Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Management en Communicatie
campus Meistraat
Meistraat 5 - 2000 Antwerpen
T +32 3 220 55 20 - F +32 3 220 55 59
mc@ap.be
Verbintenissen/115269/2196/2122/1/31
Studiegids

Verbintenissen/1

15269/2196/2122/1/31
Academiejaar 2021-22
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 1
    Keuzeoptie:
    • Avondtraject RP
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Co-titularis(sen): Lecoutre Rudi, Tijs Wenzel
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 04.10.2021 (1ste module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 104,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Het verbintenissenrecht wordt wel eens de “moeder” van het privaatrecht genoemd. Deze rechtstak levert immers belangrijke bouwstenen voor een goed begrip en een correcte toepassing van talloze andere rechtstakken.

Iedere persoon – particulier / consument / ondernemer… – die deelneemt aan het rechtsverkeer wordt wellicht regelmatig zo niet dagelijks – bewust of onbewust, gewild of ongewild – geconfronteerd met het verbintenissenrecht. Denk bv. aan het aangaan, het uitvoeren of het tenietgaan van overeenkomsten (bv. de benoemde overeenkomsten koop, huur, aanneming…, maar evengoed aan een eindeloze reeks onbenoemde overeenkomsten, die ontspruiten aan de contractuele vrijheid) of aan het oplopen van buitencontractuele aansprakelijkheid omwille van een onrechtmatige daad.
Het belang van het verbintenissenrecht kan dan ook moeilijk overschat worden.

In een eerste hoofdstuk zullen we het begrip verbintenis definiëren en vervolgens haar karakteristieke eigenschappen onderzoeken: (a) een verbintenis creëert een rechtsband tussen personen, (b) zij ontstaat krachtens de wet, (c) zij heeft een in geld waardeerbare aanspraak tot voorwerp en (d) zij is afdwingbaar. Tevens zullen we stilstaan bij diverse opdelingen van de verbintenissen: (a) naargelang de bron waaruit zij ontstaan, (b) naargelang hun aard, (c) naargelang hun voorwerp, (c) naargelang het aantal betrokken schuldeisers en schuldenaars en (d) naargelang de modaliteiten die eraan verbonden zijn.

In een tweede hoofdstuk onderzoeken we nader de verbintenissen uit rechtshandelingen: (a) de verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling (de overeenkomst) en (b) de verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling (de eenzijdige wilsuiting). We zullen zien dat het leerstuk van de ‘goede trouw’ (artikel 1134 van het oud Burgerlijk Wetboek) een zeer prominente plaats heeft binnen het overeenkomstenrecht.

In een derde hoofdstuk onderzoeken we nader de verbintenissen uit rechtsfeiten: (a) de verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst en (b) de verbintenissen uit onrechtmatige daad. We zullen zien dat het leerstuk van de onrechtmatige daad (artikel 1382 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek) de sleutel vormt om de niet-naleving van een schier oneindig aantal wettelijke geboden of verboden (burgerrechtelijk) te sanctioneren.

In een vierde hoofdstuk werken we een aantal regels verder uit die in principe gemeenschappelijk zijn aan alle verbintenissen, ongeacht de bron waaruit zij zijn ontstaan. Het betreft regels m.b.t. (a) het bewijs en de interpretatie van verbintenissen, (b) de overdracht van verbintenissen en hele overeenkomsten en (c) het tenietgaan van verbintenissen.

Tot slot zullen we in de lessenreeks ook stilstaan bij belangrijke wijzigingen in het verbintenissenrecht die, in het kader van een grootscheepse moderniseringsoperatie van deze rechtstak, in volle voorbereiding zijn en wellicht binnen afzienbare tijd wet zullen worden.

Begincompetenties (tekst)

