Met dit opleiding vak willen we de studenten de mogelijkheid bieden om theoretische inzichten onmiddellijk te koppelen aan praktijkervaringen.
De student maakt een keuze voor één specifieke leerwerk-plaats. De leerwerkplaatsen kunnen, naargelang het aanbod en vraag van het werkveld per academiejaar verschillen. Er zijn 14 vaste leerwerkplaatsen. Iedere leerwerkplaats biedt unieke inzichten, kennis en vaardigheden.
Enkele voorbeelden

De Schoolbrug: Je leert wat onderwijsopbouwwerk is en hoe je kan werken met kwetsbare gezinnen waar het onderwijsondersteunend klimaat ontoereikend is. Via het project ‘De Leertrein’ van de Schoolbrug werk je met gezinnen met kinderen in de lagere school. Je biedt leerondersteuning aan door wekelijkse huisbezoeken. Je treedt op als modelfiguur en tracht de ouder te versterken in haar onderwijsondersteunende rol t.a.v. haar kind. Door tips te geven, samen in te oefenen en de communicatie met de school te begeleiden, zal de ouder hier na de ondersteuning verder mee aan de slag kunnen. Je wordt hierbij goed ondersteund door de onderwijsopbouwwerker via uitgebreide verslaggeving, feed-back en gezamenlijke intervisiemomenten.

Recht Op: een vereniging waar armen het woord nemen, vertrekt heel sterk vanuit de krachtenbenadering, d.w.z. dat je via deze werking inzicht krijgt op welke manier je krachtgericht kunt werken met deze doelgroep. Het is de bedoeling om vooral goed te observeren en heel alert te zijn hoe je, los van de methodieken van de ‘traditionele’ MWer, heel krachtgericht kan werken. Dit met een alternatieve/creatieve aanpak (bv. de kracht van vertrouwen, de kracht van cultuur) en te bekijken hoe je dit in je latere stage of werkomgeving kunt blijven meenemen.
Ieder werking heeft zijn eigen specificiteit, de student kan een keuze maken met welke doelgroep en welk thema hij/zij aan de slag wil gaan. Er wordt ondersteuning voorzien door de werkers, door een aantal ervaringsdeskundigen en vanuit de docent.

Outreachend werken: In deze keuzemodule verkennen we de wereld van het outreachende sociaal werk. Deze werkvorm is bijzonder actueel maar stelt ook heel wat uitdagingen aan sociaal werkers. Eigen aan outreachende werkvormen is dat de sociaal werker de veilige ruimte van het bureau achter zich laat en gaat werken in de leefwereld van cliënten, die geen of nog geen vraag naar hulp stellen. Dat kan de publieke ruimte zijn, aan de deur bij mensen thuis of in andere voorzieningen. Aan de hand van gastcolleges, praktijkverhalen en reële casussen zoeken we naar de vele spanningsvelden, discussiepunten en uitdagingen dat outreachend sociaal werk met zich mee brengt. Naargelang opportuniteiten en organiseerbaarheid wordt een werkbezoek of een wijkwandeling ingelast. Deze keuzemodule kan verplaatsingskosten met zich mee brengen.

Zie algemene begincompetenties AP Sociaal Werk.

Met dit opleidingsonderdeel willen we de studenten de mogelijkheid bieden om theoretische inzichten onmiddellijk te koppelen aan praktijkervaringen. De student maakt een keuze voor één specifieke leerwerkplaats.
Deze leerwerkplaatsen bestrijken een waaier van doelgroepen en activiteiten. De student is ook in de mogelijkheid een eigen leerwerkplaats aan de brengen mits goedkeuring van de docent.
Iedere leerwerkplaats biedt unieke inzichten, kennis en vaardigheden, deze elementen worden gekoppeld aan de stageplaats in het derde jaar.

De focus ligt op contact met de doelgroep, dit kan op verschillende manieren, door samen deel te nemen aan verschillende activiteiten, door outreachend toe te stappen naar de doelgroep, door samen met de doelgroep iets te organiseren, …
De student kan kiezen voor dezelfde doelgroep als de 3de jaars stage maar dit is geen verplichting.

In de praktijk betekent dit dat de student een aantal uur per week aan de slag gaat bij de gekozen organisatie, het aantal momenten en uren zijn overeen te komen met de organisatie, rekening houdend met de lessen op school. In het lesrooster zijn voldoende vrije lesmomenten voorzien.

Begeleiding
Tijdens het onthaal van 3MW worden alle leerwerkplaatsen toegelicht. De student kunt je op dat moment al een keuze doorgeven. De lector beslist de uiteindelijke indeling per praktijklabo, rekening houdend met de voorkeur en het aantal beschikbare plaatsen per praktijklabo. Deze keuze is niet vrijblijvend, als je je hebt opgegeven wordt er ook verwacht dat je dit engagement waar maakt.
Wanneer je je hebt opgegeven wordt je naam doorgegeven aan de betreffende contactpersoon van de organisatie. Van jou wordt verwacht dat je zelf contact neemt om een 1ste afspraak te maken. De verschillende werkplaatsen staan toegelicht op Digitap.

Bij nieuwe organisaties wordt er steeds contact opgenomen met de begeleider.

Bij problemen kan de student zich steeds richten tot de lector.

Voor het schrijven van de paper wordt er een toelichting voorzien en de student kan individuele feedback vragen.