Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Professionele vaardigheden 1.334178/1933/2021/1/76
Studiegids

Professionele vaardigheden 1.3

34178/1933/2021/1/76
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex), trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ) als Professionele vaardigheden 1.3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 5 studiepunten
Co-titularis(sen): Bosmans Johan, El Fekri Assia, Matthyssen Benedicte, Present Evy, Van Hoof An
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2020 (Academiejaar) of 15.10.2020 (1ste semester) of 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 130,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Voor dit Olod zijn geen specifieke begincompetenties vereist.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Opbouwen - 6. Rapporteren van de zorgsituatie intra- en interprofessioneel.
De student kan de zorgverlening op een objectieve wijze rapporteren (1.6.A.1) (niveau 1)
2. Realiseren - 1. Handelen in functie van de noden en behoeften van de zorgvrager (cfr. referentiekader) en rekening houden met hun persoonlijke zingeving.
De student kan bij de zorguitvoering rekening houden met de mogelijkheden en moeilijkheden van de zorgvrager met betrekking tot de zorgsituatie (2.1.A.1) (niveau 1)
2. Realiseren - 2. Toepassen van beroepsspecifieke handelingen ifv het opgestelde systematische zorgplan
De student kan over de zorguitvoering reflecteren (2.2.A.3) (niveau 1)
De student kan de privacy van de patiënt respecteren (2.2.A.1) (niveau 1)
2. Realiseren - 3. Handelen vanuit relevante informatie ( 8 basisprincipes, eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de uitvoering van de zorgsituatie.
De student kan op systematische wijze het benodigde materiaal verzamelen voor de technische zorgverlening in het vaardigheidslabo (2.3.A.1) (niveau 1)
De student kan de technische zorgverlening uitvoeren binnen de hiervoor toegestane tijd (2.3.A.1) (niveau 1)
De student kan een correcte eigen hygiëne als verpleegkundige tonen (2.3.A.1) (niveau 1)
De student kan zijn/haar handhygiëne op correcte wijze uitvoeren. (2.3.A.1) (niveau 1)

Leerinhoud

In dit Olod komen volgende onderwerpen aan de orde:

  • Inspuitingen.
  • Septische wondzorg.
  • Veneuze bloedafname.
  • Basis kinderverpleegkundige vaardigheden bij het gezonde kind.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Digitap.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Practicum en/of oefeningen20,00 uren
Werktijd buiten de contacturen110,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarVaardigheidstoets simulatie permanent (Permanente evaluatie)100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets simulatie100,00

Toetsing (tekst)

De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit een permanente evaluatie. Doorheen het jaar demonstreert de student vooraf bepaalde vaardigheden tijdens de stationsproeven (permanente evaluatie). In dit opleidingsonderdeel zijn er 3 basislabels namelijk Inspuiting, Septische wondzorg en Bloedafname. De examinatie kan audiovisueel worden opgenomen.

Tijdens het tweede semester worden stationsproeven georganiseerd welke bestaan uit 3 stations: Inspuiting, Septische wondzorg en Bloedafname. Voor elk station heeft de student 20 minuten ter beschikking. De student dient een medicatieberekening uit te voeren.
Om het label te behalen voor Inspuiting dient de student geslaagd te zijn voor de medicatieberekening EN de inspuiting.

De score voor het opleidingsonderdeel wordt als volgt bepaald:

  • Inspuiting: 33 % vaardigheidstoets
  • Septische wondzorg: 34 % vaardigheidstoets
  • Bloedafname: 33 % vaardigheidstoets

De student dient de labels Inspuiting, Septische wondzorg en Bloedafname te behalen om deze technische vaardigheden uit te voeren op stage. Indien de student (eventueel na herkansing) niet slaagt voor één of meerdere labels kan hij/zij alsnog op stage. Hij/Zij heeft dan GEEN toelating deze vaardighe(i)d(en) op stage uit te voeren. Indien de student dient te herkansen heeft dit tot doel het mogen uitvoeren van een technische vaardigheid op stage en het behalen van alle basislabels. De score voor een geslaagde herkansing is 10/20 voor die vaardigheid.

De student heeft voor dit opleidingsonderdeel recht op 2 jokers d.w.z. 2 herkansingsmogelijkheden. Deze kunnen aangewend worden om te herkansen wanneer de student niet geslaagd is voor een label. De student kan slechts 1 joker per vaardigheid inzetten. Wanneer de student (eventueel na inzet van de jokers) de basislabels (Inspuiting, Septische wondzorg en Bloedafname) niet heeft behaald wordt het eindcijfer voor het opleidingsonderdeel gereduceerd tot 50 % van de behaalde score en kan hij/zij dus niet slagen voor het opleidingsonderdeel.

Voor de stationsproeven bereidt de student zich voor zoals voorgeschreven in de stagerichtlijnen (uniform of witte t-shirt, juwelen, nagels, ...).

Wanneer de student wegens overmacht niet kan deelnemen aan de stationsproeven dient hij/zij deze dag, voorafgaand aan het geplande tijdstip, de school (telefonisch) en de opleidingsonderdeelverantwoordelijke (via e-mail) hiervan te verwittigen. De student zet binnen de 3 kalenderdagen een bewijs van overmacht in iBamaflex.

Voor de oefensessies wordt van de student verwacht dat hij/zij zich degelijk voorbereidt. Dit is door middel van de beschikbare materialen in de digitale leeromgeving door te nemen.


Het examen in de tweede examenperiode bestaat uit de onderdelen waarvoor de student niet geslaagd is in de eerste examenperiode. Wanneer de student in de tweede zittijd een of meerdere verplichte labels dient af te leggen en hiervoor niet volledig slaagt bedraagt de eindscore voor het opleidingsonderdeel maximum 9/20.