De PBA orthopedagogie bouwt vanuit een (ortho)(ped)agogische grondhouding op een professionele manier een begeleidingsrelatie op met de cliënt en het cliëntsysteem, en draagt zorg voor het onderhouden en het afronden ervan.
De student beschrijft de wijze waarop hij begeleidt; met aandacht voor afstand-nabijheid, emotionaliteit-rationaliteit, sturen en volgen, individueel en groepsgericht werken |
De student gaat respectvol en constructief om met het referentiekader van de ander |
De student stelt zichzelf in communicatie met de cliënt en het cliëntsysteem sensitief responsief op
|
De student biedt de cliënt en de cliëntengroep leiderschap i.f.v. hun ondersteuningsvraag |
De student herkent de houding van meerzijdige partijdigheid |
Binnen de context van een team en in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem maakt de PBA orthopedagogie op autonome wijze een inschatting van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
De student geeft de ondersteuningsvraag van de cliënt weer o.b.v. communicatie met de cliënt, gerichte observatie, doornemen van observatieverslagen, dossiers en handelingsplannen, uitwisseling met vaste medewerkers, theoretische kaders en cultuurgebonden factoren. |
De student omschrijft de cliëntengroep (mogelijkheden en beperkingen, specifieke problemen, interesses, gevoeligheden, contactname, communicatie, sociale perspectieven, maatschappelijke context, cultuurgebonden factoren,…) |
De PBA orthopedagogie ondersteunt, begeleidt, organiseert en coördineert wonen, werken, leren en vrije tijd in de dagdagelijkse context. Hij doet dit op een methodische en duurzame wijze, met aandacht voor creativiteit en innovatie. Hij neemt bewust initiatieven om de ontwikkelingskansen en kwaliteit van leven/bestaan te garanderen.
Als de student individueel werkt verliest hij de groep niet uit het oog |
De student begeleidt intentioneel activiteiten van het dagelijks leven rekening houdend met het klimaat en inspelend op onverwachte situaties en kansen die zich voordoen
|
De PBA orthopedagogie draagt op micro-, meso- en macroniveau actief bij tot begrip en betrokkenheid aangaande beroepsgerelateerde ethische, normatieve en maatschappelijke vragen. Hij handelt vanuit universele rechten en waarden.
De student gaat op een deontologische manier om met informatie |
De student laat zich in de relatieopbouw leiden door de deontologische code eigen aan de culturele en maatschappelijke context |
De student informeert zich over actuele thema’s verbonden met de stage(plaats) |
de student handelt vanuit universele rechten en waarden
|
de student signaleert situaties waarin mogelijks sprake is van discriminatie en volgt dit op
|
De PBA orthopedagogie stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij aan de hand van kritische (zelf)reflectie, actuele inzichten uit wetenschappelijk onderzoek en regionale, Europese en internationale evoluties.
De student analyseert praktijksituaties aan de hand van verschillende reflectiemodellen (spiraalmodel, uimodel,…) |
De student bespreekt praktijksituaties aan de hand van orthopedagogische en andere theoretische kaders en de daarin gehanteerde begrippen |
De student verwerkt relevante informatie kritisch |
De student gaat actief om met feedback |
De student gaat zelfstandig en doelgericht op zoek naar informatie uit verschillende en internationale bronnen (dus ook andere bronnen dan deze aangeboden in de opleiding.) in functie van het eigen leerproces
|
De student maakt zijn leerproces, eigen kwaliteiten en aandachtspunten zichtbaar voor zichzelf, het team, de stagebegeleider en de stagementor
|
Hij draagt bij tot de analyse van de ondersteuningsvraag en begeleidt op actieve wijze mee het proces van handelingsplanning. Op basis van zijn (ortho)(ped)agogische kennis selecteert de PBA orthopedagogie doelen en geschikte methodes in overleg met de belanghebbenden.
De student hanteert het bestaande handelings- of begeleidingsplan als leidraad |
De student formuleert doelen vanuit de ondersteuningsvraag van de cliënt
|
De student benoemt het bestaande plan van aanpak en de gehanteerde methoden en technieken om deze doelen te bereiken.
|
De PBA orthopedagogie treedt preventief op om probleemsituaties voor de cliënt te voorkomen. Hij signaleert knelpunten en participeert (pro-)actief aan preventie op organisatieniveau.
De student beschrijft factoren (op cliëntniveau) die gewenst en ongewenst gedrag kunnen uitlokken
|
De student beschrijft hoe begeleiders de uitlokkende factoren (op cliëntniveau) van gewenst en ongewenst gedrag hanteren
|
De PBA orthopedagogie werkt (interdisciplinair) samen en communiceert, ook in complexe en gespecialiseerde contexten, helder en respectvol met zijn cliënt, het cliëntsysteem, collega’s en externen.
De student profileert zich constructief in een team en alle samenwerkingsverbanden
|
De student houdt zich consequent aan gemaakte afspraken |
De student neemt initiatief in het opnemen van taken |
De student rapporteert mondeling op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern
|
De student rapporteert schriftelijk op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern (dagboek, verslag, overlegmomenten,…)
|
De PBA orthopedagogie creëert in samenspraak met de cliënt en het cliëntsysteem een stimulerend klimaat voor diens emotionele, sociale, cognitieve, en motorische ontwikkeling.
De student analyseert het huidige klimaat in functie van de ondersteuningsvraag van de cliënten/cliëntsysteem
|
De student beschrijft groepsdynamische processen |
De student hanteert groepsdynamische processen |
De student benoemt het klimaat dat cliënten nodig hebben om zich veilig te voelen en zich te kunnen ontplooien.
|
De PBA orthopedagogie ondersteunt de cliënt in het kwalitatief en duurzaam versterken van zijn netwerken, om het welzijn en de maatschappelijke participatie te vergroten.
De student benoemt hoe hij in zijn takenpakket invloed kan hebben op het netwerk van de cliënt |
De student houdt in zijn handelen rekening met het netwerk van de cliënt |
De student herkent de houding van meerzijdige partijdigheid |
De PBA orthopedagogie levert actief een bijdrage aan de visieontwikkeling, het beleid en het beheer van de organisatie.
De student beschrijft de structuur en de werking en de visie van de organisatie |
De student beschrijft de plaats van de organisatie binnen de hulpverlening (verwijzers, doorverwijzers, samenwerkingsverbanden, de positie binnen een hulpverleningstraject)
|