Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
Werkplekleren 3b32309/2784/2223/1/08
Studiegids

Werkplekleren 3b

32309/2784/2223/1/08
Academiejaar 2022-23
Komt voor in:
  • Bachelor in de vroedkunde, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vanden Bergh Leen
Andere co-titularis(sen): Beenaerts Bernice, Bernaerts Brigitte, Bosmans Valerie, Brouns Miek, De Bock Vanessa, Driessen Els, Gooris Giovanna, Kradolfer Sabine, Meyvis Inge, Rimaux Sophie, Steegen Stefanie, Stiers Mieke, van Asseldonk Fieke, Van de Craen Natacha, Van Leugenhaege Luka, Van Oevelen Jente, Verheyen Veerle, Verstraete Marie, Wensel Jana
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2022 (Academiejaar) of 15.10.2022 (1ste semester) of 15.03.2023 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 450,00 uren

Volgtijdelijkheid

geslaagd voor Zwangerschap 2 EN geslaagd voor Arbeid en bevalling 2 EN geslaagd voor Postpartale periode 2 EN geslaagd voor Werkplekleren 2 EN (simultaan te volgen met De vroedvrouw als hoog-risico expert OF eerder ingeschreven voor De vroedvrouw als hoog-risico expert).

Onderwijsorganisatie (tekst)

Dit opleidingsonderdeel kan in principe drie maal worden georganiseerd binnen één academiejaar: regulier is dit over een volledig academiejaar. Indien het organisatorisch mogelijk wordt geacht, kan het ook uitzonderlijk worden georganiseerd binnen het eerste semester en/of het tweede semester.

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit opleidingsonderdeel dient de student de volgende opleidingsonderdelen te hebben behaald: Zwangerschap 2 EN Arbeid en Bevalling 2 EN Postpartale periode 2 EN Werkplekleren 2.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Fysiologie, zorg en begeleiding
De student begeleidt en bewaakt autonoom een laag-risico bevalling
De student begeleidt, bewaakt en bevordert autonoom een laag-risico zwangerschap
De student biedt correct zorg en begeleiding in fysiologische situaties die aangepast is aan de noden van de zorgvrager (en zijn gezin)
De student organiseert de zorg correct in fysiologische situaties
De student stimuleert het bewustzijn van een fysiologische benadering van een zwangerschap, bevalling en kraambed
De student voert autonoom een laag-risico bevalling uit
De student voert autonoom een prenatale raadpleging uit bij een laag-risico zwangerschap
De student voert correct de nazorg uit en evalueert de gegeven zorg kritisch
De student voert correct het ontslag van de zorgvrager uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
De student voert de opname van de zorgvrager correct uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
2. Risicodetectie/ risicoselectie
De student consulteert op basis van de risicodetectie correct de aangewezen zorgverlener (en verwijst gepast en tijdig door indien geïndiceerd)
De student detecteert (potentiële) risico’s en complicaties die een bedreiging kunnen zijn voor de gezondheid
De student reageert correct en op gepaste wijze tijdens spoedsituaties (binnen de eigen bevoegdheid) tot de aangewezen zorgverlener het overneemt
3. Pathologie, zorg & begeleiding
De student biedt adequate zorg en begeleiding aan in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties die aangepast is aan de noden van de zorgvrager (en zijn gezin)
De student hanteert een veilig medicatiebeleid
De student organiseert de zorg correct in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties
De student voert correct de nazorg uit in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties en evalueert de gegeven zorg kritisch
De student voert correct het ontslag van de zorgvrager uit in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
De student voert in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties de opname van de zorgvrager correct uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
4. Psychosociale context
De student biedt ondersteuning bij baby blues, hechting, transitie naar ouderschap en relationele veranderingen
De student herkent psychosociale crisissituaties, biedt ondersteuning en reageert correct
De student toont respect en empathie voor de culturele achtergrond, waarden en normen van de vrouw, haar gezin en de omgeving
5. Ethiek en wetgeving
De student gaat gepast om met de eigen waarden en normen in het verloskundig handelen
De student geeft blijk van de juiste attitudes als professional
De student handelt correct volgens de juridische en deontologische normen en regels betreffende de uitoefening van het beroep
De student maakt ethische situaties bespreekbaar
De student respecteert het beroepsgeheim
6. Gezondheidspromotie
De student empowert de vrouw en haar gezin en stimuleert zelfzorg
De student geeft correct voorlichting over en leert vaardigheden aan m.b.t. de verzorging en de fysiologische veranderingen van vrouw en pasgeborene
De student geeft op gepaste wijze en op het gepaste moment informatie en advies en helpt gezinnen om geïnformeerde keuzes te maken
7. Samenwerking en communicatie met zorgvragers en zorgverleners
De student communiceert correct (mondeling en/of schriftelijk) met collega's, artsen en andere zorgverleners
De student voert correct administratieve, organisatorische en coördinerende taken uit
De student werkt samen met collega's, artsen en andere zorgverleners om continuïteit en efficiëntie van zorg te garanderen
8. Coaching
De student geeft feedback op een gepaste manier
De student is een voorbeeld voor medestudenten
9. Professionalisering
De student doet aan zelfreflectie en stuurt zo nodig het eigen handelen bij
De student stelt een persoonlijk ontwikkelingsplan op en werkt actief aan de eigen professionele groei
De student vraagt op een gepaste manier feedback en gaat daar constructief mee om
10. Evidence-based zorg
De student analyseert kritisch de zorgverlening
De student handelt correct vanuit 'evidence based midwifery practice'
De student integreert de geleerde theorie in de praktijk
De student refereert correct uit de literatuur volgens de gevraagde richtlijnen
De student werkt mee aan de registratie van gegevens die als doel hebben de perinatale zorgverlening te optimaliseren
11. Kwaliteitsvolle zorg
De student is besluitvaardig
De student is betrouwbaar en heeft verantwoordelijkheidszin
De student is flexibel
De student is zelfstandig en neemt gepast initiatief 
De student organiseert correct de totaalzorg van vrouw en pasgeborene
De student past correct volgende basisprincipes toe: hygiëne, steriliteit, comfort, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie
De student plant en voert de zorg uit volgens de principes van het methodisch handelen: bewust, systematisch, procesmatig en doelgericht

