie van de zorgvrager en zijn omgeving op noden en behoeften benoemen (2.1.B.1) niveau 1)
De student kan de waarden en normen van de zorgvrager verwoorden. De student kan de interactie hiervan met de omgeving beschrijven (2.1.B.1) (niveau 1)
2. Realiseren - 1. Handelen vanuit relevante informatie ( 8 basisprincipes, eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de uitvoering van de zorgsituatie.
De student kan de zorgvrager en zijn omgeving motiveren tot een levenswijze op maat (2.1.A.2) (niveau 1)
2. Realiseren - 3. Handelen vanuit relevante informatie ( 8 basisprincipes, eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de uitvoering van de zorgsituatie.
De student kan handelen vanuit de individuele noden en behoeften van de zorgvrager (2.3.A.3) (niveau 1)
3. Coördineren - 2. Regisseren van de zorgsituatie
De student kan de principes van reflectie toepassen (3.2.A.3) (niveau 1)

Leerinhoud

Binnen dit OLOD worden een aantal items in de praktijk uitgewerkt aan de hand van VERPLICHTE oefensessies. Telkens komt een item aan bod waarbij de theorie van SW1.1 wordt gebruikt als basis voor het uitwerken van een casus. Daarnaast komen een aantal nieuwe thema’s aan bod zoals Referentiekader, Lichaamstaal, Eerste contact, Territorium, Aanvaarden, echtheid en empathie, Actief luisteren en vragen stellen, Open communicatie, Wapengebruik, Feedback geven en ontvangen, Assertiviteit en Rapporteren

  • Reflecteren: Door te leren reflecteren ga je als student je praktijkervaring integrerend verbinden met je al aanwezige kennis en opvattingen. Je eigen denkkader zet je even aan de kant om op een nieuwe manier te gaan kijken naar ‘vanzelfsprekendheden’.
  • Referentiekader: Een referentiekader is het geheel van opvattingen, waarden en normen, ervaringen op grond waarvan we handelen en de omgeving gaan beoordelen. Een persoon wordt gevormd door zijn opvoeding, de groep waartoe hij behoort, zijn cultuur, zijn scholing en levenservaring. Ook de taal en de stijl van leven zijn medebepalend. Ieder heeft dus een eigen referentiekader waarmee je de ander tegemoet komt.
  • Waarden en normen: In dit hoofdstuk ga je vanuit de cultuur kijken naar de waarden en normen die daarbij horen. Zo krijg je zicht op hoe deze cultuur de samenleving organiseert en hoe gedragspatronen groeien. Waarden en normen zijn belangrijke onderdelen van cultuur en komen in elke samenleving voor. Zij beïnvloeden het dagdagelijks denken en doen van de mensen in de samenleving, ook binnen de zorgsituatie.
  • Principes van communicatie: Communicatie is niet enkel het verschaffen van informatie maar ook een basis bieden voor emotioneren steun en zorg. Als verpleegkundige dien je vertrouwd te zijn met de principes hiervan.
  • Evaluatie en feedback: Feedback betekent terugkoppeling, het is een aanvaardbare manier om de ander te laten weten hoe je zijn gedrag ervaart, welk effect het heeft op jou en welk gedrag je liever zou zien. Feedback is een cruciaal thema binnen je rol als verpleegkundige en in het omgaan met alle partijen die bijdragen tot de bereiken van een optimale zorgsituatie.
  • Rapporteren: Een zorgsituatie duurt 24 op 24 u en vraagt een vlotte en efficiënte wijze van communiceren en rapporteren.
  • Wapengebruik en open communicatie: Zowel de zorgverlener als de zorgvrager gaan al dan niet bewust wapens inzetten in de communicatie. Het is zinvol om in de rol van verpleegkundige bewust om te gaan met deze aspecten van communicatie.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursusmateriaal 'Sociale wetenschappen 1.2' op Digitap

Custom handboek Pearson 'Sociale Wetenschappen'

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges14,00 uren
Practicum en/of oefeningen16,00 uren
Werktijd buiten de contacturen45,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 2Kennistoets50,00
Semester 2Projectopdracht permanent (Permanente evaluatie)50,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets100,00

Toetsing (tekst)

Eerste examenkans:
De evaluatie van Sociale Wetenschappen 1.2 bestaat uit twee delen.
Deel 1 (50%): Tijdens de sessies ‘Begeleide Praktijk’, ontwikkel je een evaluatiebundel die op het einde van semester 2 zal geëvalueerd worden, samen met de attitude, kennis en vaardigheden die tijdens de sessies ‘Begeleide Praktijk’ gedemonstreerd werden.(verdere evaluatiecriteria hiervoor vind je in de syllabus SW 1.2). Dit is de ‘projectopdracht permanent’.
De sessies BP van SW 1.2 hebben een verplichte aanwezigheid. Bij afwezigheid dienen de richtlijnen uit de syllabus SW 1.2 opgevolgd te worden. De afwezigheid dient gewettigd te worden vanaf de eerste dag volgend op de afwezigheid. Studenten dienen minimum 50% van de sessies aanwezig te zijn om te kunnen slagen. Indien zij geen 50% aanwezig waren, halen zij maximum 9/20 voor het onderdeel Begeleide Praktijk (projectopdracht permanent).

Deel 2 (50%): Daarnaast is er een examen met kennis- en casusvragen. Dit examen duurt 2 uur en bestaat uit vragen over de leerstof van de cursus ‘Sociale Wetenschappen 1.2’. Hierin komt ook de theoretische leerstof aan bod die aan bod kwam in de Begeleide Praktijksessies (en niet reeds in SW 1.1 aan bod kwam). Hierover worden casusvragen gesteld.


Tweede examenkans:
Schriftelijk examen: kennistoets. Hierbij wordt op het examen een casus aangeboden met bijgaande kennis- en casusvragen. Dit examen duurt 2 uur.