Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
campus Desguinlei
Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen
T +32 3 244 18 00 - F +32 3 238 90 17
conservatorium@ap.be
Spelproject 235221/2115/2122/1/63
Studiegids

Spelproject 2

35221/2115/2122/1/63
Academiejaar 2021-22
Komt voor in:
  • Bachelor in het drama, trajectschijf 2
    Afstudeerrichting:
    • acteren
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 30 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Deroo Sara
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2021 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 900,00 uren

Volgtijdelijkheid

geslaagd voor Spelproject 1 EN geslaagd voor Lichamelijk bewustzijn 1 EN geslaagd voor Dans 1 EN geslaagd voor Stemtraining 1 (acteren).

Korte omschrijving

Gastdocenten

Begincompetenties (tekst)

Geslaagd zijn voor Speltraining 1, Lichamelijk Bewustzijn 1, Beweging 1 en Stemtraining 1.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Artistiek concept - 1.1. materiaal verwerken
Spreekt deelpersoonlijkheden aan in zichzelf en zet deze in naargelang de behoefte van het geanalyseerde parcours
1. Artistiek concept - 1.2. presentatie vormgeven
Creëert een nieuw niet-letterkundig bouwwerk op basis van de tekst en diens persoonlijke interpretatie en theatraliteit
1. Artistiek concept - 1.3. publiek
Onderzoekt al spelend diens relatie tot het publiek
2. Vaktechnisch - 2.1. parameters en structuren beheersen
Analyseert drie repertoirestukken uit de toneelliteratuur in functie van het spelen ervan
Diept de verworvenheden uit Spelproject 1 verder uit
Identificeert begin, verloop, en einde van een theaterstuk, bedrijf en scene
Identificeert het parcours van diens personage in het theaterstuk, bedrijf en scene
Integreert de verworvenheden uit Spelproject 1
Knipt en schakelt tussen emoties bij het spelen van opeenvolgende scènes
Laat al spelend diens relatie tot de tekst verder evolueren
Spreekt verstaanbaar
2. Vaktechnisch - 2.2. zelfstudie
Diept de verworvenheden uit Spelproject 1 verder uit
Integreert de verworvenheden uit Spelproject 1
Onderzoekt al spelend diens relatie tot zichzelf
2. Vaktechnisch - 2.3. lichamelijk en ruimtelijk bewustzijn
Diept de verworvenheden uit Spelproject 1 verder uit
Integreert de verworvenheden uit Spelproject 1
3. Samenwerking - 3.2. samenspelen
Integreert de verworvenheden uit Spelproject 1
Diept de verworvenheden uit Spelproject 1 verder uit
Onderzoekt al spelend de relatie tot diens medespelers
3. Samenwerking - 3.3. participeren in/ samenwerken aan (interdisciplinair) artistiek concept
Diept de verworvenheden uit Spelproject 1 verder uit
Integreert de verworvenheden uit Spelproject 1
Onderzoekt al spelend de relatie tot diens medespelers
3. Samenwerking - 3.4. interculturele en internationale context
Onderzoekt al spelend diens relatie tot de wereld
4. Positioneren - 4.3. reflecteren
Ontwikkelt een eigen visie met betrekking tot het tekstmateriaal en vertaalt deze in theatrale tekens

Leerinhoud

In het tweede jaar verschuift de aandacht naar de analyse en het spelen van een volledig stuk. Samen met zijn medestudenten gaat de speler in wording verder met het ontwikkelen van zijn/haar/hun speelvaardig-heid en vervolgt hij/zij/hen het onderzoek naar wat hij/zij/hen als speler op het theater wil meedelen. De student leert op zoek te gaan naar zichzelf en naar zijn/haar/hun theatrale verbeelding in een toneelstuk, zowel vanuit de interpretatie van de tekst als vanuit zijn/haar/hun persoonlijke binding met de tekst. Aan de hand van repertoireteksten uit de toneelliteratuur leert de student een tekstgevoeligheid die hem/haar/hun in staat stelt het begin, het eind en een verloop van een tekst, maar ook een bedrijf of een scène, te onderscheiden. De student leert lezen, onderzoekt de betekenis van de tekst ingegeven door de auteur en maakt de tekst tot zijn/haar/hun eigen werkmateriaal waarmee hij/zij/hen aan de slag gaat om zijn eigen verhaal te vertellen. Omdat de acteur niet moet spelen wat het publiek al in de tekst kan lezen en opdat het verhaal van de auteur het verhaal van de acteur wordt, wordt daartoe een nieuw niet-letterkundig bouwwerk gemaakt. 

De student leert nu dat meningsverschillen met zijn/haar/hen medespelers over de tekst de voedingsbodem zijn voor het spel. Er wordt niet gestreefd naar eensgezindheid maar naar vertrouwen en respect voor verschillen. In een open en respectvolle sfeer worden tijdens de repetitie uiteenlopende standpunten over de tekst gedeeld om op de scène de grondstof te worden voor het dramatische conflict. De aspirant-toneelspeler leert naast het vertrouwen in zichzelf als scheppend kunstenaar nu ook te vertrouwen op de creatie van haar/zijn medespeler.

De student leert dat hij/zij/hen zich grondig moet voorbereiden op het spelen van een stuk maar dat hij/zij/hen zover moet komen dat die voorbereiding ook weer vergeten kan worden. To learn and to forget. Dit resulteert in de vrijheid van de toneelspeler op de scène en wordt mee bereikt door intensieve oefening van alle ondersteunende disciplines: beweging, stem en theorie.
 
De docent staat de individuele student bij in zijn/haar/hun onderzoek naar eigen verbeelding en emoties, en begeleidt hem/haar/hun samen met zijn collegastudenten in het opzetten van een nieuwe bouwwerk. Aan tafel en op de vloer helpt de docent de speler om zich te openen door hem/haar/hun bewust te maken van zijn/haar/hun relatie tot zichzelf, de medespelers, de toneeltekst en de wereld.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk360,00 uren
Werktijd buiten de contacturen540,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarArtistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Op het toonmoment, aan het eind van ieder spelblok, presenteert de student samen met zijn/haar/hun medestudenten scènes of een voorstelling aan een jury en een beperkt publiek. De evaluatie gebeurt na ieder toonmoment en legt de nadruk op weliswaar onverbloemde maar steeds constructieve feedback of feedforward. De student krijgt de kans in een sfeer van vertrouwen zijn/haar/hun artistieke ziel te ontwikkelen en zich te ontplooien als toneelspeler/acteur.