Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Praktijk B132549/1924/2021/1/43
Studiegids

Praktijk B1

32549/1924/2021/1/43
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Bachelor in de orthopedagogie, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 13 studiepunten
Titularis: Avonds Mieke
Andere co-titularis(sen): Der Kinderen Gwenda, Van den Bergh Els, Verjans Joël
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 338,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

In Praktijk B1 brengt de student alle theorie en kennis die hij verworven heeft en alle ervaringen die hij opdeed samen in een intensieve praktijkervaring gedurende 281 uren (265 uren op de stageplaats, 10 uren reflectieve werkbegeleiding en 6 uren schriftelijke rapportage). De student loopt stage in een voorziening en wordt in zijn leerproces ondersteund door een stagebegeleider van deze voorziening. Naast deze werkervaring die hij opdoet, ervaring vanuit de relaties met hulpvragers en collega’s op de werkvloer zijn de contacten met de opleiding via schriftelijke rapportage en supervisiebijeenkomsten een wezenlijk onderdeel van de stage. Stagesupervisie als leermethode biedt de student de mogelijkheid om zicht te krijgen op het eigen functioneren in het beroep van de gespecialiseerd opvoeder-begeleider.

Begincompetenties (tekst)

De student beschikt over een diploma van Gegradueerde in de Orthopedagogie (Gespecialiseerd Opvoeder/Begeleider Klasse 1 - sociaal hoger onderwijs)
De student past de spellings-en grammaticaregels correct toe in verslaggeving.
De student refereert conform de APA-normen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

De PBA orthopedagogie bouwt vanuit een (ortho)(ped)agogische grondhouding op een professionele manier een begeleidingsrelatie op met de cliënt en het cliëntsysteem, en draagt zorg voor het onderhouden en het afronden ervan.
De student beschrijft de wijze waarop hij begeleidt; met aandacht voor afstand-nabijheid, emotionaliteit-rationaliteit, sturen en volgen, individueel en groepsgericht werken
De student gaat respectvol en constructief om met het referentiekader van de ander
De student stelt zichzelf in communicatie met de cliënt en het cliëntsysteem sensitief responsief op
De student biedt de cliënt en de cliëntengroep leiderschap i.f.v. hun ondersteuningsvraag
De student herkent de houding van meerzijdige partijdigheid
Binnen de context van een team en in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem maakt de PBA orthopedagogie op autonome wijze een inschatting van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
De student geeft de ondersteuningsvraag van de cliënt weer o.b.v. communicatie met de cliënt, gerichte observatie, doornemen van observatieverslagen, dossiers en handelingsplannen, uitwisseling met vaste medewerkers, theoretische kaders en cultuurgebonden factoren.
De student omschrijft de cliëntengroep (mogelijkheden en beperkingen, specifieke problemen, interesses, gevoeligheden, contactname, communicatie, sociale perspectieven, maatschappelijke context, cultuurgebonden factoren,…)
De PBA orthopedagogie ondersteunt, begeleidt, organiseert en coördineert wonen, werken, leren en vrije tijd in de dagdagelijkse context. Hij doet dit op een methodische en duurzame wijze, met aandacht voor creativiteit en innovatie. Hij neemt bewust initiatieven om de ontwikkelingskansen en kwaliteit van leven/bestaan te garanderen.
Als de student individueel werkt verliest hij de groep niet uit het oog
De student begeleidt intentioneel activiteiten van het dagelijks leven rekening houdend met het klimaat en inspelend op onverwachte situaties en kansen die zich voordoen
De PBA orthopedagogie draagt op micro-, meso- en macroniveau actief bij tot begrip en betrokkenheid aangaande beroepsgerelateerde ethische, normatieve en maatschappelijke vragen. Hij handelt vanuit universele rechten en waarden.
De student gaat op een deontologische manier om met informatie
De student laat zich in de relatieopbouw leiden door de deontologische code eigen aan de culturele en maatschappelijke context
De student informeert zich over actuele thema’s verbonden met de stage(plaats)
de student handelt vanuit universele rechten en waarden
de student signaleert situaties waarin mogelijks sprake is van discriminatie en volgt dit op
De PBA orthopedagogie stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij aan de hand van kritische (zelf)reflectie, actuele inzichten uit wetenschappelijk onderzoek en regionale, Europese en internationale evoluties.
De student analyseert praktijksituaties aan de hand van verschillende reflectiemodellen (spiraalmodel, uimodel,…)
De student bespreekt praktijksituaties aan de hand van orthopedagogische en andere theoretische kaders en de daarin gehanteerde begrippen
De student verwerkt relevante informatie kritisch
De student gaat actief om met feedback
De student gaat zelfstandig en doelgericht op zoek naar informatie uit verschillende en internationale bronnen (dus ook andere bronnen dan deze aangeboden in de opleiding.) in functie van het eigen leerproces
De student maakt zijn leerproces, eigen kwaliteiten en aandachtspunten zichtbaar voor zichzelf, het team, de stagebegeleider en de stagementor
Hij draagt bij tot de analyse van de ondersteuningsvraag en begeleidt op actieve wijze mee het proces van handelingsplanning. Op basis van zijn (ortho)(ped)agogische kennis selecteert de PBA orthopedagogie doelen en geschikte methodes in overleg met de belanghebbenden.
De student hanteert het bestaande handelings- of begeleidingsplan als leidraad
De student formuleert doelen vanuit de ondersteuningsvraag van de cliënt
De student benoemt het bestaande plan van aanpak en de gehanteerde methoden en technieken om deze doelen te bereiken.
De PBA orthopedagogie treedt preventief op om probleemsituaties voor de cliënt te voorkomen. Hij signaleert knelpunten en participeert (pro-)actief aan preventie op organisatieniveau.
De student beschrijft factoren (op cliëntniveau) die gewenst en ongewenst gedrag kunnen uitlokken
De student beschrijft hoe begeleiders de uitlokkende factoren (op cliëntniveau) van gewenst en ongewenst gedrag hanteren
De PBA orthopedagogie werkt (interdisciplinair) samen en communiceert, ook in complexe en gespecialiseerde contexten, helder en respectvol met zijn cliënt, het cliëntsysteem, collega’s en externen.
De student profileert zich constructief in een team en alle samenwerkingsverbanden
De student houdt zich consequent aan gemaakte afspraken
De student neemt initiatief in het opnemen van taken
De student rapporteert mondeling op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern
De student rapporteert schriftelijk op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern (dagboek, verslag, overlegmomenten,…)
De PBA orthopedagogie creëert in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem een stimulerend klimaat voor diens emotionele, sociale, cognitieve, en motorische ontwikkeling.
De student analyseert het huidige klimaat in functie van de ondersteuningsvraag van de cliënten/cliëntsysteem
De student beschrijft groepsdynamische processen
De student hanteert groepsdynamische processen
De student benoemt het klimaat dat cliënten nodig hebben om zich veilig te voelen en zich te kunnen ontplooien.
De PBA orthopedagogie ondersteunt de cliënt in het kwalitatief en duurzaam versterken van zijn netwerken, om het welzijn en de maatschappelijke participatie te vergroten.
De student benoemt hoe hij in zijn takenpakket invloed kan hebben op het netwerk van de cliënt
De student houdt in zijn handelen rekening met het netwerk van de cliënt
De student herkent de houding van meerzijdige partijdigheid
De PBA orthopedagogie levert actief een bijdrage aan de visieontwikkeling, het beleid en het beheer van de organisatie.
De student beschrijft de structuur en de werking en de visie van de organisatie
De student beschrijft de plaats van de organisatie binnen de hulpverlening (verwijzers, doorverwijzers, samenwerkingsverbanden, de positie binnen een hulpverleningstraject)

