Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Onderwijs en Training
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
ot@ap.be
Vakinhoud 2 biologie (EBA-SO1-KPB)34267/1976/2021/1/85
Studiegids

Vakinhoud 2 biologie (EBA-SO1-KPB)

34267/1976/2021/1/85
Academiejaar 2020-21
Komt voor in:
  • Educatieve bachelor secundair onderwijs (1 onderwijsvak, Antwerpen)
    Keuzeoptie:
    • Biologie
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Co-titularis(sen): Christiaens Maja, Duchatelet Lisa, Gadeyne Judith, Meskens Ad
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2020 (1ste semester) of 15.03.2021 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 18,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Interactie: diversiteit hanteren
kan met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn (kennismaking met STEM)
Leerbevordering: geschikte leerinhouden hanteren
kan aan de hand van een schema enkele materiekringlopen (koolstof-, zuurstof-, stikstof-) in een ecosysteem omschrijven en voorbeelden geven
kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de mens door ingrijpen op niveau van het DNA genetische eigenschappen kan wijzigen.
kan aan de hand van voorbeelden relaties tussen organismen van dezelfde soort en van verschillende soorten herkennen, benoemen en omschrijven.
kan aanwijzingen voor biologische evolutie formuleren
kan basisbegrippen uit de ecologie op een wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren.
kan bij de waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en deze organismen op basis van morfologische kenmerken in groepen delen en benoemen.
kan bij waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en deze organismen in een eenvoudige classificatie plaatsen
kan de biologische evolutie van de mens toelichten.
kan de biologische kwaliteit van het water (biotische index) en de chemische kwaliteit experimenteel bepalen en vergelijken.
kan de conceptvorming bij classificatie in een historische context toelichten
kan de energiedoorstroming in een ecosysteem in verband brengen met de voedselpiramide en verklaren.
kan de plaats van sporenplanten in de evolutielijn van de planten toelichten
kan de wetten van Mendel toepassen op voorbeelden, ook bij de mens.
kan geslachtsgebonden genen en genenkaarten aan de hand van voorbeelden toelichten
kan illustreren hoe toepassingen van wetenschappelijke kennis leiden tot veranderingen in de samenleving
kan implicaties van verschillende types mutaties toelichten aan de hand van voorbeelden bij de mens.
kan met voorbeelden illustreren dat micro-organismen uiteenlopende functies vervullen in de natuur.
kan met voorbeelden uitleggen dat bacteriën en virussen de menselijke gezondheid beïnvloeden.
kan relaties leggen tussen aanwezige organismen en abiotische factoren van de onderzochte biotoop (water).
kan uitleggen hoe, volgens hedendaagse opvattingen over evolutie, nieuwe soorten ontstaan.
kan veel voorkomende kruiden herkennen en benoemen.
kan voorbeelden geven van factoren die de stabiliteit en de successie van een ecosysteem beïnvloeden (natuurbehoud en -beheer).
kan voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling
kunnen de massa en het volume van materie bepalen
kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat er verschillende soorten krachten kunnen voorkomen tussen voorwerpen en dat een kracht de vorm of de snelheid van een voorwerp kan veranderen
kunnen in concrete voorbeelden uit het dagelijks leven aantonen dat energie in verschillende vormen kan voorkomen en kan omgezet worden in een andere energievorm
kunnen volgende begrippen aan de hand van het deeltjesmodel hanteren: atoom, molecule, zuivere stof, mengsel, temperatuur, aggregatietoestand en faseovergangen
kunnen waarneembare fysische veranderingen van een stof in verband brengen met temperatuursveranderingen
kunnen warmtetransport (geleiding, convectie, straling) met concrete voorbeelden illustreren
kunnen zichtbare en onzichtbare straling in verband brengen met verschijnselen en toepassingen uit het dagelijks leven
kunnen met behulp van de rekenregels het aantal beduidende cijfers van een resultaat bepalen en dit resultaat in de wetenschappelijke notatie schrijven
kunnen de grootheden elektrische stroom en spanning omschrijven en hun eenheden aangeven
kunnen problemen oplossen met behulp van formules bij een serie-, parallel en een gemengde schakeling zowel kwalitatief als kwantitatief
kunnen magnetische verschijnselen bij permanente magneten beschrijven met behulp van magneetpolen, magnetische krachtwerking, magnetisch veld en veldlijnen
kunnen het verband tussen elektrische en magnetische verschijnselenkunnen verwoorden
kan bouw en levensprocessen van typevertegenwoordigers van sponzen, holtedieren, wormen, weekdieren en stekelhuidige dieren beschrijven
kan aan de hand van vers/gedroogd materiaal een boom of struik herkennen en benoemen (Nederlandse en wetenschappelijke naam)
kan aan de hand van fotomateriaal een aantal vogels herkennen en benoemen (Nederlandse naam)
kan bouw en levensprocessen van typevertegenwoordiger van geleedpotige dieren beschrijven
kan bouw en levenswijze van sporenplanten (mossen, varens, paardenstaarten) en fungi herkennen en beschrijven
kan de biodiversiteit van verschillende habitats bepalen, de habitats beschrijven en vergelijken
Leerbevordering: talentgericht differentiëren
kan experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden
Zelfontwikkeling: creatief denken
kan creatieve oplossingen aanbrengen om duurzaamheidsproblemen te behandelen
Zelfontwikkeling: onderzoekend handelen
gebruiken wetenschappelijke terminologie, symbolen, eenheden en data correct
is ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment.
kan basisexperimenten met micro-organismen correct uitvoeren
kan bij discussies over duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffengebruik, energiegebruik, biodiversiteit en leefmilieu (duurzaamheid).
kan de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de leefomstandigheden van de mens met voorbeelden illustreren
kan informatie opzoeken over uitgestorven levensvormen en deze levensvormen situeren in een classificatiesysteem
kan zelfstandig informatie opzoeken en verwerken m.b.t. de wisselwerking tussen natuurwetenschappen en de maatschappij op ecologisch (leefmilieu en gezondheid) en ethisch vlak.
kan met behulp van een determinatiesleutel bomen en struiken identificeren, in de juiste familie en geslacht onderbrengen en de correcte Nederlandse en wetenschappelijke naam geven
kan relaties leggen tussen organismen en abiotische factoren (bodem)

