Academiejaar
2021-22
Komt voor in:
- Postgraduaat Werken met de context, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
6 studiepunten
Co-titularis(sen): Stinkens Wim
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 + Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 48,00 uren
OLR-Leerdoelen (lijst)
De student kan op een krachtgerichte en procesmatige wijze een antwoord geven op de ondersteuningsvragen van cliënten en hun context,
.
De student kan de transfer maken tussen theorie en de praktijk in de context van de cliënt/cliëntsysteem.
|
De student kan werken met en vanuit diversiteit.
|
De student kan veranderingsprocessen op een planmatige en innovatieve wijze begeleiden.
|
De student kan binnen gezinsbegeleiding en/of mobiele begeleiding het ondersteuningsproces hanteren met het (ortho)(ped)agogische als ingang.
|
De student kan de gepaste gesprekstechnieken hanteren.
|
De student heeft kennis van verwerkings,- en rouwprocessen.
|
De student heeft kennis van de plaats van een handicap in het gezin.
|
De student kan in de literatuur op zoek gaan naar geformuleerde oplossingen om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
|
Leerinhoud
Motivationele gespreksvoering
Cultuursensitief werken
Werken met ondersteunende netwerken
Nieuwe samengestelde gezinnen
Omgaan met rouw en verlies
Nieuwe autoriteit en geweldloos verzet
Studiematerialen (tekst): Verplicht
1.Hand- outs
2.Wetenschappelijke artikels
Onderwijsorganisatie
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges48,00 uren Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands on | 100,00 | |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Vaardigheidstoets hands on | 100,00 | |
Toetsing (tekst)
1. Korte omschrijving van de toets: uitwerken van 1 vaardigheid of thema adv een casus
2. Toetsmethode: werkstuk
3. Bron: open boek
4. Toetsmedium: schriftelijk
5. Toetsmoment: momentopname op examen
6. Beoordelaar: lector