Leerinhoud

Handelend vanuit de praktijksituatie komen volgende thema's aan bod: werken met de doelgroep, werken in teamverband, werken binnen een organisatie en werken rond zichzelf als gespecialiseerd opvoeder-begeleider. We benaderen deze thema's vanuit integratie, reflectie en evaluatie.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Studiewijzer: Praktijk B1
Stagecontract, uurschema, stagereglement, rapportage, evaluatieformulier
Handboek Geenen, M.J. (2017). Reflecteren: Leren van je ervaringen als sociale professional. Bussum: Couthino.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Vormen van groepsleren10,00 uren
Werkplekleren en/of stage265,00 uren
Werktijd buiten de contacturen63,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarStage100,001. Korte omschrijving van de toets
De stagebeoordeling gebeurt op basis van:
° De tussentijdse en de eindevaluatie aan de hand van het evaluatieschema waarbij de stagiair aanwezig is.
° Een kwalitatieve beoordeling aan de hand van het scoringsinstrument (zie studiewijzer).
° Een appreciatie onder de vorm van een synthese gegeven aan de stagiair door de stagementor. De stagementor adviseert de stagebegeleider over het resultaat behaald tijdens de stage.
Voor het toekennen van de punten door de stagebegeleider wordt rekening gehouden met:
° De evoluties van de stagiair over de ganse stageperiode
° De stagesupervisies, de eventuele individuele gesprekken, de evaluatiebespreking en de schriftelijke opdrachten die verwacht worden van de stagiair door de stagebegeleider.
2. Toetsmethode
Gedragsobservatie, werkstukken en presentatie
3. Bron
/
4. Toetsmedium
Mondeling en schriftelijk
5. Toetsmoment
Permanent uitgesteld
6. Beoordelaar
Stagebegeleider (= lector)
7. Afspraken rond verplichte aanwezigheden en afwezigheden:
In geval van afwezigheid brengt de stagiair onmiddellijk de stageplaats en de hogeschool op de hoogte. Wanneer de stagiair afwezig is wegens ziekte, bezorgt hij een doktersattest aan de stageplaats. Voor de school dient de student het officiële document dat de afwezigheid staaft te uploaden via de module ‘Mijn afwezigheden’ in iBamaflex. Uiterlijk 4 kalenderdagen na de dag van de afwezigheid uploadt de student zijn afwezigheidsattest. Dit vanaf de eerste dag afwezigheid.
Bij ongewettigde afwezigheid op het arbeidsgeneeskundig onderzoek wordt 1 punt van het totaalcijfer afgetrokken voor elke afwezigheid. De procedure “Medische opvolging bij practicum en stage” zoals raadpleegbaar op het digitaal leerplatform moet worden nageleefd.

De student dient de vooropgestelde stage-uren uit te voeren. De student moet maandelijks en in elk geval voor elke evaluatie een overzicht bezorgen aan de stagebegeleider van de gepresteerde uren.

Als de student ongewettigd afwezig is, wordt er een 0 op 20 toegekend voor de stage.
Als de student stopt met de stage wordt een 0 op 20 toegekend.

Bij gewettigde afwezigheden is het de verantwoordelijkheid van de student om in functie van het kunnen behalen van alle eindcompetenties van het opleidingsonderdeel, in samenspraak met de stagebegeleider en de stageplaats, de uren waarop hij gewettigd afwezig was, in te halen.
Als de student aan het einde van de stageperiode echter meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, wordt er een 0 op 20 toegekend.

Het opleidingshoofd kan afwijken van deze regels op basis van een schriftelijke gemotiveerde aanvraag na overleg met stageplaats en stagebegeleider.

Zie ook artikels 15 en 16 van het stagereglement.
Een tekort op stage is niet tolereerbaar. Er is geen tweede examenkans mogelijk.