Elke student beslist hoe hij zijn artistieke praktijk in het laatste semester voor zijn masterproject vormgeeft. Zij geven hun artistieke praktijk vorm in het format en voor de omgeving die zij passend achten in relatie tot het proces tot nu toe en tot het beoogde resultaat, rekening houdend met de belichaming ervan en met de onderzoeksaspecten. Mogelijke formats zijn performances of dansstukken, lezingen, performatieve installaties, activistische projecten, workshops, een combinatie hiervan, of andere. Mogelijke doelgroepen zijn het werkveld, vakgenoten en collega's, een algemeen publiek, een online publiek, amateurs en workshopdeelnemers, een combinatie van deze of andere.

Het doel is om de dialoog tussen de student en zijn praktijk en een breder professioneel en/of maatschappelijk veld verder uit te breiden en een uitwisseling met de peers uit de groep over hun ervaringen aan te gaan. De student erkent de verschillende rollen die nodig zijn om een duurzaam ontwikkelende praktijk op te bouwen en identificeert en betrekt de juiste medewerkers om dit te ondersteunen. Het belichaamde artistieke onderzoek wordt meegenomen in een setting die een discours stimuleert tussen het werk en de positie in het veld en/of de maatschappij.

Elke student documenteert en reflecteert op de ervaringen en resultaten van deze workshop in een schriftelijke en/of visuele (tekening, foto, video) opdracht. Het woordaantal resp. de exacte vorm ervan wordt bepaald door de docent. Deze documentatie en reflectie wordt onderdeel van de individuele portfolio's die elke student start in module 1.