Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Onderwijs en Training
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
ot@ap.be
Vakinhoud 1 biologie (EBA-SO1-KPB)34266/1976/2021/1/51
Studiegids

Vakinhoud 1 biologie (EBA-SO1-KPB)

34266/1976/2021/1/51
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Educatieve bachelor secundair onderwijs (1 onderwijsvak, Antwerpen)
    Keuzeoptie:
    • Biologie
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 12 studiepunten
Co-titularis(sen): Christiaens Maja, Gadeyne Judith
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2020 (1ste semester) of 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 15,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Leerbevordering: geschikte leerinhouden hanteren
kan bij de mens de delen van het voortplantingsstelsel benoemen, beschrijven hoe de voortplanting verloopt, manieren aangeven om de voortplanting te regelen en om seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen.
kan bij een plant bouw en functies van wortel, stengel, blad en bloem toelichten
kan de aangepastheid aan voortbeweging van gewervelde dieren illustreren en uitleggen met voorbeelden (uitwendige en inwendige bouw).
kan de algemene chemische reacties van fotosynthese en celademhaling schrijven en de essentie van de deelprocessen verwoorden
kan de bouw en werking van de zintuigen beschrijven en demonstreren met experimenten
kan de gevolgde weg van een zenuwimpuls (zintuiglijke waarneming) tot reactie uitleggen.
kan de hormonale werking conceptualiseren en met voorbeelden illustreren.
kan de impulsgeleiding bij de zenuwcel en de overdracht aan de synaps uitleggen a.d.h.v.. zelf getekende grafieken en schetsen
kan de kenmerken van het leven verwoorden
kan de opbouw van de hersenen tonen op een model en de werking met eigen woorden vertellen.
kan de structuur van de cel op lichtmicroscopisch en elektronenmicroscopisch niveau herkennen en bouw en functie van de celonderdelen toelichten.
kan de structuurformules van de chemische bouwstenen en de opbouwreactie van de biochemische moleculen schrijven
kan de verschillende soorten gewrichten herkennen en benoemen en hun beweging beschrijven en demonstreren
kan de verschillende stadia van mitose en meiose tekenen en plaatsen in de totale celcyclus.
kan de werking van de dwarsgestreepte spier uitleggen a.d.h.v.. een schematische voorstelling.
kan dissecties van organen en organismen uitvoeren en relateren met de theorie
kan een aantal beenderen van het skelet herkennen en benoemen en de bouw en vorming in verband brengen met de functie.
kan een onderscheid maken tussen de verschillende organisatieniveaus.
kan glad en gestreept spierweefsel lokaliseren in het lichaam, herkennen en van elkaar onderscheiden.
kan met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving
kan passieve en actieve celtransportprocessen illustreren aan de hand van experimenten en herkennen binnen een reële context.
kan uiteenzetten hoe biologische eenheden op verschillende organisatieniveaus zichzelf in stand houden en ontwikkelen. (systeemdenken)
kan vanuit een gegeven vorm van een biologische eenheid naar een bijhorende functie zoeken en andersom (vorm-functie denken).
kan veel voorkomende dieren herkennen, benoemen en indelen o.b.v. karakteristieke kenmerken
kan voorbeelden van zintuigen bij dieren aangepast aan hun specifieke levenswijze geven.
kan weefsels in wortel, stengel, blad en bloem herkennen en in verband brengen met hun functie.
benoemt het verschil tussen de mengesels onderling en de zuivere stoffen
gebruikt de chemische terminologie correct
kan de concentratie van een stof in mol per liter berekenen en kan werken met procenten
kan de verschillende soorten bindingen (ionbinding, covalente binding, metaalbinding) uitleggen
kan een verband leggen tussen de eigenschappen en de structuur van chemische klassen (met behulp van het periodiek systeem der elementen)
kan geschikte scheidingsmethoden kiezen en beschrijven om mengsels te scheiden en om zuivere stoffen uit mengsels te isoleren
kan het atoommodel tekenen met behulp van het periodiek systeem
kan op basis van aggregatietoestand of informatie over deeltjesgrootte van de componenten het soort mengsels bepalen
legt de oplosbaarheid van stoffen in water uit en past dit toe op hardheid en zuurtegraad
schrijft eenvoudige redoxreacties
kan de belangrijkste concepten uit de gedragsbiologie omschrijven en illustreren met de verschillen en overeenkomsten in gedrag tussen soorten te beschrijven die door bekende ethologen onderzocht zijn en waarvan de evolutionaire achtergrond achterhaald is (historische benadering)
kan bij de mens de bouw, de werking en de onderlinge samenhang van het orgaan de huid, het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop, het lymfevatenstelsel en het uitscheidingsstelsel beschrijven
Zelfontwikkeling: onderzoekend handelen
kan de essentiële stappen van de natuurwetenschappelijke methode toepassen en in verslag brengen.
kan gedrag bij dieren op een wetenschappelijke wijze observeren en indelen op basis van ontstaan en functie.
kan zich oriënteren op een natuurkundig verschijnsel, een onderzoeksvraag opstellen, een hypothese formuleren en een gepast onderzoeksplan opstellen, uitvoeren en de resultaten systematisch noteren, conclusies trekken en rapporteren

Leerinhoud

Blok 1 NW1 materie en interactie – Lisa Duchatelet
Concepten
De cursist kan het atoommodel tekenen met behulp van het periodiek systeem en de verschillen in de verbindingen en hun gedragingen voorspellen.
De cursist legt verbanden tussen de eigenschappen en de structuur van chemische klassen (o.a. via de tabel van Mendeljev).

