12: Deontologisch handelen: handelt deontologisch, respecteert interne en externe procedures, is alert voor fraude en is zelfkritisch.
De student handelt deontologisch correct.
|
01: Verkoopfacturen, creditnota's, debiteurenbeheer: maakt de verkoopfacturen en creditnota’s op en onderneemt de nodige acties in het kader van het debiteurenbeheer.
De student evalueert verkoopfacturen en creditnota's op basis van de wettelijke verplichtingen
|
De student onderneemt de nodige acties in het kader van het debiteurenbeheer zoals periodiek checken wie niet betaald heeft, lijsten trekken, terugkoppelen aan de verschillende diensten, processen in kaart brengen en bij lacunes vragen om instructies
|
03: Verkoopprijs, kostprijs, budgettering: heeft inzicht in de totstandkoming van een verkoopprijs met inbegrip van de berekening van een kostprijs, heeft inzicht in de bouwstenen van budgettering en volgt de bestaande budgetten mee op.
De student berekent en interpreteert de marges die een bedrijf verwezenlijkt
|
05: Boekhoud- en kantoorsoftware: houdt de onderliggende databanken van de boekhoudsoftware up-to-date, werkt vlot met de courante boekhoud- en kantoorsoftware.
De student houdt de onderliggende databanken van de boekhoudsoftware up-to-date en werkt vlot met de courante boekhoudsoftware
|
De student werkt vlot met de kantoorsoftware
|
07: Proef- en saldibalans, jaarrekening, inventarisboekingen, centralisatie: bereidt de proef- en saldibalans en de jaarrekening voor in functie van de periodieke en jaarafsluiting, doet de courante inventarisboekingen en de centralisatie.
De student bereidt de proef- en saldibalans en de jaarrekening voor in functie van de periodieke afsluiting
|
De student past de inventarisboekingen en centralisatie toe
|
De student legt de link tussen de interne jaarrekening en de balans van de werkplek
|
09: Documenteren: maakt gestandaardiseerde rapporten en analyses op vraag van de leidinggevende en volgt administratieve dossiers op.
De student maakt gestandaardiseerde rapporten en analyses op vraag van de leidinggevende van een boekhoud-/financiële afdeling van een bedrijf
|
De student volgt administratieve dossiers op (verzekeringen, schadedossiers, huurcontracten etc.)
|
De student beschrijft de opmaak van gestandaardiseerde rapporten en analyses op vraag van de leidinggevende en reflecteert hierover
|
De student beschrijft de opvolging van administratieve dossiers van een bedrijf en reflecteert hierover
|
11: Levenslang leren: onderhoudt het eigen deskundigheidsniveau door de recente ontwikkelingen en de wetgeving eigen aan de sector op te volgen en is business compliant.
De student volgt recente ontwikkelingen en de wetgeving eigen aan de sector op en is business compliant
|
02: Betalingen, crediteurenbeheer, voorraadadministratie: voert betalingen uit binnen de eigen bevoegdheid voor goedgekeurde bewijsstukken en onderneemt de nodige acties in het kader van het crediteurenbeheer en de voorraadadministratie.
De student verzorgt de input voor de betalingen
|
De student onderneemt de nodige acties in het kader van het crediteurenbeheer en de voorraadadministratie zoals kasbeheer, bewegingen in de voorraad bijhouden
|
De student beschrijft de input voor de betalingen op de werkplek (flow) en reflecteert hierover
|
De student beschrijft de te ondernemen acties in het kader van het crediteurenbeheer en de voorraadadministratie, zoals kasbeheer, bewegingen in de voorraad bijhouden, specifiek voor de werkplek. De student reflecteert hierover
|
04: Dagboek coderen, analytische boekhouding: codeert en verwerkt de documenten in het aankoop-, verkoop-, financieel- en divers dagboek, houdt de analytische boekhouding bij en doet de afstemmingscontrole met de onderliggende bewijsstukken.
De student codeert en verwerkt de documenten in het aankoop-, verkoop-, financieel en divers dagboek en doet de afstemmingscontrole met de onderliggende bewijsstukken
|
08: Communiceren: communiceert op doeltreffende wijze over de eigen werkzaamheden in functie van de boekhouding.
De student reflecteert over de eigen werkzaamheden
|
De student communiceert op doeltreffende wijze op de werkplek
|
10: Teamgericht werken: werkt teamgericht in een multidisciplinaire, interculturele en/of internationale beroepsomgeving.
De student werkt teamgericht in zijn/haar beroepsomgeving
|