Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Welzijn
campus Spoor Noord Noorderplaats
Noorderplaats 2 - 2000 Antwerpen
gw@ap.be
Geïntegreerde opdracht28040/2225/2122/1/64
Studiegids

Geïntegreerde opdracht

28040/2225/2122/1/64
Academiejaar 2021-22
Komt voor in:
  • Postgraduaat Werken met de context, trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Stinkens Wim
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 + Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

(geslaagd of gedelibereerd voor Theoretische modellen en uitgangspunten 1 OF simultaan te volgen met Theoretische modellen en uitgangspunten 1) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Leertherapie 1 OF simultaan te volgen met Leertherapie 1) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Theoretische modellen 1 OF simultaan te volgen met Theoretische modellen 1) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Supervisie 1 OF simultaan te volgen met Supervisie 1) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Vaardigheden en handvatten OF simultaan te volgen met Vaardigheden en handvatten) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Narratief werken met casussen OF simultaan te volgen met Narratief werken met casussen) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Theoretische modellen 2 OF simultaan te volgen met Theoretische modellen 2) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Supervisie 2 OF simultaan te volgen met Geïntegreerde opdracht).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 8,00 uren

Korte omschrijving

In de geïntegreerde opdracht toont de student dat hij op een planmatige en reflectieve wijze vorm kan geven aan het werken ‘met/in de context’.

OLR-Leerdoelen (lijst)

De student kan op een krachtgerichte en procesmatige wijze een antwoord geven op de ondersteuningsvragen van cliënten en hun context, .
De student kan de transfer maken tussen theorie en de praktijk in de context van de cliënt/cliëntsysteem.
De student kan de paradigmashift (vraaggestuurd/ zorg op maat) concretiseren in zijn denken en handelen.
De student kan werken met en vanuit diversiteit.
De student kan veranderingsprocessen op een planmatige en innovatieve wijze begeleiden.
De student kan binnen gezinsbegeleiding en/of mobiele begeleiding het ondersteuningsproces hanteren met het (ortho)(ped)agogische als ingang.
De student heeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het eigen beroepsspecifieke functioneren.
De student beschikt over reflectieve vaardigheden.
De student heeft kennis van verwerkings,- en rouwprocessen.
De student heeft kennis van de plaats van een handicap in het gezin.
De student kan in de literatuur op zoek gaan naar geformuleerde oplossingen om een gelijkaardige situatie aan te pakken.

Leerinhoud

In het afstudeerwerkstuk brengen de studenten in beeld welke competenties ze hebben verworven op volgende terreinen:
1. Studenten hebben een visie op gezinsgericht- en begeleidend handelen.
2. Studenten kunnen concreet aantonen dat ze procesgericht en planmatig veranderingsprocessen kunnen ondersteunen die recht doen aan iedere betrokkene binnen de context.
3. Studenten kunnen aantonen dat ze gegroeid zijn als beroepspersoon mbt contextgericht werken. Deze competentie vinden we oa terug in de mate van reflectie.

In het afstudeerwerkstuk vertrekt de student vanuit zijn concrete ervaring van het werken in en/of met de context.
Binnen de concrete omschrijving van een werk,- en/of leervraag beschrijft, evalueert, reflecteert en argumenteert de student op volgende thema’s:

1. Hoe krijgt de samenwerkingsgerichte benadering vorm in zijn handelen binnen het werken in de context en binnen het team? Wat betekent voor jou actief en gelijkwaardig partnerschap? Hoe geef je hier vorm en richting aan.
Hoe ga je om met de paradigmawissel?
2. Op welke wijze werk je in contact met de cliënt en zijn context aan een basishouding van respect en verbinding?
3. Breng in beeld hoe je de theoretische modellen eclectisch hanteert in je praktijk. ( ouderschapstheorie, oplossingsgericht werken, contextuele hulpverlening)
4. Reflecteer over de verschillende manieren van professioneel denken en sta stil bij hoe dit je handelen beïnvloed.
5. Op welke manier beïnvloed je visie (onderbouwd door de opleiding) je deelname aan besprekingen en je samenwerken met andere hulpverleners?
6. Geef aan op welke wijze je groeide in het uitwerken en implementeren van een ondersteuningsplan. Op welke wijze hou je rekening met de inzichten uit de opleiding?
7. Illustreer in je werkstuk op welke manier je procesmatig aan de slag bent in je werk.
8. Sta stil bij je krachten/leerpunten en laat zien hoe je naar een eigen begeleidingsstijl groeit. Benoem en omschrijf je begeleidingsstijl.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Handleiding en achtergrondinformatie

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Vormen van groepsleren8,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarAfstudeeropdracht100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarAfstudeeropdracht100,00

Toetsing (tekst)

1. Korte omschrijving van de toets: afstudeerwerk  
2. Toetsmethode: werkstuk  
3. Bron: open boek
4. Toetsmedium: schriftelijk
5. Toetsmoment: momentopname op examen
6. Beoordelaar: lector
7. Afspraken rond verplichte aanwezigheden en afwezigheden