Leerinhoud

Werkplekleren is een opleidingsonderdeel waar de competentiegroei van de student centraal staat. In de stages voert de student gedurende een bepaalde periode taken uit in een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de opgedane kennis en de verworven competenties vanuit de andere opleidingsonderdelen te integreren en te toetsten aan de realiteit en verder in te oefenen. Verschillende stagedisciplines komen in dit opleidingsonderdeel aan bod; zoals verloskamer, MIC, raadpleging, fertiliteit enz.

Studiematerialen (lijst)

LaptopVerplicht
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage450,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarPraktijkbeoordeling in een professionele context100,00Binnen de stages worden al de leerresultaten vanuit het Vlaamse opleidingsprofiel geïntegreerd getoond en getoetst. Per geplande stage wordt er een stage-evaluatie opgemaakt. De gedetailleerde evaluatiemethodiek is terug te vinden in het stagereglement.

Toetsing (tekst)

De toetsinhouden zijn telkens uitvoerig verduidelijkt op digitap onder het kopje 'Evaluatie'.

Voor dit opleidingsonderdeel worden één of meerdere evaluaties (bijvoorbeeld: kennistoets/ vaardigheidstoets/projectopdracht…) georganiseerd die je kan terugvinden onder het luikje 'toetsing lijst'.

Er zijn 2 mogelijke situaties waarbij je als student als eindresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel een code “f” van “Fail” krijgt en dus niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel. Je hebt dan in al deze situaties onvoldoende bewezen de competenties van het opleidingsonderdeel te beheersen:

1. je hebt niet deelgenomen aan één of meerdere van deze evaluaties
2. je hebt niet voldaan aan de vereiste prestaties (bijvoorbeeld: een verplicht lesmoment, een verplicht aantal te presteren uren, zoefen…) van het opleidingsonderdeel (die steeds verhelderd staan op digitap onder het kopje ‘aan de slag’

Neem je aan geen enkel van de evaluaties deel dan zal dit opleidingsonderdeel in zijn geheel als beoordeling de code ‘NIET DEELGENOMEN’ krijgen. Deelname aan de tweede examenperiode blijft mogelijk.

Het stagereglement is opgenomen in digitap. De inhoud van dit reglement is bindend. De afspraken en richtlijnen van de medische dienst, zoals raadpleegbaar op student.ap.be, moeten worden nageleefd. Indien de student zich niet aan de afspraken cf. het stappenplan en het stagereglement houdt, resulteert dit in een -2 op het eindcijfer van dit stageblok. Het laattijdig indienen van de evaluatiebundel (zie inhoud in het stagereglement), resulteert in een -5 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok. Het niet indienen van de evaluatiebundel (zie inhoud in het stagereglement), resulteert in een 0 op het eindcijfer van de evaluatiebundel van dit stageblok.