De cursist legt verbanden tussen de concepten van oplosbaarheid van stoffen in water en de structuur van de stof. Ze kunnen dit toepassen op de hardheid en zuurtegraad van water.
De cursist kan het verschil tussen een colloïdale oplossing en een emulsie tekenen en uitleggen.
De cursist kan op basis van aggregatietoestand of informatie over deeltjesgrootte van de componenten soorten mengsels (homogene, heterogene oplossing, emulsie, suspensie) herkennen en de gevolgen voor gedragingen en eigenschappen voorspellen.
De cursiten kunnen geschikte methoden suggereren om zuivere stoffen uit mengsels te isoleren. Het concept concentratie kan de student gebruiken en eenvoudig uitleggen.
Vaktechnisch
De cursisten kunnen formules en reacties schrijven, met behulp van het periodiek systeem. Ze gebruiken de chemische terminologie correct. Eenvoudige stoichiometrische berekeningen uitvoeren in verband met de concentratie van een stof in mol worden aangeleerd.
Vaardigheden
De cursist kan eenvoudige chemische vaardigheden uitvoeren en de veiligheidsgrenzen respecteren.

Blok 2.1 NW 1 de plant en zijn omgeving – Wat is leven? – Judith Gadeyne
Kenmerken en organisatie van de levende wezens:
Wat is leven? Wat is typisch aan biologie? Volgende begrippen en onderwerpen komen aan bod: soort, binominale naamgeving, systematiek en de hiërarchische opbouw van de ordening.
Chemische samenstelling van organismen.
Cytologie:de celcyclus, de metabole processen en transportprocessen op celniveau.
Morfologie, anatomie en fysiologie van de zaad- of bloemplanten:
De bouw – functie relatie staat centraal en de vraag: Hoe zijn zaadplanten morfologisch (uitwendig zichtbaar) en anatomisch (op cel- en weefselniveau) opgebouwd om ‘transport’ over het organisme te verwezenlijken of om zich voort te planten? De fotosynthese en ademhaling worden experimenteel vastgesteld en de bouw en werking van de huidmondjes toegelicht.
Blok 2.2 NW 2 de mens en zijn lichaam – Judith Gadeyne
Morfologie en fysiologie van de mens en andere gewervelde (chorda)dieren: Orgaanstelsels bij vissen (orgaanstelsels en samenhang bij de mens);
Lichaamsbekleding bij chordadieren (de bouw en functies van de huidmet o.a. de temperatuurregeling , aanhangsels, lichaamshygiëne, aanpassingen bij andere gewervelde dieren);
Ademhaling bij de mens en chordadieren, het effect van roken;
Voeding (het gebit, verteringsproeven, de voedingsdriehoek, oefening op een evenwichtige samenstelling, culturele verschillen, aanpassingen aan voeding bij andere gewervelde dieren);
Transport (het bloed, het hart en de bloedsomloop, ziekteverschijnselen en immunologische processen + de lymfe);
Dissectie van hart en longen;
Regulatie van de samenstelling van de weefselvloeistoffen. Uitscheiding (nieren, huid en ademhaling);
Voortplanting bij de mens + anticonceptie en SOA.

Blok 2.3 Bio 3 de mens in interactie met zijn omgeving – Judith Gadeyne
In “De mens in interactie met zijn omgeving” komen de begrippen homeostase en regeling (zintuigen, zenuw- en hormonaal stelsel) aan bod. Een reeks zintuigexperimenten illustreren de bouw en werking van de zintuigen (oog, oor, smaak, tast). De link met het skelet en het spierstelsel ligt voor de hand. Een organisme kan op zijn omgeving reageren door te vechten, te vluchten of zich te verbergen... We bestuderen het bouwplan van het skelet bij de mens en onderzoeken de aanpassingen van andere gewervelden aan de voortbeweging. Bouw en werking van de spieren komen eveneens aan bod.
Het gedrag is het resultaat van de interactie tussen regeling, skelet en spieren met als einddoel homeostase. Na een theoretisch kader rond gedrag, bestuderen we het gedrag van ongewervelden (pissebedden en kijken we op de manier waarop ethologen werken naar het gedrag van gewervelde dieren in de Zoo van Antwerpen.

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing3,00 uren
  • Opmerking: blok 1: 1u en blok 2: 2u
Werkvormen
Practicum en/of oefeningen9,00 uren
  • Opmerking: 3 leerknooppunten van 3u
Werktijd buiten de contacturen3,00 uren
  • Opmerking: excursie

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 1Kennistoets65,00Het examen zal worden opgedeeld in verschillende blokken. Meer informatie hierover vind je in de studiewijzer.
Blok 1, schriftelijk, 60 minuten; blok 2, schriftelijk, 120 min.
Semester 1Vaardigheidstoets hands off permanent (Permanente evaluatie)35,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets65,00Het examen zal worden opgedeeld in verschillende blokken. Meer informatie hierover vind je in de studiewijzer.
Blok 1, schriftelijk examen, 60 min.; blok 2, schriftelijk examen, 120 min.
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off permanent (Permanente evaluatie)35,00