Student dient een analytisch denkvermogen te hebben teneinde de concrete gevalstudies te kunnen oplossen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student kan de correcte set van rechtsregels terugvinden in de bronnen van het verbintenissenrecht en deze rechtsregels correct toepassen bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
De student geeft aan welke bronnen van verbintenissen aan de orde zijn in een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
Voert zijn/haar taak zelfgestuurd en nauwkeurig uit: toont initiatief, creativiteit en doorzettingsvermogen en werkt oplossingsgericht.
De student formuleert relevante hypotheses en maakt cascaderedeneringen bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student legt in correcte juridische bewoordingen de verbintenisrechtelijke begrippen en leerstukken uit (aan de hand van een verhelderend voorbeeld). Hij/zij is in staat om de toepassingsvoorwaarden voor een bepaald leerstuk op te sommen en te duiden.
De student past de abstracte theorie toe op een concrete casus die verband houdt met het verbintenissenrecht. Hij/zij legt uit welke regels van verbintenissenrecht toepasselijk zijn op de casus en wat zij precies inhouden en geeft vervolgens aan tot welk resultaat zij leiden bij een toepassing op de casus.
Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student geeft in praktijksituaties aan welke partij verbintenisrechtelijk aansprakelijk is, over welke remedies de gegriefde partij beschikt en hoe de gegriefde partij haar aanspraken opzichtens de aansprakelijke partij juridisch correct moet hardmaken.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student ontwart en ontleedt in praktijksituaties de (diverse, mogelijke) problemen van verbintenissenrecht en formuleert daarbij geschikte en sluitende oplossingen om deze problemen te vermijden of deze problemen te remediëren.
Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling, volgt zelfstandig tendensen op in functie van de eigen professionele ontwikkeling en integreert deze nieuwe inzichten.
De student volgt de evoluties in de wetgeving en de jurisprudentie m.b.t. verbintenissenrecht op en kan aangeven hoe zij de uitkomst van een concrete juridische vraagstelling kunnen beïnvloeden.

Leerinhoud

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1. Algemene inleiding

2. Situering en vindplaats van het verbintenissenrecht
2.1. Situering in het recht
2.2. Vindplaats van het verbintenissenrecht in de Belgische wetgeving

3. Begripsomschrijving en karakteristieke eigenschappen van de verbintenis
3.1. Het begrip verbintenis
3.2. Karakteristieke eigenschappen van de verbintenis

4. Terminologie en schematische voorstelling

5. Indeling van verbintenissen
5.1. Verbintenissen en de bron waaruit zij ontstaan
5.2. Verbintenissen en hun aard
5.3. Verbintenissen en hun voorwerp
5.4. Verbintenissen met meerdere schuldeisers of schuldenaars
5.5. Verbintenissen met bijzondere modaliteiten


HOOFDSTUK 2 VERBINTENISSEN UIT RECHTSHANDELINGEN

1. Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: de overeenkomst
1.1. Het begrip overeenkomst en diverse indelingen van de overeenkomsten
1.2. Basisbeginselen van het contractenrecht
1.3. Totstandkoming van de overeenkomst
1.4. Nakoming en andere vormen van tenietgaan van verbintenissen uit overeenkomst
1.5. Draagwijdte van overeenkomsten ten aanzien van derden

2. Verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling: de eenzijdige wilsuiting


HOOFDSTUK 3 VERBINTENISSEN UIT RECHTSFEITEN

1. Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst
1.1. Zaakwaarneming
1.2. Onverschuldigde betaling
1.3. Ongerechtvaardigde verrijking

2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad
2.1. Situering
2.2. Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid
2.3. Kwalitatieve aansprakelijkheid
2.4. De schade
2.5. Het oorzakelijk verband


HOOFDSTUK 4 REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN DE VERSCHILLENDE VERBINTENISSEN

1. Bewijs en interpretatie van verbintenissen
1.1. Het bewijs van de verbintenissen
1.2. Interpretatie van verbintenissen en overeenkomsten

2. Overdracht van verbintenissen en overeenkomsten
2.1. De actieve overdracht
2.2. De passieve overdracht
2.3. Actieve en passieve overdracht gecombineerd: contractoverdracht

3. Tenietgaan van verbintenissen
3.1. Schuldvernieuwing of novatie
3.2. Schuldvergelijking of compensatie
3.3. Schuldvermenging
3.4. Kwijtschelding van schuld
3.5. Afstand van recht
3.6. Rechtsverwerking
3.7. Bevrijdende verjaring

Studiematerialen (lijst)

Praktisch verbintenissenrechtVerplicht
  • Auteur: W.Tijs en A. Verdoodt
StudentencodexVerplicht
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Avondtraject
Hoor- en/of werkcolleges (avondtraject)20,00 uren
Practicum en/of oefeningen (avondtraject)4,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (avondtraject)78,00 uren
Dagtraject
Hoor- en/of werkcolleges (dagtraject)30,00 uren
Practicum en/of oefeningen (dagtraject)6,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (dagtraject)66,00 uren
Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing1,50 uren
  • Omschrijving: examen in de examenreeks

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennistoets20,00Schriftelijk examen
AcademiejaarVaardigheidstoets hands off80,00schriftelijk examen
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennistoets20,00Schriftelijk examen
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets hands off80,00schriftelijk examen

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.