Leerinhoud

Blok 3 NW1 Energie en kracht – Ad Meskens
In OLOD komen volgende onderwerpen aan bod:
Metriek stelsel, warmte, optica, beweging en krachten.
Deze onderwerpen worden voornamelijk op een kwalitatief niveau bestudeerd.


Blok 4.1 Biodiversiteit – Lisa Duchatelet
De term biodiversiteit is een samentrekking van twee woorden: bio (leven) en diversiteit (verscheidenheid). Biodiversiteit verwijst naar alle vormen van leven die u op aarde aantreft: planten, dieren en micro-organismen. Biodiversiteit kan worden beschouwd op verschillende niveaus, naargelang men zich interesseert voor microscopisch kleine elementen of processen op wereldschaal. Zo omvat het concept biodiversiteit onder andere de genen, individuen, populaties, soorten, gemeenschappen en ecosystemen. Het classificeren van deze organismen komt tevens aan bod.

We bestuderen een aantal groepen ongewervelde dieren (weekdieren, stekelhuidigen, wormen, holtedieren, sponzen) ter voorbereiding van de stage ‘MuZee : multidisciplinair aan zee’.
Virussen, bacteriën en schimmels nemen we letterlijk ‘onder de loep’. Aan de hand van practica onderzoeken we bacteriën en hun levensvoorwaarden. De mens gebruikt ook al decennia lang bacteriën en schimmels in klassieke biotechnologische toepassingen zoals het maken van yoghurt, kaas, brood en alcohol. Via eenvoudige experimenten worden deze processen toegelicht.
Per practicum zullen ook de praktische basisvaardigheden getraind en geëvalueerd worden met telkens de nadruk op een ander aspect.

