Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie van Antwerpen
Atelier Fotografie 26333/2803/2223/1/70
Studiegids

Atelier Fotografie 2

6333/2803/2223/1/70
Academiejaar 2022-23
Komt voor in:
  • Bachelor in de beeldende kunsten, trajectschijf 2
    Afstudeerrichting:
    • fotografie
  • Bachelor of Arts in Visual Arts
    Afstudeerrichting:
    • Photography
  • Schakelprogramma Beeldende Kunsten
  • Voorbereidingsprogramma Beeldende Kunsten
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Lybeer Charlotte
Andere co-titularis(sen): Goiris Geert, Peeters Valentijn
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Semester 1 + Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2022 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 810,00 uren

Volgtijdelijkheid

Begincompetenties (tekst)

Begincompetenties 2e BA zijn de eindcompetenties van het 1e BA (zie leerdoelen 1e BA)

OLR-Leerdoelen (lijst)

BA1 - Over de nodige artistieke vaardigheden beschikken om onder begeleiding een persoonlijk project binnen het brede spectrum van de beeldende kunsten te ontwerpen en/of te realiseren.
De student kan de volgende beeldthema's doordenken en uitwerken: het stilleven, de enscenering, studie van het menselijk figuur, portret, thematische benadering.
BA2 - Over de nodige kennis, vaardigheden en inzichten beschikken inzake materiaal, vorm, handeling, concepten, functie en inhouden van het gekozen medium.
De student heeft zijn vakkennis uitgebreid door het uitvoeren van technisch complexere opdrachten (werken op locatie, nachtopnames, menglicht, technische camera en digitale middenformaat gebruiken voor monumentale prints, …).
De student heeft zijn praktijkervaring mbt digitale workflow (scannen, geavanceerd werken in RAW, Lightroom, Adobe Photoshop advanced skills, ....) versterkt.
De student kan omgaan met hybride en vernieuwende vormen (mengvormen van digitale en analoge fotografie, grafisch ontwerp en verschillende drukmogelijkheden).
BA3 - Kennis en inzicht hebben en blijven ontwikkelen in de maatschappelijke, culturele, artistieke, historische en internationale context van de beeldende kunsten en de artistieke praxis.
De student heeft inzicht in de geschiedenis en actualiteit van de fotografie, met een focus op de periode 1945-1975 en de hedendaagse fotografie, en thema's zoals architectuur, portret of social fotografie.
De student kan gericht kritische teksten kezen en deze binnen een breder cultureel kader plaatsen.
BA4 - Een kritische en onderzoekende houding ontwikkelen en aanscherpen ten opzichte van ontwerpen en/of realisaties die voortkomen uit beeldende experimenten en onderzoek, emotie en intuïtie.
De student bezit een onderzoek-attitude.
De student kan de relatie tekst en beeld onderzoeken en uitdiepen
BA6 - Het karakteristieke van persoonlijke ontwerpen en/of realisaties vatten en op geëigende wijze communiceren.
De student beheerst gangbare tentoonstellingstechnieken, en kan deze praktisch toepassen.
De student kan een coherent artistiek standpunt formuleren
BA7 - Het eigen artistieke project kunnen organiseren in samenspraak met anderen. 
De student kan (onder begeleiding) met andere mensen werken (acteurs, modellen,...) en een enscenering op stapel zetten.

Leerinhoud

2e jaar: specialiseren

verfijnen, toepassen van de opgedane kennis, uitdiepen, oefenen
Het tweede jaar is een studiejaar waarin de werkdruk verhoogd wordt en de grote thema’s ten gronde uitgediept worden. Portret (locatie, studio, …), stilleven, landschap, reportage komen aan bod. Zeggingskracht ontwikkelt zich samen met het verfijnen van de techniek en het verbreden van het referentiekader, als een logisch geheel.

Verfijnen, toepassen van de opgedane kennis, uitdiepen, oefenen

Lezingen (o.m. in FOMU) bijwonen en hierover verslagen schrijven, tentoonstellingen (o.m. in FOMU) bezoeken en bespreken, praktijk gerelateerd opzoekwerk in de bibliotheek van FOMU (aanleggen van een logboek)

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Spiegelreflexcamera digitaal (eventueel analoog toestel), statief en lichtmeter (uitleen door het atelier voor korte periode is mogelijk), Grootformaat-camera (aankoop niet verplicht, deze zijn aanwezig in het atelier), donkere kameruitrusting (aanwezig), videocamera (aanwezig, uitleen mogelijk), studiolicht (aanwezig), Pc / Apple Macintosh, scanners (aanwezig in het digitaal labo), A0 en A2 printers (zijn aanwezig in het digitaal labo).

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Aanbevolen lectuur: diverse vakliteratuur, zowel theoretische, technische als artistieke.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk363,00 uren
Hoor- en/of werkcolleges42,00 uren
Werkplekleren en/of stage42,00 uren
Werktijd buiten de contacturen363,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarBeoordeling artistieke praktijk100,00De aanwezigheid van de student is een vereiste voor dit opleidingsonderdeel. In het geval je gewettigd afwezig bent, breng je zo spoedig mogelijk een attest binnen op het secretariaat.

Toetsing (tekst)

toon – en controlemomenten tijdens het academiejaar


De quotering van de gepresenteerde werken steunt op volgende criteria:


1) Artistieke kwaliteit (creativiteit + authenticiteit)
2) Brede en volledige ontwikkeling (alle opdrachten dienen uitgevoerd te worden, een zo hoog mogelijk niveau wordt nagestreefd in elke opdracht, om zo de studenten op te leiden tot all-round fotografen.)
3) Vakbeheersing/materiaalkennis (printtechnieken, post-productie, lichtbeheersing, gebruik van de juiste fotografische tools om de intentie van de auteur over te brengen, bij boekprojecten is de sequentie, materiaalkeuze en formaat belangrijk. Als er met tekst gewerkt wordt, is het belangrijk dat deze op een goede manier wordt ingezet en van een voldoende hoog niveau is,...)
4) Communicatieve vaardigheden (de student kan helder (aan een groep) verwoorden waar hij/zij mee bezig is)
5) Referentie kader (de student kan zijn/haar werk plaatsen binnen de geschiedenis en de actualiteit en is in staat historisch onderzoek te voeren)
6) Participatie (groepskritiek, deelname aan workshops, lezingen, tentoonstellingsbezoek)