Het herbarium (bomenverzameling) wordt ingeleverd en tijdens week 2 (of 3) testen we de parate kennis van bomen en struiken.
Zelfstandige studie van een aantal park-, tuin- en kustvogels.

Blok 4.2 Ecologie en duurzame ontwikkeling– Judith Gadeyne
In dit olod komen volgende inhouden aan bod:
Een ecologische begrippenkader, ENERGIESTROOM en MATERIEKRINGLOOP IN ECOSYSTEMEN.
Ecologisch veldwerk: een aquatisch biotoop - de zuiverheid van het water achterhalen door de biotische index te bepalen en chemische analyses uit te voeren.
Natuurbeheer en - behoud in natuurreservaten via een studie van een natuurreservaat.
Educatie voor duurzame ontwikkeling op klas- en schoolniveau. Historisch kaderen van 'duurzame ontwikkeling'.
Informatie verwerven en verwerken rond gezondheid en milieu.
Kruidachtige planten herkennen en benoemen.


Blok 5 Evolutie en erfelijkheid – Lisa Duchatlet &Judith Gadeyne
Aantal studiepunten: 6
Inhoud:
De geneticus Theodosius Dobzhansky zag het juist, toen hij in 1973 schreef: ‘Nothing in biology makes sense, except in the light of evolution’.
Een van de meest indrukwekkende aspecten van Darwins evolutietheorie is ongetwijfeld het aantonen en verklaren van de samenhang tussen alle aardse levensvormen, van een bacterie tot de blauwe vinvis, van de fruitvlieg tot de mens. Die samenhang komt voort uit de gemeenschappelijke historische oorsprong van het leven. Veel tijdgenoten van Darwin vonden het een ondraaglijke gedachte dat er tussen de mens en andere levensvormen geen diepe kloof bestaat, en ook nu nog kunnen velen niet verteren dat de mens nauw verwant is aan de chimpansee. Nochtans zit er veel schoonheid in het inzicht dat alle levensvormen familie van elkaar zijn. (Johan Braeckman, http://www.evolutietheorie.ugent.be/node/221)

We starten dit academiejaar met vele verschillende levensvormen te inventariseren in een bos of weiland en de samenhang te zoeken tussen deze levensvormen onderling en met abiotische factoren. We voeren deze activiteit uit op de UA-campus ‘Drie Eiken’, Wilrijk.
We analyseren de vegetatie en bijhorende fauna en richten onze aandacht vooral op de sporenplanten en ongewervelde dieren (voornamelijk geleedpotigen) die we tegenkomen in de biotoop. De verschillende taxa worden verder bestudeerd. We vertalen deze opdracht ook naar het secundair onderwijs 2de graad ASO.

In dit olod zal een korte kennismaking met STEM gegeven worden.

Elk van ons heeft een uniek pakket aan erfelijke informatie. Deze kregen we van onze ouders en bepaalt een groot deel van onze eigenschappen. Maar ook onze omgeving en leefgewoonten spelen een rol. We bestuderen de wetmatigheden die bij erfelijkheid een rol spelen en zoemen in op de erfelijkheid bij de mens. In het luik van de moderne biotechnologie gaan we na op welke manier het genetisch materiaal van organismen gewijzigd kan worden.

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing3,00 uren
  • Opmerking: blok 3: 1u, blok 4: 1u en blok 5: 1u
Werkvormen
Practicum en/of oefeningen12,00 uren
  • Opmerking: 4 leerknooppunten van 3u
Werktijd buiten de contacturen3,00 uren
  • Opmerking: excursie veldwerk terrestrisch

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Semester 2Kennistoets70,00Het examen zal worden opgedeeld in 3 verschillende blokken. Meer informatie hierover vind je in de studiewijzer.
Elke blok heeft een schriftelijk examen van 60 min.
Semester 2Vaardigheidstoets hands off permanent (Permanente evaluatie)30,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets70,00Het examen zal worden opgedeeld in 3 verschillende blokken. Meer informatie hierover vind je in de studiewijzer.
Elke blok heeft een schriftelijk examen van 60 min.
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off permanent (Permanente evaluatie)30,00